All posts by yvonnerozemeijer

Ruimtevaart, reis door de ruimte Knappe Koppies

ruimtevaart knappe koppies

Ruimtevaart of reis door de ruimte. Zijn dat eigenlijk dezelfde dingen, wat doe je en waar reis je dan mee? De kinderen wisten hier allemaal behoorlijk over mee te praten. Raketten, satellieten, ruimtewagens en maanlanders. Er kwam van alles voorbij. Op welke planeten kun je dan allemaal landen en wat willen we daar dan doen? Welk nut heeft het om helemaal naar de maan te vliegen, wat schieten we ermee op? Elsa wist nog van een vorige keer dat je op Venus om de dag jarig zou zijn omdat 1 dag op Venus heel lang duurt. En iets minder dan 2 van die lange dagen en er is alweer Venusjaar voorbij. Nathan wist zeker dat er op Mars geen water is maar ijs en dat het op Venus heel heet is en al het water is verdampt.

 

Naar aanleiding van een kort verhaal hadden we een quiz met vragen. De eerste groep ging languit bij het bord liggen, lazen om de beurt de vragen op en beantwoordden de vragen gezamenlijk. Als ik Felicia vraag wat de karretjes op de maan doen lichten haar ogen op en vertelt ze over onderzoek doen op de maan. Bij groep twee werden de vragen tussendoor al eigenlijk als vanzelf beantwoord toen de hoeveelheid sterren aan de hemel werd besproken. En hoe groot is het heelal en hoe kunnen we dat weten? Daar kwamen ook antwoorden op de vragen die we onszelf al eerder hadden gesteld. We willen het heelal met planeten en sterren onderzoeken zodat we er meer over te weten komen en de ruimte beter gaan begrijpen. ‘En wanneer gaan we knutselen?’, vraagt Vivian zich af als we gebogen zitten over een bak met zand om te testen welke grootte van wielen het meest gemakkelijk over de bobbels rolt. ‘Eerst zou ik nog graag willen weten wie je zal gaan missen als je zelf op een reis door de ruimte zou gaan’. ‘Mijn hond’ vertelt Felicia, ‘mijn vader en moeder’, vertelt Elsa waarop Daan en Tijn instemmend knikken.

ruimtevaart knappe koppiesruimtevaart knappe koppiesruimtevaart knappe koppies

 

Eva weet nog een interessant verhaal te vertellen over ruimtevaartuig Cassini dat niet genoeg brandstof meer had en toen crashte in Saturnus. Het zal je maar gebeuren, hoe moet je dan terugkomen, vroegen de kinderen zich af. Wanneer we ons vervolgens buigen over het ontwerp van ons ruimtekarretje worden er allerlei ideeën aangedragen hoe over de oppervlakten van de verschillende planeten te kunnen rijden. Bas bedenkt iets met een zeil of het systeem van de hovercraft, heel slim. Heb je geen last van hobbels. Vivian vertelt nog dat wij de horizon steeds maar plat zien maar dat dat helemaal niet klopt. Waar je dat heel goed kunt zien? Daar moet ze even over nadenken. Nathan antwoordt vanaf een plekje net buiten het groepje kinderen, ‘op het strand of in de ruimte’. Hij vraagt ook wanneer ze mogen beginnen met hun eigen karretje. We weten dat het niet Nienke haar favoriet is om te knutselen o.i.d. maar als ik haar voorstel om het met iemand anders samen te doen klaart haar gezicht op. Vivian vindt het leuk en gezellig om ook iets samen te maken en de dames gaan gelijk aan de slag. Ze gebruiken plastic ronde bakjes als wielen. Deze kunnen goed met de hobbels meebewegen, verduidelijkt Nienke hun keuze. Sjakie en Johannes zitten naast elkaar. Het is grappig om te zien hoe verschillend de jongens aan het werk zijn. Sjakie vertrouwd mij toe dat wanneer hij zo geconcentreerd en stil bezig is hij niet afgeleid kan worden. Zijn wangen en oren kleuren langzaamaan steeds roder. Johannes heeft moeite om een keuze te maken uit al de verschillende materialen en vraagt geïnteresseerd bij anderen wat ze maken en hoe zij dat doen. Wanneer wij hem aansporen nu toch echt te beginnen roept hij, ‘ja, ik ga maar gewoon mijn fantasie gebruiken’.

Tijdens het maken van de ruimtekarretjes, individueel of alleen wordt er hard gewerkt om eerst het juiste materiaal te kiezen om vervolgens te bepalen hoe groot de wielen moeten worden, hoeveel het er moeten zijn en waar ze aan de kar geplaatst moeten worden. ‘Yes’, roept Tijn opgetogen met twee armen in de lucht als het hem gelukt is om alle 6 de wielen aan zijn kar te bevestigen. Elsa heeft een usb stick gemonteerd voor alle foto’s die in de ruimte worden genomen en Daan heeft zelfs een opslag voor wel 4 miljoen triljard foto’s. ‘Die karretjes zijn echt heel lang in de ruimte he’, licht hij zijn uitspraak toe over de opslag. Dat begrijpen we. Felicia is geconcentreerd bezig, ze plakt met gomtape, tape van papier die op kartonnen dozen is geplakt, van alles aan elkaar. ‘Dat is lekker stevig’, oppert zij, ‘maar hij is alleen voor de sier hoor’, benadrukt ze even later.

