Tag: pientere peuters

Kerst en een beetje winter Pientere Peuters

Kerst en een beetje winter Pientere Peuters

Vorige week hadden we het over de winter. Welke dieren krijgen een dikke warme vacht en kunnen de winter buiten doorbrengen? En welke dieren gaan naar de stal waar het droog en warm is zodat ze het niet te koud krijgen. Deze week was het kerst en een klein beetje winter. De wollen schaapjes, waar de kinderen vorige week zo heerlijk aan gewerkt hadden, waren nu af. Een paar steekjes om de kop op de romp te zetten en een gezichtje te maken. Nog twee knipjes aan de zijkanten van de kop en voilà daar waren de oren ook gelijk!

Tijdens de laatste bijeenkomst van dit jaar was het al een klein beetje kerst in de zaal. De schaapjes lagen op een tapijtje van wol en we maakten zelf onze eigen kerstboom. Verhalen lezen, kerstboom springen en het kasteel van Maria en Jozef werd in elkaar gezet. Vol aandacht luisterden de kinderen naar het verhaal van Eva en haar kerstboom.

Bij het springen op de kerstboom deden we dat natuurlijk niet op een echte boom maar op een boom die ik op de grond had geplakt. Keurend stonden Sara en Alexander te kijken hoe ik de ’takken’ aan de andere kant op de grond vast plakte en daarna de cijfers erin plakte. ‘Ze mogen best een beetje scheef hoor’, verzekerde Sara mij. Ondertussen liep Mila voorzichtig over de randjes van de boom heen. Daarna werd er volop gesprongen, 1 been proberend, 2 benen tegelijk, met een grote sprong en uiteindelijk kruipend. Wat Alexander nu zo leuk vond was dat de cijfers niet achtereen volgend waren maar door elkaar heen. ‘Nu moeten we echt heel hard zoeken hoor’, zei hij met een ernstig gezicht. Het lukte hem aardig maar het springen achter elkaar aan en daarna als haaien over de grond schuiven was ook even heerlijk om te kunnen doen.

Alexander had voor iedereen een traktatie mee. Hij vroeg mij of ik wel wist wat een traktatie was. ‘Dat je iets meeneemt’, verzekerde hij mij. ‘Dat je het geeft aan iemand’, vulde Sara aan. Mila stapte spontaan van haar stoel en deelde haar eigen koekjes met Alexander en Sara. ‘Ja, nu krijg ik ook een traktatie’, glunderde Alexander. Wat een prachtig woord eigenlijk Traktatie. Het heeft een verwachtingsvolle klank en laat je nieuwsgierig zijn naar datgene wat je zult ontvangen. Een mooie kerstgedachte zo tijdens deze laatste bijeenkomst van dit jaar.

Tot slot maakten we nog onze eigen nep kerstboom. Ja, dat moest echt wel even gezegd worden. ‘Dit is een dennenappel juf’, vertrouwde Alexander mij toe en ook Sara leek wat verward door mijn aanduiding van kerstboom voor datgene wat ze in haar hand hield. ‘Maar dit lijkt wel een kerstboom hoor’, probeerde Mila mij te helpen. Ik liet hen een voorbeeld zien waarbij de dennenappel versierd was met stukjes gekleurde bijenwas. ‘Gaan we nu beginnen juf?’ Eerst de stukjes was in de handen opwarmen, dan worden ze vanzelf zacht en kun je ze heel goed plakken. Zo leuk om te zien dat de kinderen zo verwonderd kunnen raken door hun eigen creaties. Helemaal toen de schaapjes tussen de kerstbomen gingen liggen en ze daar, tot de mama’s kwamen, heerlijk lagen te pronken!

Iedereen hele fijne Kerstdagen en een bijzonder prachtig en gezond 2018 gewenst.

Namen zijn fictief

Winterslaap of Winterklaas Pientere Peuters

winterslaap en winterklaas

Winterslaap of winterklaasEr heerst vandaag een dromerige en tegelijkertijd gespannen sfeer. Kan dat eigenlijk wel?, vroeg ik mij na afloop af. Ja, dromerig omdat we ons in de wereld van de winterslaap waanden en ietwat gespannen, over de aanwezigheid van Sinterklaas. De popjes van Sint en Piet en het paard Amerigo, door Sara zo goed benoemd, werden in de tent gehaald. We bekeken wat platen van dieren die een winterslaap houden en Alexander begon spontaan met zijn vingers over de platen te krabbelen toen we op 1 van de platen een grote hoop lieveheersbeestjes zagen liggen.

‘Winterslaap is dat je lekker gaat slapen in de winter!’, zei Alexander. ‘Hans en Grietje gingen ook slapen in het bos’, zei Mila opgetogen met het boek in haar handen. ‘En toen kwam de heks’, vertelde ze verder. Gelukkig krijgen de dieren die een winterslaap houden geen bezoek van de heks. Kunnen ze lekker rustig doorslapen. Sara haar gezicht stond ernstig en ze zei, ‘ik vind heksen stom, ze moeten weg’. De anderen beaamden dat waarop we nog even verder keken naar de afbeeldingen van vleermuizen, beren en egels en het boek van Hans&Grietje.

