Categorie: Blog Knappe Koppies

Het Oude Egypte

het oude Egypte

Het oude Egypte

‘We hebben het vandaag over Egypte hè, juf?’, vraagt 1 van de kinderen bij binnenkomst.
‘Eh, ja en nee’, antwoord ik. Er wordt duidelijk gefronst met de wenkbrauwen en verschillende huh’s ondersteunen de gezichtsuitdrukking. ‘We hebben het over het oude Egypte’, vult Elsa aan. En dat is inderdaad helemaal juist. Deze nuancering van woorden komt tijdens de bijeenkomst vaker naar voren. Zo heb je slangen maar ook gifslangen en driehoekige piramide maar ook knikpiramides. Het zit ‘m soms in de nuancering maar ook in de toon of het volume waarop je iets vertelt.

We begonnen met een woordspin. Verschillende kinderen wisten wat dat was en Elsa en Ilse konden redelijk goed verwoorden hoe dat werkt. Het oude Egypte in het midden met een cirkel erom en dan allerlei dingen bedenken die daarmee te maken hebben met een stokje en ballonnetje eromheen. Hiërogliefen, oase, schorpioen, farao, mummies, goden, sfinx etc. Sommige onderwerpen werden nog even uitgebreid uitgediept, letterlijk en figuurlijk. Zoals de mummie die helemaal ontdaan werd van alle organen. De hersenen werden met een soort van haaknaald, door de neusgaten getrokken. En het lichaam moest een paar dagen rusten zodat het helemaal droog werd. En oja, het hart bleef wel in het lichaam want dat had de dode nodig op zijn reis in het hiernamaals. Verschillende kinderen hadden een boek mee waarin ook veel te vinden was en de meisjes in de tweede groep noemde Cleopatra op. Dat scheen de mooiste vrouw van de wereld te zijn geweest. De vraag of dat klopte of dat zij misschien wel de rijkste vrouw was en daarmee haar ‘titel’ afdwong was een klein discussiepunt. Ze was in ieder geval een Egyptische koningin in het Oude Egypte.

Geconcentreerd en heel serieus begonnen de kinderen aan het bouwen van hun eigen piramide. De kinderen kregen al snel door dat het materiaal niet heel stevig was en hoe ga je daarmee om? Tijn heeft het even moeilijk als het niet zo gaat als hij in gedachte had en dat de stokjes niet goed in de playmais blijven zitten. Toch houdt hij vol net als Elsa die even tijd nodig had om te beginnen. Ze vroeg een aantal maal of ze niet iets anders mocht maken maar dat kon pas als je een piramide had gemaakt. Thomas had al snel in de gate, of wist eigenlijk al, hoe je een piramide goed kan opbouwen. Eerst een kleine piramide van 5 stukjes playmais en 8 stokjes. ‘Zo dat is alvast het dak’, zegt hij. Dan hier nog 4 van maken, aan elkaar verbinden en het dak er bovenop zetten. Thuis ging hij er nog even lekker mee door. Ook Ben werkte stilletjes door en genoot volop van het moment toen het gelukt was. Z’n ogen straalden en vol trots liet hij het resultaat zien. Wat echter vervelend was, was dat de bouwwerken ook weer snel uit elkaar vielen. En misschien is dat nog wel de grootste uitdaging. Dat het bij de bouwwerken die je maakt, wat het dan ook is, uiteindelijk niet altijd om het resultaat gaat maar om het proces tot dat doel. Dat je bemerkt dat je geconcentreerd hebt gewerkt, of juist heel erg moest doorzetten, dat je geduld opraakte of dat je een heel blij gevoel kreeg toen het gelukt was. En als laatste dat je ontdekt dat er verschillende manieren zijn om tot hetzelfde eindresultaat te komen. De kinderen ontdekten ook hoe moeilijk het voor de Egyptenaren moet zijn geweest om zo’n piramide van steen te bouwen. Of deden ze dat met zand?