Namen zijn fictief

Kriebelbeestjes in de herfst Pientere Peuters

kriebelbeestjes pientere peuters

Mier verzamelt alles maar geen kriebelbeestjes… Kriebelbeestjes zijn beestjes die over je tenen kriebelen. Ze kruipen, sluipen en kunnen zich in hele kleine holletjes verstoppen. ‘Ja, tussen de blaadjes of bij de bomen’, vertelt Alexander opgetogen. Mier zijn mooiste verzameling bestaat uit zijn vrienden. ‘Ik heb wel een vriend’, vertelt Sara, ‘maar ik ga niet met hem trouwen’. Zo, dat kon maar vast gezegd zijn. Wanneer we vervolgens zachtjes met onze vingers kriebelbeestjes nabootsen en over onze armen, handen, buik, benen en voeten kriebelen beginnen de kinderen spontaan te giechelen.

Ik had verschillende torren meegenomen die, wanneer je ze over de grond naar achteren trekt, uit zichzelf naar voren bewegen. Sommige torren doen wel heel gek. Louise kijkt eerst vol verbazing naar haar tor, dan naar mij en zegt tegen Alexander, ‘kijk nou wat de mijne doet?’ Ze begint te schaterlachen wat heel aanstekelijk werkt en al gauw liggen ze met z’n drieën, naast alle torren te rollebollen op de grond. We tellen alle torren en er wordt ook voorzichtig opgeteld door Alexander. 2 Torren en nog 2 torren, hij legt die van Sara erbij en zegt, ‘dat zijn 4 torren’. Dan legt Louise haar 2 torren erbij en begint Sophia verder te tellen. ‘O, nu zijn het er 6!’, roept ze uit. Daarna is het tijd voor klimmen en klauteren. Als echte kriebeldieren, kruipen, springen, lopen en klimmen de kinderen door, over en onder de verschillende obstakels heen. Ze helpen elkaar, dringen soms ook een klein beetje voor en laten aan elkaar zien hoe je over de kruk kan klimmen of hoe je in de hoepels kunt springen.

Alexander zijn nieuwe broodtrommel was met de post gekomen. ‘Hij past precies in mijn tas’, zegt hij terwijl hij aan ons demonstreert hoe hij de broodtrommel uit zijn tas haalt. Hij eet eerst zijn trommel leeg en wanneer hij aan zijn fruit wil beginnen maar het stukje uit zijn handen valt zegt hij, ‘nou, dat fruit wil niet opgegeten worden!’ Louise en Sara schateren het uit waarna Louise een stukje appel tussen haar tanden zet en ons daarmee ‘lachend’ toekijkt. Ook Sara zet 2 blauwe bessen tussen haar lippen en het lijkt alsof ze zwarte tanden heeft. Wat een creativiteit en pret aan tafel met het fruit. Alles werd uiteindelijk keurig opgegeten.

Wanneer we even later weer aan tafel zitten om met wol te ‘soppen’, vraag ik de kinderen waar al die kriebelbeestjes zoals de torren, bijen, wormen en duizendpoten eigenlijk in de winter blijven? Er wordt even rustig nagedacht. ‘Ik denk dat ze gewoon verdwijnen’, oppert Sara waarbij ze vragend naar Alexander en Louise kijkt. ‘Ja, of ze gaan op reis’, vult Louise aan. Alexander weet het, ‘ze gaan onder de grond, ja, net als de wormen’. Wanneer ik hen vertel dat er ook insecten zijn die poep eten wordt het hilariteit alom. Neuzen worden opgetrokken en tongen worden uitgestoken, ‘bah wat een vieze beestjes’, roept Sara.

Met de wol, een beetje warm water en zeep gaan we zelf een kriebelbeest maken. ‘Dat is best hard werken’, verzucht Alexander als ik hem vertel de wol steeds iets harder aan te drukken. Alle drie blijven ze steeds net weer even doorwerken op het moment dat ik denk dat ze wel klaar zijn en dan ineens is het alweer bijna tijd en moeten ze wel stoppen. Ze kiezen een gekleurde pijpenrager voor het lijf en dan ineens is daar een vlinder tevoorschijn gekomen. Apetrots laten ze aan mama zien wat ze hebben gemaakt.

namen zijn fictief

Herfst en het licht Pientere Peuters

Herfst van het licht

Herfst en het licht.

Herfst en het licht, prompt begon Alexander over de maan. ‘Ja, soms is ie weg en soms rond’, Louise kijkt hem aan en er ontstaat een klein gesprekje over wat om wat draait en dat het nu gauw donker wordt in de avond. ‘Als ik wakker word is het ook nog donker’, voegt Sara toe.