Alexander had de lappen al zien liggen en ging bijna meteen aan de slag om zijn eigen winterslaap holletje te bouwen. ‘Ik kan er net niet bij juf’, zegt hij rustig. ‘Wat kun je dan doen?’, vraag ik hem. ‘Wil je me helpen juf’, vraagt hij dan. Ja, dat is inderdaad een goed idee, iemand om hulp vragen. ‘Misschien wil 1 van de andere kinderen je wel helpen’, opper ik. Hij kijkt wat vertwijfeld maar Sara en Mila staan eigenlijk al met doeken en dekens in de aanslag om hem een handje te helpen. Ze proberen het van alle kanten, beginnen erbij te springen en gooien dan de doeken over de stoelen die er dan toch langzaam aan weer vanaf glijden. ‘Het lukt ons niet juf’, roept Alexander dan. ‘Ik denk dat onze armen tekort zijn’. Heerlijk dat hij zo’n conclusie trekt. Demonstratief gaat hij naast de stoel staan en laat zien dat zijn arm niet over de rugleuning de andere zijde kan aanraken. Daarop gaan Sara en Mila dat ook even meten. Gedrieën kijken ze me aan of ze willen zeggen, ‘nu heb je het zelf gezien, het lukt ons niet!’ Er ontstaan 3 holletjes maar de winterslaap wil nog niet echt komen. ‘Ik heb honger’, zegt Mila waarop ook Alexander en Sophia knikken.

Op tafel liggen een paar blaadjes waarop je kunt aangeven welke egel de eerste is, of de middelste of laatste. We oefenen wat en tellen daarbij ook weer waarna Sophia spontaan haar druiven begint te tellen. ‘Heb jij ook zoveel fruitjes mee juf?’, vraagt ze mij dan. ‘Nee, ik heb maar 1 appel’, zeg ik waarop zij spontaan begint te giechelen. ‘Ik heb er heel veel en jij hebt er heel weinig’, concludeert ze dan. Alexander bouwt met zijn banaan en bananenbak eerst een bergje en daarna een kruispunt!

We voelen na de pauze met onze handen in een zakje met kaartjes waarop beesten staan afgebeeld en waarbij een stukje stof of wol de huid of vacht van het dier moet voorstellen. Dus bijvoorbeeld een wollen vacht, of juist een gladde vissenhuid of een heerlijk zachte poezenvacht. Best lastig om alleen maar te voelen en te raden welk dier je vasthebt. De kinderen zijn gauw geneigd om hun ogen te gebruiken terwijl het echte voelen zo belangrijk is voor hun ontwikkeling. Het lukt ze toch om met veel aanmoediging goed te blijven voelen en de juiste dieren te benoemen. Mila vindt het element spel heel leuk en heeft nog zin om door te gaan terwijl Alexander en Sara het liefst weer in hun holletje willen verdwijnen. Gelukkig duurt dat maar een paar minuten en sluiten we af met het tekenen van een egeltje in zijn holletje van bladeren en zachte wollen draadjes. Er wordt flink getekend, geplakt en nog meer getekend om het helemaal af te maken voordat de mama’s hen weer komen halen.

Namen zijn fictief.

Sinterklaas en de draaimolen

Sinterklaas en de draaimolen

Zou Sinterklaas van de draaimolen houden, of zwarte Piet? Alexander had vorige week een verzoek. Of ik de draaimolen nog had en of hij er volgende keer dan mee mocht spelen? Sinterklaas en Piet keken er wel naar maar stapten niet op. Dat deden de kriebelbeestjes wel. Met z’n drieën tegelijk werden ze op het plateau gelegd. Het plateau met popjes kun je ronddraaien tot bovenin en wanneer je ‘m loslaat draaien ze heel hard in de rondte en dan weer terug, weer heen enz. Voor de kinderen blijft het een mooi tafereel en een fascinerende beweging om te blijven volgen. Sinterklaas lag er verlaten bij toen halverwege de ochtend de draaimolen voor de zoveelste keer  in beweging werd gezet.

Vandaag was het de laatste dag voor Louise, ze gaat naar de kleuterschool en daar heeft ze heel veel zin in. Haar ogen begonnen te glimmen toen ik haar ernaar vroeg. ‘En straks komt mama om jou ook gedag te zeggen’, vertelde ze me. We speelden samen Sint domino. Gooien met de dobbelsteen, een lekkere grote van rubber en dan goed tellen en de cijfers lezen. Sommigen weten het al helemaal en sommigen worden door de anderen geholpen. Zonder vragen, vragende gezichten o.i.d. helpen ze elkaar door het spel heen. Af en toe helpt juf met het goed leggen van de kaartjes want de kinderen rollen nog wel eens van hun poefje af zomaar over de kaartjes heen!