Bianca zat er als luisterende stille kracht tussen en moedigde de kinderen aan door te zetten en vol te houden. Er worden leuke grapjes gemaakt tussendoor en wanneer Tijn wat geïrriteerd raakt en wij roepen, ‘van proberen kun je leren’, komt hij met de stelling, ‘van proberen komen beren’. We waren even helemaal beduusd en barstten toen in lachen uit. Demi beaamde de uitspraak van Tijn maar zette toch ook door met het bouwen en uiteindelijk had ze bij haar constructie ook een creatieve oplossing bedacht om de boel op zijn plek te houden. Timo had soms wat moeite als het toch weer een beetje in elkaar stortte maar ging door en uiteindelijk had hij een prachtige piramide staan. De driehoekige vlakken liepen niet recht naar boven maar hij had het ‘dakje’, de bovenste piramide een kwartslag gedraaid waardoor hij gewoon een nieuwe piramidevorm had geconstrueerd.

Na de pauze was het tijd om het schrift van de Oude Egyptenaren te ontcijferen. ‘Waarom ze dit zo moeilijk hadden gemaakt?’, werd er in de tweede groep gevraagd. Voor hen was het blijkbaar gesneden koek want ze vulden vele wanden van de piramides met deze tekens.

Het was in de tweede groep goed te merken dat er voor de pauze hard gewerkt was aan het maken van de piramides. Vivian wilde verschillende keren de handdoek in de ring gooien maar zette ontzettend goed door ondanks dat de stokjes maar uit de playmais bleven vallen. Het leek wel of Petra wat vaker met het materiaal had geoefend want in redelijke stilte had zij binnen no time haar piramide staan. Ze keek erbij alsof ze wilde zeggen, ‘dat is toch niet zo heel moeilijk’. Ilse worstelde behoorlijk met de stokjes en de playmais stukjes en besloot, nadat ze wel een kleine piramide had gebouwd, om het op een andere manier te proberen.

En dat is misschien nu juist ook een mooi moment waarop wij ons kunnen afvragen of we ons aan de gestelde opdracht houden of dat je ook je eigen invulling mag geven aan de opdracht. Voor nu was het in ieder geval een piramide (ik had niet gezegd groot of klein) en sommigen gingen inderdaad verder met een eigen constructie zoals Ilse mooi deed. Playmais plakt nl. ook heel goed met water aan elkaar!

Tijdens de pauze werd er flink met de piramide en de tombe van Playmobil gespeeld en sommigen renden even fanatiek door de zaal. Er moest duidelijk even stoom afgeblazen worden. De kinderen luisterden tijdens het woordspinnen heel goed naar elkaar en konden de beurt goed afgeven of innemen. Job lijkt in het begin wat te haperen bij het antwoord geven maar wanneer hij bemerkt dat er geluisterd wordt, wordt hij zichtbaar zekerder en praat dan gelijk wat duidelijker. Eva weet haar antwoorden duidelijk te formuleren en vangt daarmee ieders aandacht waarop zij ook weer goed reageert en er interactie komt. Bas heeft verschillende weetjes uit zijn boek opgevist en ook Guus snuffelt in zijn boek naar wetenswaardigheden. Bijvoorbeeld dat je giftige schorpioenen in Egypte hebt en dat de Nijl heel belangrijk was voor de Egyptenaren.

Johannes heeft veel plezier, vertelt grapjes, komt ook in het doen wanneer wij hem aansporen maar heeft vooral veel verbeeldingskracht en kan dit ook beeldend vertellen waardoor de kinderen erg moeten lachen. Soms wordt het wat te veel. Bijvoorbeeld als je naast hem zit en zelf heel rustig en geconcentreerd je naam in de kleitablet probeert te tekenen. Johannes gaat even ergens anders zitten en zegt met een brede lach, ‘ik ben een experimentele man’! Zo, dat leek mij een mooie afsluiter.