Het licht werd daarop ook even getest. En we hebben 2 verschillende lichten in de zaal. Hoe licht wordt het of hoe donker? Ze werden beide meermalen getest maar echt donker werd het niet. De verbanden worden snel gelegd. ‘Buiten is het nog licht en er zijn ramen’, Alexander kijkt me aan met een blik, dat is toch logisch! En ja, hij heeft gelijk, zelfs met de lamellen dicht wordt het niet echt donker binnen. En hoe langer we bezig zijn om het donker te krijgen hoe inventiever de kinderen worden. We belanden met zijn allen onder een dekentje wat niet veel meer donkerte oplevert maar wel iets anders. ‘Het is wel warm’, merkt Louise terecht op. En ook daar praten we even over. Alexander is echter nog steeds op zoek naar donker. ‘De wc, daar is het donker’, hij kijkt me triomfantelijk aan. Ja, dat hebben we weleens eerder gedaan. Dan moet er natuurlijk eerst geplast worden en dan kunnen we eindelijk zien hoe het nou zit met de zon, maan en aarde waar wij op leven. Louise hield het zaklampje heel goed vast. Deze stelde de zon voor en toen gebeurde er iets magisch. Ze konden heel goed aangeven wanneer de zon wel of niet op de maan scheen. Verheugd riepen ze, “ja nu kun je het goed zien”. Een klein beetje en nu een heleboel licht!

We speelden het spel boomgaard waarin we ons best deden om alle vruchten in de mand te verzamelen voordat de raaf alles voor onze neus zou opeten! Gelukkig hadden we heel goede gooitechnieken en haalden we al het fruit binnen. Samen spelen, beurt nemen, beurt wachten, elkaar helpen, kleuren herkennen, tellen kortom op een gezellige en ontspannen manier leren samenwerken.

We keken naar onze schaduw en zagen de schaduw van blaadjes kastanjes en andere noten die uitgespreid op een doek lagen. We ontdekten de verschillende noten en vruchten van de herfst en kraakten er een paar. Louise wilde ook de kastanje kraken maar ontdekte zelf dat de schil taai was i.p.v. hard. Dat ging dus maar moeizaam maar toch kregen we het voor elkaar om de schil eraf te krijgen. Mila was net een eekhoorntje, zij verzamelde alle nootjes netjes bij elkaar en Sara legde de kastanjes om de beurt in een rechte lijn en dan weer in een cirkel. Alexander hielp haar met tellen nadat hij de ‘bloem’ van het lampionplantje voorzichtig had geopend en binnenste buiten had gedraaid. Wat een verwondering en ontdekkingen op zo’n ochtend!

Herfst van het licht

Biedt ruimte, stel een vraag en de kinderen gaan als vanzelf verder met materiaal, vragen en ontdekkingen. De slak kwam als insect, of nee kruipbeestje en eten voor vogels voorbij. Die hebben we dan ook naar eigen fantasie gemaakt met een kastanje als huis. En er verschenen nog meer slakken met andere prachtige huisjes op de rug. Het blijft voor mij een feestje om de kinderen dan zo heerlijk bezig te zien en verwonderd te raken over hun eigen creatie. Soms komt er ook een fantastische zelfverzekerdheid bij kijken ‘Kijk juf, dat heb ik echt goed gedaan hè’, zegt Sara bij haar tweede creatie en ook Mila was bijzonder in haar nopjes met haar slak, ‘daar zal mama echt heel blij mee zijn’!

Namen zijn fictief 

Vallende sterren Knappe Koppies

vallende sterren

Wauw, het leek veel langer dan 3 maanden geleden maar toch ook weer zo vertrouwd om afgelopen zaterdag de vallende sterren te starten met 2 volle groepen. Veel bekende gezichten maar ook weer nieuwe wat bij beide groepen een mooie mix gaf en een ontspannen en enthousiaste sfeer. Ook Mirjam en ik hadden er zin in en kijken terug op een mooie start van het seizoen. 

 Ja, en zijn vallende sterren dan wel echte sterren? En wat is het verschil tussen een planeet en een ster want ook de aarde heeft een hete lavakern. De kinderen zochten in boeken, groeven in hun hersenen of riepen spontaan antwoorden. Elsa vertelde dat er bij vallende sterren eigenlijk een soort van stofdeeltjes door de dampkring gaan en ze vertelde ook dat ze bij de sterrenwacht was geweest en daar had gevoeld dat Pluto de lichtste planeet was! Tijn had een boek mee dat hij van zijn verjaardag had gekregen en liet dit trots zien en vroeg anderen of ze ook iets wilden weten wat onder de flapjes stond. ‘Pluto’ staat het meest ver van de aarde’, wist hij te vertellen. Demi had wel eens gehoord van een planeet waar je om de dag jarig kon zijn maar hoe het vallende sterrenprecies zat en hoe deze ook alweer heette wist ze niet meer. En waar blijft de zon in de nacht? Staan de sterren overdag ook aan de hemel? Felicia vertelde dat de sterren er overdag wel zijn maar de zon veel sterker schijnt zodat je ze niet kunt zien. Een paar kinderen stonden op en demonstreerden hoe het met de dag en nacht zat. De een was de zon de ander de aarde en zo wist Demi te vertellen dat de aarde ook om haar as draait. We deden proefjes met de handen om de wrijving van de stenen (vallende sterren) door de dampkring na te bootsen en aan onze handen te ervaren dat het dan heet wordt. Zo heet dat de steen verbrand en wij deze als een vallende ster kunnen zien aan de hemel. De kinderen mochten vuurstenen tegen elkaar aan slaan, of liever gezegd langs elkaar heen laten botsen en zo konden we er heel kleine vonkjes vanaf zien komen. Zo klein dat je je handen er echt niet aan zou kunnen branden waar een aantal kinderen toch een beetje aan twijfelden.

