Stilzitten, ik kan het best goed en soms ook aardig lang achter mijn computer maar aan het eind van zo’n dag voel ik me vaak uitgewrongen. En toch doe ik het nog steeds te vaak. Totdat… ik ergens op het strand, in het bos of in het park m’n oog op iets laat vallen waar ik iets mee zou kunnen. Eikels aan de boom, blaadjes, takken, stenen, schelpen het maakt eigenlijk niet uit wat. Ik verzamel, kijk, schuif, kijk weer en verzamel nog meer. En dan verdwijnt ongeveer alles om me heen, hoor ik geen jammerende kinderen meer of een man die roept dat we gaan eten.
Zondagmiddag bij het Wed was zo’n moment waarop ik ineens allerlei mogelijkheden voor me op het zand zag liggen. Geen geluier met een boek in mijn hand maar werken. Nadat ik de eerste cirkels gevormd had kwamen er al spoedig nieuwsgierige kinderen kijken wat ik aan het doen was. Het mooie is dat het vaak aanstekelijk werkt, ook de kinderen gingen aan de slag. Zo af en toe bleven er mensen staan kijken en sommigen gaven me complimenten. Ik kreeg zelfs een tip van een man om, zodra het werk af was, er zelf met m’n handen overheen te gaan om de cirkels weer 1 te laten worden met het zand. ‘Zoals de boeddhisten doen’, zei hij. Ik kon er nog geen afscheid van nemen en terwijl ik naast mijn kunstwerkje hier nog over mijmerde kwam er een jongetje aangestormd die doelbewust op de cirkels afging en, als ik er niet voor gesprongen was, zo zijn voetstappen zou hebben achtergelaten tussen de ringen.
Ik was te verbouwereerd om boos te zijn en raadde hem rustig aan om er maar gewoon langs te lopen. Ik keek hem na terwijl hij zijn ouders opzocht. Ik vroeg mij af, waarom wilde dat manneke er nu gelijk overheen walsen? Ik bleef nog even besluitloos staan en liep toen terug naar onze plek. Ik heb er doelbewust niet meer naar gekeken in de wetenschap dat het ook de bedoeling is dat het weer verdwijnt. Het proces, niet het doel, het moment en niet het later, het nu dat is waar ik in gezeten had. Het NU, een soort vacuüm waarin alles even in balans is maar dat jammer genoeg ook zo maar weer als zand door je vingers kan glijden.