Namen zijn fictief

Jungle en jungledieren

jungle, jungledieren

Jungle & jungledieren

Jungle, jungledieren, oerwoud, regenwoud, hakmessen, bijzondere eigenschappen. Met een gemengd gevoel begon ik deze oerwoud, jungle bijeenkomst. Ik had er veel zin in maar voelde toch ook een soort van weemoed naar de afgelopen vakantie. Even niets meer moeten en je een beetje verstoppen met je boek op de bank. Maar ik ben dankbaar en blij dat het zulke fijne en vruchtbare bijeenkomsten waren. Beide groepen kinderen waren weer enthousiast als altijd en kunnen vaak niet wachten tot we gaan beginnen, ook al zijn we allang begonnen trouwens.

jungle, jungledieren

Elsa laat weten dat ze toch het liefst lekker creatief aan de slag gaat en wil dan ook weten wat we gaan doen ook al liggen wasco, verf, penselen en papier pontificaal op tafel.

We begonnen eerst met het ontrafelen van wat een oerwoud nu eigenlijk precies is. En wat is dan een jungle, hebben wij die in Nederland, en welke planten en bomen komen erin voor? Welke dieren leven er en welke speciale eigenschappen hebben deze dieren om te kunnen overleven in de jungle? De kinderen kregen dilemma’s voor geschoteld waarna zij in tweetallen m.b.v. de Freek Vonk dierenkaartjes konden bedenken hoe ze deze dilemma’s zouden kunnen overwinnen of oplossen.

Job legde ons uit wat een dilemma eigenlijk is, dat is dat je niet kunt kiezen tussen het een of het ander omdat aan beide een nadeel kleeft. Het was direct duidelijk voor de kinderen. Dat was dus niet de vraag concludeerden we met zijn allen. Nee, je moest gewoon een probleem oplossen en kiezen welke eigenschappen van welk dier je daarbij zou kunnen gebruiken. De oplossingen waren divers en inventief. Je laat de uil gewoon in de staart van de tijger pikken zodat jij zelf ongestoord langs de tijger kunt wandelen, hadden Bas en Vivian bedacht. Je kunt ook een slang in je oren stoppen om het gebrul van de brulapen niet meer te hoeven horen, bedacht Tijn. Daarvoor kun je ook gewoon met je hoofd onder water gaan, dan hoor je het ook veel minder, opperde Titus.

Wist je trouwens dat je slangen ook als touw kunt gebruiken? Mits je natuurlijk had vastgesteld dat het geen gifslang zou zijn vertelden Guus en Mark. Ze bedachten ook samen met Job dat je gewoon een andere aap zou moeten inschakelen om de brulapen te laten stoppen met schreeuwen. En wanneer je het spoor bijster bent dan zoek je gewoon een dier met een goed reukvermogen in de jungle en zo kan die jouw spoor naar huis weer voor je vinden. Elsa en Demi hadden wel een heel interessante oplossing gevonden om de brulapen te laten stoppen met brullen. ‘We laten gewoon vleermuizen met hun vleugels langs de gezichten van de apen kietelen, dan stoppen ze vanzelf’, zeiden de meisjes vol overtuiging. Timo en Ben wisten zeker dat de slang hen uitkomst kon bieden om te kijken wie er in de holle boom verstopt zat en zij zouden een krokodil inzetten om de tijger weg te jagen, die kan hem wel aan.

Na de pauze begonnen de meeste kinderen vol ideeën en combinaties aan hun eigen jungledier. Interessant om eens te kijken welke eigenschappen deze dieren hebben en wat het kind hiervan zelf zou willen of kunnen ontwikkelen. Tijn had een pracht van een dier gemaakt die zelfs broccoli op zijn hoofd had groeien. Mooi om te zien dat Tijn langzaamaan steeds meer zelfvertrouwen ontwikkelt bij de creatieve opdrachten. Hij wordt steeds vrijer en minder gefixeerd op het uiteindelijke resultaat maar beleefd steeds meer plezier aan het proces van nieuwe dingen scheppen. En niet alleen Tijn geniet daarvan, ook Timo had plezier ondanks dat hij niet echt enthousiast was over zijn creatie. Hij zette echter door met zijn gouden uil. Misschien nog niet helemaal zoals hij het op zijn netvlies had bedacht maar er was een begin. Wel een beetje groot vel, concludeerde hij nog na afloop. Hij viel ook nog van zijn stoel, liet zich troosten en ging weer verder nadat hij een slok water had gedronken.