Bij de tweede groep werd er ook veel gesproken aan de hand van foto’s uit boeken. Bas en Felice hadden het over het noorderlicht, dat je dat in de ruimte veel mooier kan zien. Maarja, daar kun je niet zo makkelijk naartoe. Er werd ook gespeculeerd met de grootte van de planeten en of het er warm of koud zou zijn. Was Venus nu warm of juist koud en die ringen om Saturnus zijn eigenlijk geen ringen maar een hele laag stofdeeltjes die om de planeet heen cirkelen wisten zowel Nienke als Felice. Nienke had de telescoop van haar broer mee gepikt en ze vallende sterrenvertelde dat je nu niet veel kon zien en het nogal zwart was waarop Nathan opperde dat dat misschien door de dop zou kunnen komen! En ook hier deden we de proefjes met handen en vuurstenen en kon je bij Mirjam onder de deken kruipen om met een lampje in een boek de sterrenbeelden aan de hemel als glow in the dark te zoeken. Het zag er erg spannend uit helemaal wanneer er vanonder die deken van allerlei kreten te horen waren.

Als afsluiting kregen de kinderen opdracht om hun eigen sterrenhemel te schilderen. Ze mochten het hele vel vullen met alle kleuren waarvan zij dachten of vonden dat die in het heelal te vinden zouden zijn. Mooi om te zien hoe verschillend de kinderen met de opdracht omgaan. Voor sommigen ging dit als vanzelf, vloeiend en voor een ander was het zoeken naar hoe het blad te vullen maar het lukte ze uiteindelijk allemaal. Daarna werd de opdracht best wat spannend want nu mochten ze met zwart of donkerblauw de nachtelijke hemel schilderen waarbij het de bedoeling was om de sterren, planeten en andere hemellichamen uit te sparen.

Vivian gaf aan dat ze het inderdaad wel heel spannend vond om haar mooi geschilderde kleuren weer over te schilderen maar ze deed het, maakte een mooi begin en werkte langzaamaan verder. En het werd Tijn te veel toen de verf niet wilde wat hij in gedachte had. Ondanks de bewonderende blikken en bemoedigende woorden van Lars, die naast hem zat, wilde hij niet verder. Ook deze situaties horen bij Knappe Koppies, leren omgaan met je eigen beperkingen maar bovenal oefenen in doorzetten ook al wordt het niet zoals het in je hoofd zat. En oefenen doen we iedere keer weer, ook wij!

Namen zijn fictief

Vruchten van de bomen Herfst Pientere Peuters

vruchten aan de bomen pientere peuters

Een heel doosje vol met vruchten, bladeren, eikels, kastanjes, hazelnoten, amandelen en walnoten had ik mee willen nemen maar vlak voordat de kinderen kwamen ontdekte ik dat het doosje nog thuis lag, op tafel. Het is zo lief en grappig hoe de kinderen dan reageren wanneer ik hen vertel dat ik dat ben vergeten. Terwijl ik mezelf een sufferd noem kijkt Sara mij met grote ogen aan en haar hoofd zakt iets tussen haar schouders. ‘Het geeft niet, kijk ik heb hier een kastanje voor je’. Ook Mila komt met een kastanje aan en vertelt dat ze heel goed bladeren had gezoekt. ‘Zal ik die meenemen?’, vraagt ze me. De kinderen varen makkelijk mee met wat zich aandient terwijl ik in mezelf nog bedenk hoe ik dat nu had kunnen vergeten. ‘Tada’, zegt Alexander en komt met het grote vel, volgeplakt met blaadjes, van vorige week aanlopen. ‘Kijk juf, nu hebben we genoeg blaadjes, wat gaan we ermee doen?’

‘Ik zie daar lichtblauw en daar is donkergeel’, Louise wijst naar de bomen in het boek die allemaal getooid zijn in herfstkleuren. ‘En daar zitten allemaal bubbeltjes op het spinnenweb’, Alexander wijst naar een groot spinnenweb met dauw aan de draden. ‘Ik vind de spin wel lief’, zegt Mila terwijl ze met haar vinger over het spinnetjes aait. Welke vruchten er allemaal in de boom hangen weten de kinderen ook heel goed, peren, appels, pruimen en bessen. Ik lees een klein verhaal over een eekhoorn en de kinderen roetsjen na afloop spontaan door de zaal. Ineens is de zaal gevuld met allerlei verschillende dieren en of juf wil raden wat ze zijn! Sara ziet een rode paddenstoel met witte stippen en het lied komt als vanzelf uit haar mond. We proberen samen de stippen op de paddenstoel te tellen maar het zijn er wel heel veel en na de 10 raakt ze de draad kwijt. De anderen horen het lied en willen nog een keer het lied zingen en dan met de benen in de lucht. ‘Ook mijn tenen in lucht’, roept Mila waarna Sara spontaan haar tenen gaat tellen. Louise heeft er 9 zegt ze maar telt dan nog een keer, gelukkig het zijn er 10.