De kriebelbeestjes, die je goed naar achteren moet trekken waarna ze zelf door de zaal racen, waren een verzoek van Louise die deze keer ook mocht kiezen wat we zouden gaan maken. Ze koos voor bijenwas. Heerlijk materiaal voor de kleine handjes. Het kan best even stijf zijn maar wanneer je het in je houden houdt, het stevig tussen de handpalmen ronddraait krijg je vanzelf warme handen en wordt de was heerlijk zacht. Rollen, duwen, trekken en weer in elkaar duwen. Voordat hun eigen kriebelbeestjes, visje en bloempjes tevoorschijn kwamen werd er flink geëxperimenteerd met de bijenwas. Louise merkte op dat wanneer ze het uit elkaar trok de kleur bijna verdween. Mila vroeg of ik haar wilde helpen maar kon het eigenlijk best zelf heel goed. Alexander besloot na vele mogelijkheden dat hij een visje gemaakt had. De wangen kleurden weer rood en de kinderen kropen nogmaals achter elkaar door de tunnel. De afwisseling van bewegen, een spel of iets creatiefs aan tafel doen en dan weer bewegen gaat zo de hele ochtend door. 

Aan tafel tijdens de pauze komen er vaak leuke gesprekjes op gang. ‘Wanneer ben je jarig?’, vraag ik Alexander. ‘Op mijn verjaardag’, antwoordt hij. ‘En weet je, mijn banaan zit nog in de kast’, vertelt hij verder waarna hij de banaan uit de kast (doosje) haalt en deze begint uit te kleden. Hij heeft een hard stukje in zijn mond dat hij met zijn lippen van zijn tong probeert te halen maar dat lukt steeds maar niet. Ineens zitten we allemaal met een stukje fruit op onze tong en proberen dit zonder handen uit onze mond te krijgen. Mila spuugt heel voorzichtig een stukje wortel voor zich op tafel. ‘Ik heb niet mijn handen gebruikt’, roept ze triomfantelijk!

Wanneer de kinderen hun spullen weer in hun tas doen merkt Mila op dat zij wel hetzelfde bakje als Louise heeft maar dat ze een ander plaatje op de deksel heeft. Ze loopt ineens naar het tentje met de lichtjes en kijkt de laatste lichtjes na. Ik vraag me af wat ze doet en dan gaat mij een lichtje op. In 1 van de lichtjes zit een knikker en die zouden we er de volgende keer uit halen. Die volgende keer was vandaag! En voordat we echt van tafel gaan wordt er nog even gerijmd.

“Sinterklaas heeft een paard met een staart en die lust heel graag appeltaart. Dan kijkt Sint op de kaart en trekt zachtjes aan zijn baard.”

namen zijn fictief.

Feestmaand en Sinterklaas in aantocht Pientere Peuters

sinterklaas in aantocht

We genoten nog even na van Sint Maarten met een paar liedjes en zongen toen moeiteloos door met de eerste Sinterklaasliedjes. Sommige kinderen wisten er 1 en een enkeling moest nog even flink nadenken maar ze kenden allemaal nog Sinterklaas kapoentje! Daarna zongen we ook nog. Zie ginds komt de stoomboot… waarbij Alexander geconcentreerd zat te luisteren en zijn grote zus met ons meezong. Zijn kleine zusje was er ook en zij had voor zichzelf een fijn zitpoefje geregeld. Ook Mila was er vandaag weer bij. Sinterklaas werd vandaag verder nog een beetje vergeten en lag stilletjes naast zijn paard op het seizoentafeltje.

De kinderen wilden heel graag nog een keer lezen over de spin die het veel te druk had met het weven van haar web. Er werd spontaan mee gesproken bij de laatste zinnen omdat deze iedere pagina weer terugkomen. Daarna begonnen we met het weven van ons eigen web. We spanden met een mooie roze draad een heel groot web door de zaal en probeerden daarna de draad helemaal te volgen. Dat was best een heel karwei. Onder stoelen door, langs de krukken, tussen de tafelpoten door en goed kijken bij de kruisingen welke richting het draadje opgaat. Soms was het ook lastig om te zien waar het draadje nu naar toe ging en werd er samen overlegt. Louise en Alexander volgden meerder keren het hele ‘parcours’ van het web terwijl Mila en Sara af en toe af stapten om toe te kijken.

In de pauze vertelde Louise met een uitgestreken gezicht dat ze een blote banaan had. Juf was niet helemaal wakker en vroeg zich 1 seconde af wat ze toch bedoelde waarna Louise met een brede grijns haar ontvelde banaan toonde. ‘Dan heb ik zeker nog een aangeklede banaan?’, vroeg ik. ‘Maar dat duurt niet lang meer juf als je ‘m zo gaat opeten’, gaf Alexander aan. Ineens waren er nog meer stukken fruit wel of niet aangekleed waarna er ook weer moeiteloos werd overgegaan op rijmen. Ook dit gaat iedere pauze bijna als vanzelf. Er wordt hard geoefend door Mila en Sara die nog wat stoeien met de woorden terwijl Louise en Alexander er lustig op los rijmelarijen.