Elsa maakte een combinatie van sidderaal met giraf en vinnen om mee te kunnen zwemmen. Titus had een kruising tussen een aap en vogel zodat zijn dier goed zou kunnen vliegen en klimmen en het had bovendien heel goede oren. Ben zat te genieten op zijn plek terwijl zijn handen aan een stuk door tekenden en zijn tekening afrondde met schilderen.

Iedereen bedacht uiteindelijk zijn eigen unieke jungledier met zijn bijzondere eigenschappen. Van vossestaart-ocelotpoten-en-nevelpanterlijf naar ocelotlijf-rodepanda poten-ogen van een slang in de staart-met wolfkop, tot langstaart-mierenetersnuit. En gewoon al je lievelingsdieren bij elkaar genomen. De ideeën stroomden over tafel en de dieren verschenen allemaal echt op papier.

Job begon met de unicorn regenboog, draaide zijn vel om en begon weer opnieuw. En Vivian had moeite om te starten met haar eigen dier. ‘Ik kan het niet, ik weet niets’, zei ze keer op keer. ‘Je moet nu toch echt beginnen’, spoorde ik haar aan en daagde haar uit. ‘Je kunt vast een cirkel tekenen?’. Ja dat lukte, nog 1 en als vanzelf verschenen er oren en de rest. Soms moet je gewoon maar ergens beginnen en stroomt de rest ‘vanzelf’ uit je penseel. En nee, lang niet met het resultaat dat voor ogen stond maar ook dit is de realiteit, net als dat je zojuist nog uitbundig hebt gelachen om de grapjes van de anderen. 

Namen zijn fictief.

jungle, jungledieren jungle, jungledieren

Zeedieren Knappe Koppies

zeedieren knappe koppies

Zeedieren

We bekeken de gekste en meest interessante zeedieren van de zee. De blobvis die er met zijn merkwaardige lijf als een uitgezakte plumpudding uitziet. De ontzagwekkende sidderaal die in staat is om met 1 elektrastoot 40 tot 50 auto’s te laten starten. We bewonderden de mooie koraalduivel die al zijn sierlijke vinnen laat wapperen in het water maar pas op want hij heeft een gevaarlijke angel waar hij mee kan steken. En met ontzag keken we naar de reuzenmanta die als een vogel door de lucht vliegt maar dan in het water. Julian vertelde vol ontzag over de zeedieren die hij had gezien toen hij nog in een warm land woonde.

De kinderen kenden aardig wat van de verschillende vreemdsoortige zeedieren. Er ontstond hilariteit toen ze er 1 mochten uitbeelden zonder woorden te gebruiken. Ze moesten ook uitbeelden wat voor bijzonders dit dier kon. Soms was het direct duidelijk en soms hadden de kinderen een kleine hint nodig.

Soms loopt het ook niet helemaal goed met de samenwerking. Dan duwt iemand je opzij, of denk je dat iemand je een klap geeft en ja wie begon er nu eigenlijk. Tijn en Titus hadden even een aanvaring met elkaar en dan is het voor juf heel lastig om te achterhalen wie er begon en waarom. Maar misschien is dat ook helemaal niet de essentie van het verhaal. Heeft er iemand soms gewoon even behoefte aan een fysieke uitdaging maar is het daarbij wel fijn dat je de ander eerst even vraagt. De jongens konden allebei heel goed voor hun eigen belangen opkomen, vonden het best lastig om in de emotie naar me te luisteren maar slaagden daar allebei heel goed in. Ik kon ze zien en ze ieder hun verhaal laten vertellen zonder tussenkomst van de ander. Bevestigde hen in hun verhaal en liet weten dat dit voor allebei een waarheid is. Prijs ze dat ze naar elkaar hebben kunnen luisteren en spreek met ze af dat ze elkaar nu even met rust laten. Wanneer 1 van twee even wil stoeien dan vraag je dat aan diegene zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan.