Ik had twee boompjes geknipt en daarop gekleurde stippen geplakt. Op knijpers gekleurde blaadjes geplakt en aan de kinderen nu om de kleuren bij elkaar te zoeken en de blaadjes weer op de juiste plek in de boom te ‘hangen’. Samen, was de opdracht. Eerst tweetallen gemaakt. Met hoeveel ben je dan?’, vraag ik de kinderen. Louise kijkt me aan alsof ik niet lekker ben. Wij tweeën toch en ze wijst naar Alexander en haarzelf. Ook Sara en Mila gaan aan een tafeltjes zitten en er wordt in het begin goed geteld. Hoeveel stippen op de boom, hoeveel knijpers met blaadjes en dan ontdekt Louise dat er meer knijpers met blaadjes zijn dan stippen op de boom! Sara onderzoekt de knijper en heeft pardoes twee delen in haar hand en ‘plakt’ hij niet meer aan de boom. Onderzoekend draait ze de stukjes om en ziet dat aan het ene deel nog een ijzertje hangt. We kijken samen naar hoe we de knijper weer in elkaar moeten zetten. Gelukkig, het lukt ons.

Vandaag werd er veel geteld door de kinderen en zelfs al een beetje bij elkaar op geteld. Vijf tenen en vijf tenen zijn samen? tenen. Ze verstopten zich achter, onder naast en op juf en toverden we blaadjes tevoorschijn met het wasco krijten. Opgetogen ontdekten de kinderen de vormen van de blaadjes terug op hun eigen tekening. ‘Ik weet al heel goed hoe ik moet krassen vertelt Alexander trots en met dezelfde trots laat hij dit aan mama zien’. 

En er was onderling soms ook wat wrijving en zo mooi om te horen dat ze elkaar dan, ondanks het verdriet, corrigeren en vertellen dat ze het niet leuk vinden. Wat leren ze dan toch een hoop van elkaar. En wisten jullie trouwens dat een klokhuis eigenlijk gewoon een appelhuis is?

namen zijn fictief

Herfst op de drempel Pientere Peuters

herfst op de drempel

Herfst, herfst is weer gekomen… daar komt de wind…

‘Maar nu is het zonnetje gekomen’. Mila kijkt naar buiten terwijl ze ook probeert de kastanjes op te rapen. ‘Er zijn wel duizend blaadjes op de grond gevallen’, zegt Alexander terwijl ik de zak met blaadjes tevoorschijn tover. We sorteren eerst gelijk gevormde bladeren. Dat gaat best goed. Er zijn veel eikenbladeren en die worden allemaal bij elkaar gelegd. Daarna kijken we naar de kleuren. Geel, groen, bruin, rood, oranje en als we beter kijken zien we roze en bijna paars op sommige blaadjes. ‘Als je goed kijkt zie je veel meer’, waarbij Louise een weids gebaar maakt met haar armen. Daarna schuift ze weer op haar billen achteruit door de zaal. De wind blaast alle blaadjes van de bomen. Als de wind hard waait kun jij ook zomaar naar achter geblazen worden. Louise demonstreert samen met Alexander hoe dat gaat. Dan kun je ook zomaar van je kussen geblazen worden. Grappig om te zien dat de kinderen datgene wat besproken wordt ook meteen gaan uitbeelden en zich er mee verbinden. Sara kijkt me met een lach aan en schuift dan voorzichtig naar achter van haar kussentje af op haar rug en gooit haar benen in de lucht. Haar triomfantelijke gezicht spreekt boekdelen. Het lijkt te zeggen, ‘zo dus’.

Samen plakken we de verschillende bladeren op een groot stuk papier. Mila en Sara helpen me met pittenzakken om de rol in bedwang te houden. Ze begrijpen beiden wat de bedoeling is van de pittenzakjes met het rollende papier. En hoewel de plakstift op zich al een bijzonder mechanisme in zich heeft met een draaiende onderkant waarna er dan aan de bovenkant iets omhoog komt en de kinderen daar veel onderzoek naar doen worden de blaadjes ook netjes opgeplakt. We blazen door een rietje veertjes vooruit, achteruit en bij Louise belanden ze steevast in haar haar. We voelen aan onze buik dat die bol wordt als je diep ademhaalt en dat je dan heel hard kunt blazen. ‘De wind kan ook hard en zacht blazen’ zegt Sara.

Terwijl Sara, Mila en Alexander de knikkerbaan opstellen en de knikkers verdelen heeft Louise het schatkistje gevonden. Vorige week had ik haar beloofd er iets in te doen. Vol verwachting opende ze het deksel en de kastanjes kwamen haar tegemoet rollen maar er zaten ook voor haar onbekende dingen in zoals de vrucht van de amandelboom. Even peuteren en ja hij ging open net als bij een kastanjebolster. Daar zat een hele harde pit in. De andere kinderen kwamen nieuwsgierig kijken wat we deden en wilden ook zo’n pit zien. Volgende week gaan we hem proberen te kraken.

Twijfelden we vorige week nog, nu is het zeker dat de appels aan de boom hangen en niet in de boom. Knuffelslang Ka at van de eikels en kastanjes. Dacht ik een molentje te knutselen met de kinderen maar waren zij met z’n allen in de ban van prikken en knippen. Was Alexander zeer opgetogen over zijn knipwerk. Alle randen van het velletje had hij netjes ingeknipt zodat het nu op een kleedje met franjes leek. Louise helemaal verdiept was in haar werk dat ze bijna niets meer hoort en wilden Sara en Mila ook graag oefenen met knippen. Het lukte al aardig en zo liepen de dingen toch weer een beetje anders dan ik had gepland. Maar juist deze spontane inbreng van de kinderen en hun behoefte om datgene te doen wat de ander doet laat zo mooi zien dat zij nog grotendeels door behoeften en impulsen worden gedreven maar daar zo af en toe ook al best eens weerstand aan kunnen bieden.

