Vruchten van de bomen Herfst Pientere Peuters

vruchten aan de bomen pientere peuters

Een heel doosje vol met vruchten, bladeren, eikels, kastanjes, hazelnoten, amandelen en walnoten had ik mee willen nemen maar vlak voordat de kinderen kwamen ontdekte ik dat het doosje nog thuis lag, op tafel. Het is zo lief en grappig hoe de kinderen dan reageren wanneer ik hen vertel dat ik dat ben vergeten. Terwijl ik mezelf een sufferd noem kijkt Sara mij met grote ogen aan en haar hoofd zakt iets tussen haar schouders. ‘Het geeft niet, kijk ik heb hier een kastanje voor je’. Ook Mila komt met een kastanje aan en vertelt dat ze heel goed bladeren had gezoekt. ‘Zal ik die meenemen?’, vraagt ze me. De kinderen varen makkelijk mee met wat zich aandient terwijl ik in mezelf nog bedenk hoe ik dat nu had kunnen vergeten. ‘Tada’, zegt Alexander en komt met het grote vel, volgeplakt met blaadjes, van vorige week aanlopen. ‘Kijk juf, nu hebben we genoeg blaadjes, wat gaan we ermee doen?’

‘Ik zie daar lichtblauw en daar is donkergeel’, Louise wijst naar de bomen in het boek die allemaal getooid zijn in herfstkleuren. ‘En daar zitten allemaal bubbeltjes op het spinnenweb’, Alexander wijst naar een groot spinnenweb met dauw aan de draden. ‘Ik vind de spin wel lief’, zegt Mila terwijl ze met haar vinger over het spinnetjes aait. Welke vruchten er allemaal in de boom hangen weten de kinderen ook heel goed, peren, appels, pruimen en bessen. Ik lees een klein verhaal over een eekhoorn en de kinderen roetsjen na afloop spontaan door de zaal. Ineens is de zaal gevuld met allerlei verschillende dieren en of juf wil raden wat ze zijn! Sara ziet een rode paddenstoel met witte stippen en het lied komt als vanzelf uit haar mond. We proberen samen de stippen op de paddenstoel te tellen maar het zijn er wel heel veel en na de 10 raakt ze de draad kwijt. De anderen horen het lied en willen nog een keer het lied zingen en dan met de benen in de lucht. ‘Ook mijn tenen in lucht’, roept Mila waarna Sara spontaan haar tenen gaat tellen. Louise heeft er 9 zegt ze maar telt dan nog een keer, gelukkig het zijn er 10.

Ik had twee boompjes geknipt en daarop gekleurde stippen geplakt. Op knijpers gekleurde blaadjes geplakt en aan de kinderen nu om de kleuren bij elkaar te zoeken en de blaadjes weer op de juiste plek in de boom te ‘hangen’. Samen, was de opdracht. Eerst tweetallen gemaakt. Met hoeveel ben je dan?’, vraag ik de kinderen. Louise kijkt me aan alsof ik niet lekker ben. Wij tweeën toch en ze wijst naar Alexander en haarzelf. Ook Sara en Mila gaan aan een tafeltjes zitten en er wordt in het begin goed geteld. Hoeveel stippen op de boom, hoeveel knijpers met blaadjes en dan ontdekt Louise dat er meer knijpers met blaadjes zijn dan stippen op de boom! Sara onderzoekt de knijper en heeft pardoes twee delen in haar hand en ‘plakt’ hij niet meer aan de boom. Onderzoekend draait ze de stukjes om en ziet dat aan het ene deel nog een ijzertje hangt. We kijken samen naar hoe we de knijper weer in elkaar moeten zetten. Gelukkig, het lukt ons.

Vandaag werd er veel geteld door de kinderen en zelfs al een beetje bij elkaar op geteld. Vijf tenen en vijf tenen zijn samen? tenen. Ze verstopten zich achter, onder naast en op juf en toverden we blaadjes tevoorschijn met het wasco krijten. Opgetogen ontdekten de kinderen de vormen van de blaadjes terug op hun eigen tekening. ‘Ik weet al heel goed hoe ik moet krassen vertelt Alexander trots en met dezelfde trots laat hij dit aan mama zien’. 

En er was onderling soms ook wat wrijving en zo mooi om te horen dat ze elkaar dan, ondanks het verdriet, corrigeren en vertellen dat ze het niet leuk vinden. Wat leren ze dan toch een hoop van elkaar. En wisten jullie trouwens dat een klokhuis eigenlijk gewoon een appelhuis is?

namen zijn fictief