Mooi om te zien dat de jongens, tijdens het maken van hun onderwaterhuis, elkaar hielpen met ideeen en het aanreiken van materiaal. Thomas liep enthousiast van de materiaal doos naar de tafel om van alles uit te proberen. Demi en Elsa werkten naast elkaar goed door om hun woning op tijd af te krijgen met alle onderdelen die gevraagd werden. De meisjes verzuchtten beiden dat dat wel een hele klus was. ‘Ik kan niet alles onthouden hoor’, opperde Elsa. ‘Als ik het ene heb gedaan dan ben ik het andere alweer vergeten’, vulde Demi haar aan.

En daar stond ook al de hele tijd een emmer met water in de zaal. Oja, we wilden nog graag weten hoe het komt dat de haai, die toch best heel erg zwaar is, in staat is zo snel door het water te zwemmen. Zijn geraamte bestaat uit kraakbeen i.p.v. uit botten, door zijn vinnen maar ook door zijn lever… Deze beslaat maar liefst 1 derde deel van zijn lichaamsgewicht en bestaat voornamelijk uit een olieachtige stof. Maar wat heeft dat nu met de snelheid van de haai te maken? Dat ontdekten we m.b.v. de emmer en gevulde ballonnen. Er gebeurde nl. iets met de helft van de ballonnen toen ze het water ingleden!

We bouwen de laatste weken bewust tijd in om het gemaakte werk na te bespreken. Vandaag kwam vooral in de tweede groep naar voren hoe je van idee naar uitwerking gaat. Maar, dat tijdens het in elkaar zetten je dingen tegenkomt waar je van tevoren geen rekening mee had gehouden. Dat je dus tijdens het construeren ook kunt veranderen of soms zelfs opnieuw kunt beginnen. Ilse en Petra bouwden samen aan een onderwaterwoning waarbij ze een hok voor de sidderaal hadden gebouwd zodat ze via hem de woning van elektra konden voorzien. Ook Vivian en Eva waren op dat idee gekomen. We vroegen ons wel af of de sidderaal in gevangenschap zou kunnen leven en of hij dan ook nog elektriciteit zou afgeven. Bas had ook een constructie bedacht waarbij het ‘dak’ van de woning losgekoppeld kon worden van het onderste gedeelte zodat je veilig zou zijn als daar bijvoorbeeld een lek in zou komen. En hij had ook heel goed gedacht om slangen voor zuurstof en elektra in zijn woning aan te leggen.

We wensen jullie allen hele fijne Kerstdagen en een prachtig nieuw begin van 2018.

Namen zijn fictief.

Weer, tornado’s en vallende eieren

het weer en tornado's

We hadden zaterdag een vol programma met allerlei proefjes die te maken hadden met het weer. Wind, tornado’s, wolken, en de regenboog. Je hebt windhozen, een briesje, stevige wind en lentewind. We kennen stortbuien, miezerregen of de regen komt met bakken uit de lucht. Donderwolken, schapenwolken en een dicht wolkendek. We hadden zoveel proefjes te doen, die soms iets meer tijd nodig hadden om helemaal goed uitgevoerd te worden, dat we ze niet allemaal hebben gedaan. Zo blijft er voor een volgende keer nog meer te ontdekken.
De kinderen kwamen nieuwsgierig de zaal binnen. Er stonden flessen en potten op tafel. Er lagen ballonnen en plastic zakjes. Later kwam daar heet water bij, dienbladen en een hoop doekjes. Het eerste groepje was klein en zodoende konden de kinderen ook goed bij elkaars proefjes kijken hoe het ging. Als eerste ontdekten we hoe het zit met warme en koude lucht en hoge en lage druk. Een fles met smalle hals vullen met een paar cm. heet water. De kinderen legden een gekookt, gepeld ei op de opening en bleven toen gebiologeerd naar het ei kijken want daar moest iets mee gebeuren vermoedden ze. Er werd geroepen dat ie gelanceerd zou worden maar Alicia had een vermoeden dat hij juist in de fles gezogen zou worden. Nu eerst nog koude natte doeken om de fles heen wikkelen. Demi en Alicia bleven rustig afwachten totdat Demi uitriep, ‘kijk, hij gaat naar binnen’. En ja hoor, het ei verdween in de opening. Bij Tijn en Titus duurde het iets langer maar bij hen zakte het ei ook naar beneden. Tijn en Titus sprongen beiden in de rondte. ‘Van overwinning’, riep Titus. Inmiddels hadden en Alicia en Demi de doeken weer verwijderd en prompt werd het ei weer langzaam omhoog geduwd. De grote vraag was natuurlijk, ‘wat gebeurt hier nu’. ‘De lucht wordt warm en groot denk ik’, zei Alicia. Ook Tijn kwam tot eenzelfde conclusie!