Zo voelt de één ook ineens de behoefte van de ander om naar mama toe te willen. En wil het plots ook graag weer naar mama toe. Gelukkig voor hen stonden die al weer voor de deur.

Vakantie & zomer Pientere Peuters

vakantie en zomer

Wat fijn om de kinderen na zo’n lange periode van vakantie & zomer weer te zien en nieuwe kinderen te mogen begroeten. Alexander was zichtbaar gegroeid en Louise liet me vol trots een prachtige steen zien die ze tijdens de vakantie had gevonden. Het had de vorm van een hart en we vroegen ons af of het nu een stenen hart of een hart van steen of misschien wel allebei kon zijn. Sara en Mila waren beiden al eens eerder geweest om te oefenen en vandaag kwamen ze voor het echie.

Gelukkig had iedereen een fijne vakantie gehad en na het zingen met de mama’s en oma en nadat ze allemaal een dikke knuffel en kus gekregen hadden zaten we gezellig met z’n allen in de tipi. ‘Ik zie wel dat het een nieuwe is en je hebt er nog een. Heb je die zelf gemaakt?’, vraagt Louise. Ik moet lachen om de blik in haar ogen. Is dat nu een mengeling van een zowel bewonderend als kritisch of juist opmerkzaam oog? Ze kijkt naar de rafels die nog aan de zijkant hangen en trekt voorzichtig aan de uitdagende draadjes die uitsteken. ‘Hij is inderdaad nog niet helemaal af’, bevestig ik. ‘Ik vind ze wel heel leuk’, zegt ze en loopt naar de kleine tipi waar Mila ook al in is gekropen. Samen proberen ze het flapje dicht te knopen maar dat blijkt toch best een beetje lastig.

‘Wie heeft er in een tent geslapen deze vakantie?’, vraag ik de kinderen. Een aantal beginnen te knikken en Mila vertelt dat ze in de trein met vakantie was. We zongen in het begin samen al over de trein en spontaan werd het liedje nogmaals gezongen.

Gebogen over boeken die gaan over het weer, de seizoenen en de zomer spraken we samen over hoe je kunt zien, horen of misschien wel voelen dat het zomer is. Wat doe je dan, hoe ben je gekleed en wat gebeurt er als je te lang in de zon blijft spelen? De kinderen hadden prachtige antwoorden. ‘Lekker in het zwembad of de zee als je het heet hebt’, vertelde Louise. ‘Onder de bomen zitten’, zei Sara met vragende ogen. De kinderen knikten, ja dat is heel fijn. ‘Bij mij regende het op vakantie’, deelde Alexander mee. ‘Dan hoef jij geen zonnesmeer’, opperde Louise.

‘Het is ook al een beetje herfst hè!’, merkt Alexander dan op met een blik naar buiten werpend. Ja, het is inderdaad onstuimig en nat weer deze ochtend. En ik had nog wel een stille hoop een beetje te kunnen genieten van een heerlijke nazomer maar moeder aarde heeft daar een ander idee bij.

En hoe weevakantie & zomert je dan dat het herfst is? Alexander vertelt dat de blaadjes dan van de boom vallen. ‘Dan waait het hard’, zegt Louise en Sara vertelde over eikels en kastanjes. Je kunt inderdaad al van alles op de grond vinden. En hangen de peren nu in de boom of aan de boom? Alexander en Sara vroegen zich dat beiden af. We gingen het later uitproberen met de schelpen in het zand. De voorzetsels werden spelenderwijs geoefend door de schelpen op, onder, in naast en boven elkaar te plaatsen. Maar ook de tastzin, het gevoel van de kinderen wordt op deze manier geprikkeld en gevoed, zacht, hard, korrelig, ribbelig en scherp en daarmee ook hun zicht want je herkent de verschillen en weet dan wanneer je iets voorzichtig moet oppakken om je niet te bezeren. Na de pauze mochten de kinderen hun eigen kleine strandje maken waarbij ze verschillende schelpen in een stukje klei, dat ze eerst stevig mochten bewerken met de handen, konden drukken.vakantie & zomer

Een aantal kinderen hadden hun knuffel mee die als troost kan dienen als ze moe worden of wanneer ze mama missen. Vandaag waren ze niet echt nodig, het grootste deel van de tijd lagen ze geduldig in de tipi te wachten totdat de kinderen ze mee naar huis namen.

Een fijne start van een nieuw seizoen Pientere Peuters.

Namen zijn fictief

Bijzondere, grote en gevaarlijke dieren Pientere Peuters

pientere peuters bijzondere dieren

De grootste, gevaarlijkste en meest bijzondere dieren.

Vandaag zijn de grootste, gevaarlijkste en meest bijzondere dieren aan de beurt en was ik niet voorbereid op Alexander zijn mededeling; ‘dit is de laatste keer en dan zie je me nooit meer terug’. Om zulke woorden kun je gelijk verdrietig worden zo’n laatste keer voor de zomervakantie. Gelukkig vertelde mama dat we elkaar toch nog weer zien na de zomervakantie. Stan was vandaag voor de laatste keer en na de zomervakantie gaat hij naar groep 1.