Alexander had vorige week gevraagd wanneer we weer eens zouden schilderen. ‘Ik houd zo van de kleuren juf’, vertelde hij me. ‘Van alle kleuren he, maar van rood toch het meest’, vertrouwde hij me toe. Eerst met wasco een reuze eiekenblad over ‘krassen’ zodat de nerven zichtbaar worden gekleurd, daarna lekker met water het papier helemaal nat maken. ‘O, maar dat is lekker, met water spetten’, riep Sara verrukt uit toen ze ontdekte dat je de spons helemaal kon uitknijpen. Juf kwam gauw aansnellen met een handdoek om niet helemaal een waterballet op de grond te krijgen. Daarna dan alle kleuren op het papier schilderen. Een orkest van uitroepen ontlokten de verschillende kleuren die tevoorschijn werden getoverd. Een licht oerwoud, donker oerwoud, hete zon, vrolijk gezicht etc. ze kwamen op allerlei ideeen wat de schildering voor zou kunnen stellen. En omdat de wasco bladeren nauwelijks meer zichtbaar waren besloten we om de bladeren op het papier te plakken. Wel een weekje geduld hebben om het kunstwerk mee naar huis te kunnen nemen!

Namen zijn fictief.

Sint Maarten Pientere Peuters

Sint Maarten Pientere Peuters

Sint Maarten

Ik zie Louise, nadat ik een verhaal over Sint Maarten heb verteld, met de popjes op het seizoentafeltje spelen en het verhaal naspelen. Het paard rijdt voorbij de bedelaar, Sint Maarten stapt af en neemt zijn, van sateprikkers gemaakte, zwaard uit zijn riem en snijdt zijn mantel doormidden. De kinderen hadden ademloos naar het verhaal geluisterd en lijken na afloop weer verder te gaan tot de orde van de dag. Maar nu kon ik het ook echt zien dat dat dus niet het geval is. Ze stak het piepkleine zwaardje weer terug in de riem van Sint Maarten en hij galoppeerde weer op zijn paard door de poort verder.

De kinderen bouwden een kasteel, verbouwden het en herbouwden het daarna nog een aantal keer. Deze ridder mocht er wel in, ook de bedelaar mocht naar binnen maar de prinses mocht wel even buiten wachten vond Sara. We oefenden een aantal Sint Maarten liedjes en de kinderen wilden heel graag weer een parcourtje lopen. Of liever gezegd klimmen. Alexander ‘verveelde’ zich en begon te springen waardoor hij mij op een idee bracht. Ik plakte met tape een grote paddenstoel op de vloer. ‘Wel met stippen’, zei Sara. De stippen werden ook geplakt waarna Alexander prompt al vanzelf van de ene stip naar de andere sprong. Daarbij telde hij hoeveel sprongen hij al gemaakt had. Of ik ook de nummers kon plakken vroeg hij mij. Ik plakte er lustig op los, het ene cijfer iets duidelijker dan de ander maar de kinderen konden de meeste lezen. Na de 11 was het even goed kijken en puzzelen. ‘1 en de 2 = 12 samen’, opperde Louise waarna de 13-14 en 15 ook vrij makkelijk te ‘lezen’ waren. Met z’n allen sprongen ze als kikkers achter elkaar aan over de stippen. Soms even inhalen en dan van de ander te horen krijgen dat dat toch echt niet mag. Bij 1 sprong je in de paddenstoel en bij 15 sprong je uit de paddenstoel. Sara stond het eerst vanaf de zijlijn te bekijken maar kon toch niet achterblijven en ook zij sprong als een kikker op alle stippen.

‘Nu heb ik wel hele honger gekregen’, zei Alexander waarop de anderen instemmend knikten. Tijdens de pauze zitten we aan tafel waar we later ook altijd de creatieve dingen doen. Er stonden nu al lege jampotjes op tafel en gekleurde papiertjes en lijm. Er lagen ook waxinelichtjes en de kinderen begrepen al snel dat we een windlichtje zouden maken. Ze vertelden over Sint Maarten lopen, dat je dan een lampion hebt met een lichtje erin en dat je langs de deuren gaat zingen en een snoepje krijgt. Het leek Alexander niet zo’n goed idee als hij met mijn lichtje, hij wees op het waxinelichtje, buiten zou lopen. ‘Die wordt meteen uitgeblazen door de wind’, vertelde hij.

Grappig en mooi tegelijk om te zien hoe de kinderen omgaan met het maken van een lichtje. Louise haar wangen kleuren zienderogen rood terwijl zij heel geconcentreerd haar plakkertjes op het potje plakt. Sara vergeet soms haar potje eerst in te lijmen en vraagt zich dan verbaasd af hoe het kan dat de papiertjes niet blijven plakken. Haar grote bruine ogen kijken mij dan wat verbaasd en verwijtend aan. Maar gelukkig helpen Louise en ook Alexander haar dan door te vragen of ze wel lijm heeft geplakt. ‘Oja, vergeten’. Alexander plakt wel overwogen zijn met zorg uitgekozen papiertjes op en zegt, wanneer hij klaar is, ‘zo, dat heb ik weer mooi gedaan!’ De kinderen lijmen nog even door en dan is het alweer tijd. Maar eerst moeten de windlichtjes nog getest worden in het tentje. Wel met neplichtjes nog, allemaal in het tentje, lichtjes erbij en een vreugdevol gejoel komt er uit de tent. Het is blijkbaar zeer goed gelukt!

Namen zijn fictief.