het weer en tornado's  het weer en tornado's
In de tweede groep lukte het de kinderen ook om het ei in de fles te laten verdwijnen. Johannes had de truc al eens gedaan of gezien maar dan met lucifers i.p.v. met een laagje heet water. Er waren meer kinderen die het proefje weleens gezien hadden maar zelf uitproberen is natuurlijk veel leuker. We gingen verder met de wind. Ilse vertelde van de alles vernietigende wervelstorm, Vivian vertelde over warme en koude lucht die in botsing komt boven zee en Nienke en Eva overlegden wat het verschil tussen een orkaan en tornado was. Er was veel interactie en overleg, ook over dingen die niets met het weer te maken hadden maar wel met Sinterklaas. Of er lootjes getrokken waren, of je je schoen mocht zetten en welke surprise je zou maken. Ook daar is ruimte voor tussen de bedrijven door. Het proefje met de draaistoel was als een wervelstorm om te voelen hoe je wordt rondgeslingerd. Allemaal 1 x anders kwamen we daar nooit meer van los. Ze hielden goed van elkaar in de gaten of iemand niet per ongeluk nog een keer ging. Daarna werd de stoel resoluut weg gezet. Een storm in een glas water deden we bij de gootsteen in het keukentje. Met z’n allen om de wasbak dringen en elkaar wat ruimte gunnen is soms best lastig als je er eigenlijk met je neus bovenop wilt zitten. Er ontstond een draaikolk in de fles die op de kop gehouden werd. Een kleine slinger aan de fles is al genoeg, ‘ja, want dan gaat het ronddraaien en in het midden is het stil, net als bij een orkaan’, wist Sjakie me te vertellen toen alle kinderen reeds weer in de zaal waren verdwenen. Hij vertelde het aan tafel nogmaals en de anderen knikten. ‘En aan de buitenrand stormt het dan heel hard’, vulde Eva aan.

het weer en tornado's het weer en tornado's
Wolken maken leek Sjakie onmogelijk, ook Johannes keek met ongelovige ogen naar me op. Toch lukte het de kinderen allemaal om in tweetallen de wolken in het glazen potje te laten ontstaan. Ook Tijn en Titus waren opgetogen toen de wolken uit hun potje omhoog vlogen. ‘Dat komt door de ijsklontjes op het deksel’, vertelde Ilse tussen neus en lippen door terwijl ze haar potje goed in de gaten hield. ‘Ja, en het hete water onderin het potje’, vulde Vivian aan. ‘Maar waar zou het spuitje haarlak dan voor zijn?’ vroeg Nienke zich af. In de tweede groep hadden de kinderen het ook druk met het verzamelen van de ijsklontjes na afloop van het proefje.
Ook ballonnen blijven een leuk en interessant speelobject. De kinderen wisten er van alles mee te doen en merkten ook op dat hij aan je kleding blijft plakken na wrijving of dat je haren rechtop gaan staan.

het weer en tornado's
Als laatste ontdekten we hoe de regenboog kan ontstaan. Iets met breken van het licht. Bij een prisma zie je dat ook en dat het licht dus uit kleuren bestaat. ‘Ja, en sommige zien we nog niet eens he’, vertelde Ilse. De kinderen maakten een tol waarop ze de kleuren van de regenboog in lichte tint schilderden. Dat is voor een aantal al een hele klus, kijken en namaken. Zo konden we wel testen of het echt belangrijk was dat de kleuren in de ‘juiste’ volgorde op het tolletjes stonden. Conclusie was van niet als ze er maar op staan. Wanneer je de tol snel laat ronddraaien zie je witte vlekken op het oppervlak verschijnen, daar ‘verdwijnen’ de kleuren een beetje. Sommige kinderen vonden het lastig om te zien maar bij doorvragen dachten ze dat de hele tol wit zou worden. Al met al een kleurrijke en dynamische bijeenkomst.