Een beetje gekke morgen die heel feestelijk begon met een prachtig boek voor juf, allemaal WAAROM vragen. Deze kunnen we nog heel goed gebruiken in het nieuwe seizoen. Waarom is de lucht blauw en waarom is de blauwe vinvis het grootste dier van de wereld?

We bekeken verschillende boeken met grote, kleine, gevaarlijke en vreemd uitziende dieren. Welk dier is voor jou bijzonder. ‘Mijn hond’, zegt Jade al schuivend op een kussentje door de zaal. ‘En een knuffel’, vertelt ze wanneer ze weer is terug geschoven. Al bladerend door een boek wijst Louise naar een olifant, ‘dat is mijn lievelingsdier’. Bijna tegelijkertijd roept Alexander opgetogen uit, ‘mijn lievelingsdier is een olifant’. Samen kijken ze in het boek of ze nog meer olifanten tegen komen.

We doen een spel met een dobbelsteen. Het is een grote met een insteek vakje waar ik beweegkaartjes tussen heb geschoven. We gooien om de beurt, met een olifanteslurf een bal weg slaan. Het is al best lastig om je arm op de juiste manier tot een slurf om te toveren, laat staan er dan ook nog eens een bal mee weg te slaan. Alexander blijft op afstand staan toekijken en ik zie aan hem dat hij wil maar niet zeker is van zijn zaak. ‘Eerst je neus vastpakken en dan je andere arm door de ene arm steken en dan ben je zo ineens een olifant geworden’. Hij geeft de bal een flinke slag en er verschijnt een euforische lach op zijn gezicht. ‘Zag je dat juf Yvonne, ik gaf de bal een hele harde klap’. Ook Stan worstelde even met ‘zijn slurf’, maar gaf de bal ook een goede klap. Daar liepen 4 wel heel bijzondere olifantjes door de zaal een potje olifantenbal te spelen. De volgende gooi met de dobbelsteen leverde een gekwaak en gespring van kikkers op, en daarna slopen er gevaarlijke jaguars in het rond. De kinderen genoten van het bewegen en bedenken welke dieren bij de bewegingen hoorden.

We gaan van het dobbelstenenspel naar de hoepels. Er wordt gehoepeld, gesprongen door over en onder de hoepels door. De hoepels worden door Louise en Alexander eerst in een driehoek en later in een vierkant gelegd. Daarna stapelen ze samen op elkaar. Dan vindt Stan een liniaal en vragen de kinderen zich af wat je daarmee kunt. ‘Meten’, vertelt Alexander dan heel rustig vanaf zijn stoel. Of ze alle cijfers kennen was nu mooi te onderzoeken. Ja, het opnoemen uit het hoofd gaat wel tot 20, 30 of nog verder voor een enkeling maar de cijfers ook herkennen was wat lastiger. Grappig om te zien dat de cijfers ontleed worden. ‘Ik zien een 1 en een 3’, zegt Louise. ‘En dat is 20’, zegt Jade. ‘En welk getal is dat dan vraagt Alexander?’ Hij wijst naar de 23, noemt beide getallen los en kijkt mij vragend aan. ‘Drieëntwintig’, zeg ik.  Ook Stan kijkt nog geïnteresseerd naar de getallen, hij wijst naar de 30 en vraagt welk getal dat is. We gaan samen tellen van 21 naar 30 met de vinger steeds wijzend naar het getal. De getallen zelf opzeggen lukt prima maar cijfers herkennen is best nog heel lastig.

Dan wordt de aandacht getrokken door Jade die ondertussen haar traktatie uit de keuken mocht halen. Ze heeft een grote koekdoos met prachtig versierde koekraketten mee gebracht. Ze zagen er niet alleen lekker uit maar ze smaakten ook heerlijk.

Als laatste maakten we met verf en een wc-rolletje vuurwerk op papier. Schortjes aan, verf op de bordjes en ‘stempelen’ maar met de flapjes van de wc-rol. Rood, blauw, geel en dan weer rood en geel en blauw. Ze kregen de smaak al vlug te pakken en stempelden alle kleuren over elkaar heen. De kleuren werden netjes aan elkaar gevraagd en ‘zo wisselen we steeds van kleur’, zegt Jade. En wat dit vuurwerk met de bijzondere dieren heeft te maken? Nou helemaal niets, behalve dan dat vuurwerk zelf misschien ook bijzonder is of dat het op bijzondere momenten wordt gebruikt. En verder dachten de kinderen dat dieren helemaal niet van vuurwerk zullen houden maar dit vuurwerk voor iedereen leuk zou zijn. Zogezegd een knallende afsluiting van dit seizoen!! Fijne vakantie allemaal.

namen zijn fictief.

Vervoersmiddelen Pientere Peuters

pientere peuters vervoersmiddelen

Vervoersmiddelen

Wat een moeilijk woord is dat. En wat is dat dan? Werd er door de kinderen gevraagd. Gelukkig kwam Stan binnen met een arm vol! Helikopters, raceauto, trein en bus. Dat zijn dus allemaal vervoersmiddelen.

Al zingend over helicopters en zelfs een engels liedje gezongen door Alexander kwamen we langzaam meer in het thema. The wheels of the bus go round and round, round and round. . . De Nederlandse versie wil hij liever niet zingen want die is niet mooi, zegt hij. Wij mogen hem gelukkig wel zingen en de anderen kinderen vallen in.