 

Kriebelbeestjes in de herfst Pientere Peuters

kriebelbeestjes pientere peuters

Mier verzamelt alles maar geen kriebelbeestjes… Kriebelbeestjes zijn beestjes die over je tenen kriebelen. Ze kruipen, sluipen en kunnen zich in hele kleine holletjes verstoppen. ‘Ja, tussen de blaadjes of bij de bomen’, vertelt Alexander opgetogen. Mier zijn mooiste verzameling bestaat uit zijn vrienden. ‘Ik heb wel een vriend’, vertelt Sara, ‘maar ik ga niet met hem trouwen’. Zo, dat kon maar vast gezegd zijn. Wanneer we vervolgens zachtjes met onze vingers kriebelbeestjes nabootsen en over onze armen, handen, buik, benen en voeten kriebelen beginnen de kinderen spontaan te giechelen.

Ik had verschillende torren meegenomen die, wanneer je ze over de grond naar achteren trekt, uit zichzelf naar voren bewegen. Sommige torren doen wel heel gek. Louise kijkt eerst vol verbazing naar haar tor, dan naar mij en zegt tegen Alexander, ‘kijk nou wat de mijne doet?’ Ze begint te schaterlachen wat heel aanstekelijk werkt en al gauw liggen ze met z’n drieën, naast alle torren te rollebollen op de grond. We tellen alle torren en er wordt ook voorzichtig opgeteld door Alexander. 2 Torren en nog 2 torren, hij legt die van Sara erbij en zegt, ‘dat zijn 4 torren’. Dan legt Louise haar 2 torren erbij en begint Sophia verder te tellen. ‘O, nu zijn het er 6!’, roept ze uit. Daarna is het tijd voor klimmen en klauteren. Als echte kriebeldieren, kruipen, springen, lopen en klimmen de kinderen door, over en onder de verschillende obstakels heen. Ze helpen elkaar, dringen soms ook een klein beetje voor en laten aan elkaar zien hoe je over de kruk kan klimmen of hoe je in de hoepels kunt springen.

Alexander zijn nieuwe broodtrommel was met de post gekomen. ‘Hij past precies in mijn tas’, zegt hij terwijl hij aan ons demonstreert hoe hij de broodtrommel uit zijn tas haalt. Hij eet eerst zijn trommel leeg en wanneer hij aan zijn fruit wil beginnen maar het stukje uit zijn handen valt zegt hij, ‘nou, dat fruit wil niet opgegeten worden!’ Louise en Sara schateren het uit waarna Louise een stukje appel tussen haar tanden zet en ons daarmee ‘lachend’ toekijkt. Ook Sara zet 2 blauwe bessen tussen haar lippen en het lijkt alsof ze zwarte tanden heeft. Wat een creativiteit en pret aan tafel met het fruit. Alles werd uiteindelijk keurig opgegeten.

Wanneer we even later weer aan tafel zitten om met wol te ‘soppen’, vraag ik de kinderen waar al die kriebelbeestjes zoals de torren, bijen, wormen en duizendpoten eigenlijk in de winter blijven? Er wordt even rustig nagedacht. ‘Ik denk dat ze gewoon verdwijnen’, oppert Sara waarbij ze vragend naar Alexander en Louise kijkt. ‘Ja, of ze gaan op reis’, vult Louise aan. Alexander weet het, ‘ze gaan onder de grond, ja, net als de wormen’. Wanneer ik hen vertel dat er ook insecten zijn die poep eten wordt het hilariteit alom. Neuzen worden opgetrokken en tongen worden uitgestoken, ‘bah wat een vieze beestjes’, roept Sara.

Met de wol, een beetje warm water en zeep gaan we zelf een kriebelbeest maken. ‘Dat is best hard werken’, verzucht Alexander als ik hem vertel de wol steeds iets harder aan te drukken. Alle drie blijven ze steeds net weer even doorwerken op het moment dat ik denk dat ze wel klaar zijn en dan ineens is het alweer bijna tijd en moeten ze wel stoppen. Ze kiezen een gekleurde pijpenrager voor het lijf en dan ineens is daar een vlinder tevoorschijn gekomen. Apetrots laten ze aan mama zien wat ze hebben gemaakt.

namen zijn fictief

Herfst en het licht Pientere Peuters

Herfst van het licht

Herfst en het licht.

Herfst en het licht, prompt begon Alexander over de maan. ‘Ja, soms is ie weg en soms rond’, Louise kijkt hem aan en er ontstaat een klein gesprekje over wat om wat draait en dat het nu gauw donker wordt in de avond. ‘Als ik wakker word is het ook nog donker’, voegt Sara toe.

Het licht werd daarop ook even getest. En we hebben 2 verschillende lichten in de zaal. Hoe licht wordt het of hoe donker? Ze werden beide meermalen getest maar echt donker werd het niet. De verbanden worden snel gelegd. ‘Buiten is het nog licht en er zijn ramen’, Alexander kijkt me aan met een blik, dat is toch logisch! En ja, hij heeft gelijk, zelfs met de lamellen dicht wordt het niet echt donker binnen. En hoe langer we bezig zijn om het donker te krijgen hoe inventiever de kinderen worden. We belanden met zijn allen onder een dekentje wat niet veel meer donkerte oplevert maar wel iets anders. ‘Het is wel warm’, merkt Louise terecht op. En ook daar praten we even over. Alexander is echter nog steeds op zoek naar donker. ‘De wc, daar is het donker’, hij kijkt me triomfantelijk aan. Ja, dat hebben we weleens eerder gedaan. Dan moet er natuurlijk eerst geplast worden en dan kunnen we eindelijk zien hoe het nou zit met de zon, maan en aarde waar wij op leven. Louise hield het zaklampje heel goed vast. Deze stelde de zon voor en toen gebeurde er iets magisch. Ze konden heel goed aangeven wanneer de zon wel of niet op de maan scheen. Verheugd riepen ze, “ja nu kun je het goed zien”. Een klein beetje en nu een heleboel licht!

