Herfst, herfst is weer gekomen… daar komt de wind…
‘Maar nu is het zonnetje gekomen’. Mila kijkt naar buiten terwijl ze ook probeert de kastanjes op te rapen. ‘Er zijn wel duizend blaadjes op de grond gevallen’, zegt Alexander terwijl ik de zak met blaadjes tevoorschijn tover. We sorteren eerst gelijk gevormde bladeren. Dat gaat best goed. Er zijn veel eikenbladeren en die worden allemaal bij elkaar gelegd. Daarna kijken we naar de kleuren. Geel, groen, bruin, rood, oranje en als we beter kijken zien we roze en bijna paars op sommige blaadjes. ‘Als je goed kijkt zie je veel meer’, waarbij Louise een weids gebaar maakt met haar armen. Daarna schuift ze weer op haar billen achteruit door de zaal. De wind blaast alle blaadjes van de bomen. Als de wind hard waait kun jij ook zomaar naar achter geblazen worden. Louise demonstreert samen met Alexander hoe dat gaat. Dan kun je ook zomaar van je kussen geblazen worden. Grappig om te zien dat de kinderen datgene wat besproken wordt ook meteen gaan uitbeelden en zich er mee verbinden. Sara kijkt me met een lach aan en schuift dan voorzichtig naar achter van haar kussentje af op haar rug en gooit haar benen in de lucht. Haar triomfantelijke gezicht spreekt boekdelen. Het lijkt te zeggen, ‘zo dus’.
Samen plakken we de verschillende bladeren op een groot stuk papier. Mila en Sara helpen me met pittenzakken om de rol in bedwang te houden. Ze begrijpen beiden wat de bedoeling is van de pittenzakjes met het rollende papier. En hoewel de plakstift op zich al een bijzonder mechanisme in zich heeft met een draaiende onderkant waarna er dan aan de bovenkant iets omhoog komt en de kinderen daar veel onderzoek naar doen worden de blaadjes ook netjes opgeplakt. We blazen door een rietje veertjes vooruit, achteruit en bij Louise belanden ze steevast in haar haar. We voelen aan onze buik dat die bol wordt als je diep ademhaalt en dat je dan heel hard kunt blazen. ‘De wind kan ook hard en zacht blazen’ zegt Sara.
Terwijl Sara, Mila en Alexander de knikkerbaan opstellen en de knikkers verdelen heeft Louise het schatkistje gevonden. Vorige week had ik haar beloofd er iets in te doen. Vol verwachting opende ze het deksel en de kastanjes kwamen haar tegemoet rollen maar er zaten ook voor haar onbekende dingen in zoals de vrucht van de amandelboom. Even peuteren en ja hij ging open net als bij een kastanjebolster. Daar zat een hele harde pit in. De andere kinderen kwamen nieuwsgierig kijken wat we deden en wilden ook zo’n pit zien. Volgende week gaan we hem proberen te kraken.
Twijfelden we vorige week nog, nu is het zeker dat de appels aan de boom hangen en niet in de boom. Knuffelslang Ka at van de eikels en kastanjes. Dacht ik een molentje te knutselen met de kinderen maar waren zij met z’n allen in de ban van prikken en knippen. Was Alexander zeer opgetogen over zijn knipwerk. Alle randen van het velletje had hij netjes ingeknipt zodat het nu op een kleedje met franjes leek. Louise helemaal verdiept was in haar werk dat ze bijna niets meer hoort en wilden Sara en Mila ook graag oefenen met knippen. Het lukte al aardig en zo liepen de dingen toch weer een beetje anders dan ik had gepland. Maar juist deze spontane inbreng van de kinderen en hun behoefte om datgene te doen wat de ander doet laat zo mooi zien dat zij nog grotendeels door behoeften en impulsen worden gedreven maar daar zo af en toe ook al best eens weerstand aan kunnen bieden.
Zo voelt de één ook ineens de behoefte van de ander om naar mama toe te willen. En wil het plots ook graag weer naar mama toe. Gelukkig voor hen stonden die al weer voor de deur.