Namen zijn fictief

Fossielen en vulkanen Knappe Koppies

fossielen en vulkanen

Fossielen en vulkanen

Er werd deze bijeenkomst hard gewerkt door de kinderen. Vol overgave stortten zij zich in de vulkanen en fossielen. Gesprekjes kwamen ook op dinosauriërs, meteorieten, en het ontstaan van eilanden. Julian vertelde dat Nieuw-Zeeland is ontstaan door vulkanen die zijn uitgebarsten. Of beide eilanden zo in hun geheel zijn ontstaan hebben we niet opgezocht maar dat daar ook vulkanen zijn weten we inmiddels wel. We ontdekten ook dat fossielen door de werking van vulkanen weer boven komen en wij ze kunnen vinden. Er hing bij beide bijeenkomsten een fijne, ongedwongen sfeer die de kinderen allemaal zichtbaar goed deed.

We begonnen met fossielen, wat zijn dat en hoe komt het dat ze fossiel zijn geworden. De kinderen filosofeerden en bekeken samen de meegebrachte fossielen. Sommigen hadden haaientanden mee, versteende schelpen of een ‘arm’ van een uitgestorven octopus. Maar er was ook een fossiel van een afdruk van een schelp. ‘Is dat dan ook een fossiel juf, of alleen maar een afdruk van een oude schelp’, vroeg Demi zich af. Daarna mochten de kinderen hun eigen fossiel maken. Uiteraard niet echt zoals Elsa opperde. Nee we gaan het proberen na te doen. We drukten een voorwerp, bijvoorbeeld een schelp, speelgoeddino of steen in de klei, haalde deze er weer uit en goten in de ontstane holte vloeibare gips. Er ontstond enige verwarring over wat nu het fossiele gedeelte zou worden. Bas en Elsa dachten even dat zij de kleiafdruk mee zouden nemen. We bekeken de verschillende fossielen nog eens goed en kwamen zo tot de conclusie dat we een versteende fossiel zouden maken. Het voorwerp dat zij nu in de klei drukten bleef daar, bij een echt fossiel, miljoenen jaren liggen en versteende zodoende bedolven onder stof, klei en slib. Wij haalden het er echter meteen uit en goten het vol met gips. Dit hardde langzaamaan uit en aan het eind van de bijeenkomst konden de kinderen de klei er voorzichtig afpellen en zodoende hun fossiel bloot leggen. Dit was een spannend moment want fossielen kunnen heel kwetsbaar zijn wisten Petra en Ilse beiden te vertellen. En echte fossiele breken ook weleens en daar kunnen de onderzoekers dan best weleens voor op hun kop krijgen meende Ilse.

In de eerste groep kwam Fay weer enthousiast meedoen, zij had een kennisquiz mee die tijdens de pauze ook even gespeeld werd. Na de pauze, terwijl de fossielen lagen te drogen, werd de klei door Thomas stevig bewerkt. Hij liet vandaag letterlijk en figuurlijk meer van zich horen. Demi en Alicia hadden elkaar gemist en zochten elkaar bij de samenwerking op. Ze vulden elkaar mooi aan bij het bekleden van het flesje die de vulkaankrater voorstelde. Elsa wil graag dingen vertellen en gaat vaak sneller dan de rest. Haar tand ‘viel’ er tijdens de pauze uit en ze vertelt aan tafel dat ze heel blij is dat ze nog eens 5 keer bij knappe koppies mag komen. Julian en zij vulden elkaar aan tijdens het creëren van de vulkaan. Julian gaat in een rustiger tempo, overdenkt, bespreekt en bouwt dan gestaag verder.