We kijken onze ogen uit in de boeken die we voor ons hebben. Van handkarren tot koetsen, ezels, fietsen en vrachtwagens in allerlei soorten en maten. Er wordt volop gespeeld met de auto’s en helikopters die Stan had meegebracht en ook de grote kartonnen dozen die ik mee had genomen veranderden in auto’s of een caravan. Vandaag was een onstuimig dagje waarbij de kinderen heen en weer renden door de zaal. Een vliegtuig nabootsend of met de helikopter in de hand over iedereen heen vliegen. Er werd een grote trein als grondpuzzel neer gelegd. Er waren kleine puzzels met voertuigen en we hadden memory met allerlei fietsen luchtballonnen, ezels en kamelen. De kleuren van de achtergrond van de kaartjes werkten best wat verwarrend want was het nu een blauwe auto met een gele achtergrond of deze gele vrachtwagen met blauwe achtergrond? Dit was flink zoeken en toen Jade nog een paar kaartjes vond en deze bij de rest neerlegde, ja toen was de verwarring compleet. Alle plaatjes weer opnieuw goed in je op nemen en draaien maar. Alexander was een paar keer stom verbaasd dat hij precies twee keer achter elkaar twee dezelfde kaartjes draaide omdat deze ook gewoon naast elkaar lagen.

En toen gingen we een eigen echt beweegbare auto, helikopter of bus maken. Ijverig koos ieder de juiste kleur uit voor zijn voertuig. Ze werden bestempeld met de letters van hun naam en nog hier en daar voorzien van een raam. Het mooiste kwam toen de twee vormeloze draden door de koker werden geduwd, iemand in elke hand het uiteinde van beide touwtjes hield en deze om beurt de armen wijd spreidde en daarna weer bij elkaar bracht. Zo gleed het voertuig van de een naar de ander. Alexander zette grote ogen op toen hij de beweging onder controle kreeg en ook Louise wilde graag uitproberen of haar voertuig het ook wilde doen. En ja hoor, daar vloog de bus van de een naar de ander zonder zelfs vleugels te hebben!!

namen zijn fictief.

Circus Pientere Peuters

naar het circus

Naar het circus. De kinderen wisten niet gelijk wat een circus was, sommigen herkenden wel de grote tent, anderen hadden weleens wat op tv gezien. Olifanten, paarden, honden en ja, zelfs ganzen lopen rond in de tent. Niet helemaal los maar in de piste, een cirkel met op de grond allemaal zaagsel en de mensen die kijken, zitten er allemaal omheen.

Er was veel te zien en te vragen uit het boek ‘Naar het circus’ van de serie Willewete. Koorddanseressen, acrobaten, jongleurs, een circusdirecteur en ook nog dieren in het circus. Allemaal kwamen ze aan bod om te kijken wat ze precies doen. De koorddanseressen lopen en dansen over een koord hoog in de circustent. De jongleurs gooien met ballen of kegels, acrobaten zijn heel sterk en kunnen elkaar goed optillen en zo een toren van mensen maken. De circusdirecteur is de baas van het circus en de dompteur de meneer die met dieren werkt. Er zijn ook muzikanten in de tent om alle acts met muziek te begeleiden.

En ook de kinderen wilden weleens proberen of zij net als de circusartiesten, muziek konden maken, over een koord lopen, torens kunnen bouwen en andere trucjes doen om aan elkaar te laten zien. Alexander was onder de indruk van al het getoeter maar vond de mondharmonica wel erg mooi. Het lukte niet direct maar na een paar keer oefenen toverde hij toch alle tonen tevoorschijn. Met een brede glimlach liep hij daarop door de zaal met de harmonica aan de mond. Fien deed heel goed en lekker mee, ook al was zij vandaag voor de eerste keer. Tamboerijn, sambabal, triangel, xylofoon en toeters kwamen allemaal uit de doos tevoorschijn. En dan proberen om samen een mooi geheel te maken viel niet mee!

Het lopen op een ‘koord’ op de grond ging alle kinderen goed af. Sommigen deden dit op verschillende manieren, gewoon vooruit, zijwaarts of achteruit. Dat laatste is best lastig maar Louise merkte op dat je goed met je voeten moet voelen of je de tape voelt!
De kinderen stapelden een toren van blokken van groot naar klein en Stan ontdekte dat je de blokken ook heel goed in elkaar kunt verstoppen. Zo hadden we geen 10 blokken meer maar opeens nog maar twee. Gelukkig kan Stan ook een beetje toveren en kwamen alle blokken weer tevoorschijn. Jade verdween in de tunnel waarna ik ineens ook Stan, Louise en Alexander kwijtraakte. Allemaal verdwenen ze door de tunnel achter het hutje. Heel grappig om hen samen achter de tent de horen giechelen om ze daarna weer tevoorschijn te zien springen. Fien was nog wat huiverig om door de tunnel te kruipen. Ik kon haar ook niet verleiden om het te doen nadat ik er, met moeite en enthousiaste aanmoediging van de kinderen, zelf door heen kroop. Misschien een volgende keer.

Als laatste, en om ook weer even tot rust te komen, plakten de kinderen een eigen circustent van strookjes gekleurd papier. Mooi om te zien dat ze heel duidelijk hun eigen lievelingskleur hebben en de combinaties zorgvuldig uitkiezen.

namen zijn fictief.