We speelden het spel boomgaard waarin we ons best deden om alle vruchten in de mand te verzamelen voordat de raaf alles voor onze neus zou opeten! Gelukkig hadden we heel goede gooitechnieken en haalden we al het fruit binnen. Samen spelen, beurt nemen, beurt wachten, elkaar helpen, kleuren herkennen, tellen kortom op een gezellige en ontspannen manier leren samenwerken.

We keken naar onze schaduw en zagen de schaduw van blaadjes kastanjes en andere noten die uitgespreid op een doek lagen. We ontdekten de verschillende noten en vruchten van de herfst en kraakten er een paar. Louise wilde ook de kastanje kraken maar ontdekte zelf dat de schil taai was i.p.v. hard. Dat ging dus maar moeizaam maar toch kregen we het voor elkaar om de schil eraf te krijgen. Mila was net een eekhoorntje, zij verzamelde alle nootjes netjes bij elkaar en Sara legde de kastanjes om de beurt in een rechte lijn en dan weer in een cirkel. Alexander hielp haar met tellen nadat hij de ‘bloem’ van het lampionplantje voorzichtig had geopend en binnenste buiten had gedraaid. Wat een verwondering en ontdekkingen op zo’n ochtend!

Herfst van het licht

Biedt ruimte, stel een vraag en de kinderen gaan als vanzelf verder met materiaal, vragen en ontdekkingen. De slak kwam als insect, of nee kruipbeestje en eten voor vogels voorbij. Die hebben we dan ook naar eigen fantasie gemaakt met een kastanje als huis. En er verschenen nog meer slakken met andere prachtige huisjes op de rug. Het blijft voor mij een feestje om de kinderen dan zo heerlijk bezig te zien en verwonderd te raken over hun eigen creatie. Soms komt er ook een fantastische zelfverzekerdheid bij kijken ‘Kijk juf, dat heb ik echt goed gedaan hè’, zegt Sara bij haar tweede creatie en ook Mila was bijzonder in haar nopjes met haar slak, ‘daar zal mama echt heel blij mee zijn’!

Namen zijn fictief 

Vruchten van de bomen Herfst Pientere Peuters

vruchten aan de bomen pientere peuters

Een heel doosje vol met vruchten, bladeren, eikels, kastanjes, hazelnoten, amandelen en walnoten had ik mee willen nemen maar vlak voordat de kinderen kwamen ontdekte ik dat het doosje nog thuis lag, op tafel. Het is zo lief en grappig hoe de kinderen dan reageren wanneer ik hen vertel dat ik dat ben vergeten. Terwijl ik mezelf een sufferd noem kijkt Sara mij met grote ogen aan en haar hoofd zakt iets tussen haar schouders. ‘Het geeft niet, kijk ik heb hier een kastanje voor je’. Ook Mila komt met een kastanje aan en vertelt dat ze heel goed bladeren had gezoekt. ‘Zal ik die meenemen?’, vraagt ze me. De kinderen varen makkelijk mee met wat zich aandient terwijl ik in mezelf nog bedenk hoe ik dat nu had kunnen vergeten. ‘Tada’, zegt Alexander en komt met het grote vel, volgeplakt met blaadjes, van vorige week aanlopen. ‘Kijk juf, nu hebben we genoeg blaadjes, wat gaan we ermee doen?’

‘Ik zie daar lichtblauw en daar is donkergeel’, Louise wijst naar de bomen in het boek die allemaal getooid zijn in herfstkleuren. ‘En daar zitten allemaal bubbeltjes op het spinnenweb’, Alexander wijst naar een groot spinnenweb met dauw aan de draden. ‘Ik vind de spin wel lief’, zegt Mila terwijl ze met haar vinger over het spinnetjes aait. Welke vruchten er allemaal in de boom hangen weten de kinderen ook heel goed, peren, appels, pruimen en bessen. Ik lees een klein verhaal over een eekhoorn en de kinderen roetsjen na afloop spontaan door de zaal. Ineens is de zaal gevuld met allerlei verschillende dieren en of juf wil raden wat ze zijn! Sara ziet een rode paddenstoel met witte stippen en het lied komt als vanzelf uit haar mond. We proberen samen de stippen op de paddenstoel te tellen maar het zijn er wel heel veel en na de 10 raakt ze de draad kwijt. De anderen horen het lied en willen nog een keer het lied zingen en dan met de benen in de lucht. ‘Ook mijn tenen in lucht’, roept Mila waarna Sara spontaan haar tenen gaat tellen. Louise heeft er 9 zegt ze maar telt dan nog een keer, gelukkig het zijn er 10.

Ik had twee boompjes geknipt en daarop gekleurde stippen geplakt. Op knijpers gekleurde blaadjes geplakt en aan de kinderen nu om de kleuren bij elkaar te zoeken en de blaadjes weer op de juiste plek in de boom te ‘hangen’. Samen, was de opdracht. Eerst tweetallen gemaakt. Met hoeveel ben je dan?’, vraag ik de kinderen. Louise kijkt me aan alsof ik niet lekker ben. Wij tweeën toch en ze wijst naar Alexander en haarzelf. Ook Sara en Mila gaan aan een tafeltjes zitten en er wordt in het begin goed geteld. Hoeveel stippen op de boom, hoeveel knijpers met blaadjes en dan ontdekt Louise dat er meer knijpers met blaadjes zijn dan stippen op de boom! Sara onderzoekt de knijper en heeft pardoes twee delen in haar hand en ‘plakt’ hij niet meer aan de boom. Onderzoekend draait ze de stukjes om en ziet dat aan het ene deel nog een ijzertje hangt. We kijken samen naar hoe we de knijper weer in elkaar moeten zetten. Gelukkig, het lukt ons.

Vandaag werd er veel geteld door de kinderen en zelfs al een beetje bij elkaar op geteld. Vijf tenen en vijf tenen zijn samen? tenen. Ze verstopten zich achter, onder naast en op juf en toverden we blaadjes tevoorschijn met het wasco krijten. Opgetogen ontdekten de kinderen de vormen van de blaadjes terug op hun eigen tekening. ‘Ik weet al heel goed hoe ik moet krassen vertelt Alexander trots en met dezelfde trots laat hij dit aan mama zien’. 

En er was onderling soms ook wat wrijving en zo mooi om te horen dat ze elkaar dan, ondanks het verdriet, corrigeren en vertellen dat ze het niet leuk vinden. Wat leren ze dan toch een hoop van elkaar. En wisten jullie trouwens dat een klokhuis eigenlijk gewoon een appelhuis is?

namen zijn fictief

Herfst op de drempel Pientere Peuters

herfst op de drempel

Herfst, herfst is weer gekomen… daar komt de wind…

‘Maar nu is het zonnetje gekomen’. Mila kijkt naar buiten terwijl ze ook probeert de kastanjes op te rapen. ‘Er zijn wel duizend blaadjes op de grond gevallen’, zegt Alexander terwijl ik de zak met blaadjes tevoorschijn tover. We sorteren eerst gelijk gevormde bladeren. Dat gaat best goed. Er zijn veel eikenbladeren en die worden allemaal bij elkaar gelegd. Daarna kijken we naar de kleuren. Geel, groen, bruin, rood, oranje en als we beter kijken zien we roze en bijna paars op sommige blaadjes. ‘Als je goed kijkt zie je veel meer’, waarbij Louise een weids gebaar maakt met haar armen. Daarna schuift ze weer op haar billen achteruit door de zaal. De wind blaast alle blaadjes van de bomen. Als de wind hard waait kun jij ook zomaar naar achter geblazen worden. Louise demonstreert samen met Alexander hoe dat gaat. Dan kun je ook zomaar van je kussen geblazen worden. Grappig om te zien dat de kinderen datgene wat besproken wordt ook meteen gaan uitbeelden en zich er mee verbinden. Sara kijkt me met een lach aan en schuift dan voorzichtig naar achter van haar kussentje af op haar rug en gooit haar benen in de lucht. Haar triomfantelijke gezicht spreekt boekdelen. Het lijkt te zeggen, ‘zo dus’.

Samen plakken we de verschillende bladeren op een groot stuk papier. Mila en Sara helpen me met pittenzakken om de rol in bedwang te houden. Ze begrijpen beiden wat de bedoeling is van de pittenzakjes met het rollende papier. En hoewel de plakstift op zich al een bijzonder mechanisme in zich heeft met een draaiende onderkant waarna er dan aan de bovenkant iets omhoog komt en de kinderen daar veel onderzoek naar doen worden de blaadjes ook netjes opgeplakt. We blazen door een rietje veertjes vooruit, achteruit en bij Louise belanden ze steevast in haar haar. We voelen aan onze buik dat die bol wordt als je diep ademhaalt en dat je dan heel hard kunt blazen. ‘De wind kan ook hard en zacht blazen’ zegt Sara.

Terwijl Sara, Mila en Alexander de knikkerbaan opstellen en de knikkers verdelen heeft Louise het schatkistje gevonden. Vorige week had ik haar beloofd er iets in te doen. Vol verwachting opende ze het deksel en de kastanjes kwamen haar tegemoet rollen maar er zaten ook voor haar onbekende dingen in zoals de vrucht van de amandelboom. Even peuteren en ja hij ging open net als bij een kastanjebolster. Daar zat een hele harde pit in. De andere kinderen kwamen nieuwsgierig kijken wat we deden en wilden ook zo’n pit zien. Volgende week gaan we hem proberen te kraken.

Twijfelden we vorige week nog, nu is het zeker dat de appels aan de boom hangen en niet in de boom. Knuffelslang Ka at van de eikels en kastanjes. Dacht ik een molentje te knutselen met de kinderen maar waren zij met z’n allen in de ban van prikken en knippen. Was Alexander zeer opgetogen over zijn knipwerk. Alle randen van het velletje had hij netjes ingeknipt zodat het nu op een kleedje met franjes leek. Louise helemaal verdiept was in haar werk dat ze bijna niets meer hoort en wilden Sara en Mila ook graag oefenen met knippen. Het lukte al aardig en zo liepen de dingen toch weer een beetje anders dan ik had gepland. Maar juist deze spontane inbreng van de kinderen en hun behoefte om datgene te doen wat de ander doet laat zo mooi zien dat zij nog grotendeels door behoeften en impulsen worden gedreven maar daar zo af en toe ook al best eens weerstand aan kunnen bieden.

Zo voelt de één ook ineens de behoefte van de ander om naar mama toe te willen. En wil het plots ook graag weer naar mama toe. Gelukkig voor hen stonden die al weer voor de deur.

Vakantie & zomer Pientere Peuters

vakantie en zomer

Wat fijn om de kinderen na zo’n lange periode van vakantie & zomer weer te zien en nieuwe kinderen te mogen begroeten. Alexander was zichtbaar gegroeid en Louise liet me vol trots een prachtige steen zien die ze tijdens de vakantie had gevonden. Het had de vorm van een hart en we vroegen ons af of het nu een stenen hart of een hart van steen of misschien wel allebei kon zijn. Sara en Mila waren beiden al eens eerder geweest om te oefenen en vandaag kwamen ze voor het echie.

Gelukkig had iedereen een fijne vakantie gehad en na het zingen met de mama’s en oma en nadat ze allemaal een dikke knuffel en kus gekregen hadden zaten we gezellig met z’n allen in de tipi. ‘Ik zie wel dat het een nieuwe is en je hebt er nog een. Heb je die zelf gemaakt?’, vraagt Louise. Ik moet lachen om de blik in haar ogen. Is dat nu een mengeling van een zowel bewonderend als kritisch of juist opmerkzaam oog? Ze kijkt naar de rafels die nog aan de zijkant hangen en trekt voorzichtig aan de uitdagende draadjes die uitsteken. ‘Hij is inderdaad nog niet helemaal af’, bevestig ik. ‘Ik vind ze wel heel leuk’, zegt ze en loopt naar de kleine tipi waar Mila ook al in is gekropen. Samen proberen ze het flapje dicht te knopen maar dat blijkt toch best een beetje lastig.

‘Wie heeft er in een tent geslapen deze vakantie?’, vraag ik de kinderen. Een aantal beginnen te knikken en Mila vertelt dat ze in de trein met vakantie was. We zongen in het begin samen al over de trein en spontaan werd het liedje nogmaals gezongen.

Gebogen over boeken die gaan over het weer, de seizoenen en de zomer spraken we samen over hoe je kunt zien, horen of misschien wel voelen dat het zomer is. Wat doe je dan, hoe ben je gekleed en wat gebeurt er als je te lang in de zon blijft spelen? De kinderen hadden prachtige antwoorden. ‘Lekker in het zwembad of de zee als je het heet hebt’, vertelde Louise. ‘Onder de bomen zitten’, zei Sara met vragende ogen. De kinderen knikten, ja dat is heel fijn. ‘Bij mij regende het op vakantie’, deelde Alexander mee. ‘Dan hoef jij geen zonnesmeer’, opperde Louise.

‘Het is ook al een beetje herfst hè!’, merkt Alexander dan op met een blik naar buiten werpend. Ja, het is inderdaad onstuimig en nat weer deze ochtend. En ik had nog wel een stille hoop een beetje te kunnen genieten van een heerlijke nazomer maar moeder aarde heeft daar een ander idee bij.

En hoe weevakantie & zomert je dan dat het herfst is? Alexander vertelt dat de blaadjes dan van de boom vallen. ‘Dan waait het hard’, zegt Louise en Sara vertelde over eikels en kastanjes. Je kunt inderdaad al van alles op de grond vinden. En hangen de peren nu in de boom of aan de boom? Alexander en Sara vroegen zich dat beiden af. We gingen het later uitproberen met de schelpen in het zand. De voorzetsels werden spelenderwijs geoefend door de schelpen op, onder, in naast en boven elkaar te plaatsen. Maar ook de tastzin, het gevoel van de kinderen wordt op deze manier geprikkeld en gevoed, zacht, hard, korrelig, ribbelig en scherp en daarmee ook hun zicht want je herkent de verschillen en weet dan wanneer je iets voorzichtig moet oppakken om je niet te bezeren. Na de pauze mochten de kinderen hun eigen kleine strandje maken waarbij ze verschillende schelpen in een stukje klei, dat ze eerst stevig mochten bewerken met de handen, konden drukken.vakantie & zomer

Een aantal kinderen hadden hun knuffel mee die als troost kan dienen als ze moe worden of wanneer ze mama missen. Vandaag waren ze niet echt nodig, het grootste deel van de tijd lagen ze geduldig in de tipi te wachten totdat de kinderen ze mee naar huis namen.

Een fijne start van een nieuw seizoen Pientere Peuters.

Namen zijn fictief