Ondanks dat Tijn later instroomde viel hij gelukkig meteen met zijn neus in het gips. Hij kon gelijk de handen uit de mouwen steken wat hem goed afging. Toen iedereen klaar was met het boetseren van hun vulkaan konden we deze 1 voor 1 laten ‘uitbarsten’. Eerst een paar druppels zeep in de krater, wat bakpoeder erbij en wanneer iedereen vol aandacht was lieten we 1 voor 1 de vulkanen uitbarsten. Een flinke scheut azijn erin en soms nog voordat de trechter kon worden weggehaald schuimde de vulkaan door de trechter omhoog. De kinderen joelden van plezier dat alle vulkanen het zo goed deden. Sommige bleven maar door stromen zoals echte vulkanen ook kunnen doen. Maar dit is natuurlijk niet echt’, vertelde Vivian na de uitbarsting. Nee, we proberen het na te spelen om zo te kunnen zien wat er gebeurt. Bij een echte vulkaan spuit er gloeiendheet gesmolten gesteente naar buiten. Hier ontstaat er tussen het bakpoeder en het azijn een chemische reactie waardoor er koolzuurgas ontstaat en dat wil naar boven.

Bas en Sjakie hadden beiden een mooi kistje met fossielen, schelpen en stenen meegenomen. De jongens werkten samen met het maken van de vulkaan. Terwijl Sjakie stukjes klei aanreikte plakte Bas de vulkaan nauwkeurig vol met klei. Sjakie vond het spannend en leuk tegelijk om de uitbarsting te laten ontstaan en sprong af en toe op van zijn stoel. Bas is helder, oplettend, observeert en keek goed naar de schelpen welk een mooi reliëf zou achterlaten in de klei bij het fossiel maken.

Nienke en Eva vonden elkaar bij het maken van de vulkaan nadat ze elkaar tijdens het maken van de fossielen ook hadden bijgestaan. Aan tafel werd erover en weer gevraagd wie er nieuw was en of al vaker bij knappe koppies was geweest. Petra en Ilse waren allebei nieuw. ‘Nou, ik ben niet echt nieuw hoor’, opperde Ilse. Vivian verduidelijkte, ‘ja, ik snap dat je niet echt nieuw, nieuw bent maar je bent hier wel nieuw, voor de eerste keer’. Ilse en Petra knikten en werkten samen verder aan hun vulkaan. Terwijl Mirjam Vivian hielp met het maken van de vulkaan vroeg zij mij wanneer we ze zouden gaan laten uitbarsten. En ook bij deze tweede groep barstten de vulkanen schuimend uit en liepen een aantal nog lange tijd na. Vlak voor tijd konden de kinderen hun eigen gemaakte fossielen langzaam ‘uitgraven’ uit de klei en vol trots mee naar huis nemen.

namen zijn fictief.

Ruimtevaart, reis door de ruimte Knappe Koppies

ruimtevaart knappe koppies

Ruimtevaart of reis door de ruimte. Zijn dat eigenlijk dezelfde dingen, wat doe je en waar reis je dan mee? De kinderen wisten hier allemaal behoorlijk over mee te praten. Raketten, satellieten, ruimtewagens en maanlanders. Er kwam van alles voorbij. Op welke planeten kun je dan allemaal landen en wat willen we daar dan doen? Welk nut heeft het om helemaal naar de maan te vliegen, wat schieten we ermee op? Elsa wist nog van een vorige keer dat je op Venus om de dag jarig zou zijn omdat 1 dag op Venus heel lang duurt. En iets minder dan 2 van die lange dagen en er is alweer Venusjaar voorbij. Nathan wist zeker dat er op Mars geen water is maar ijs en dat het op Venus heel heet is en al het water is verdampt.

 

Naar aanleiding van een kort verhaal hadden we een quiz met vragen. De eerste groep ging languit bij het bord liggen, lazen om de beurt de vragen op en beantwoordden de vragen gezamenlijk. Als ik Felicia vraag wat de karretjes op de maan doen lichten haar ogen op en vertelt ze over onderzoek doen op de maan. Bij groep twee werden de vragen tussendoor al eigenlijk als vanzelf beantwoord toen de hoeveelheid sterren aan de hemel werd besproken. En hoe groot is het heelal en hoe kunnen we dat weten? Daar kwamen ook antwoorden op de vragen die we onszelf al eerder hadden gesteld. We willen het heelal met planeten en sterren onderzoeken zodat we er meer over te weten komen en de ruimte beter gaan begrijpen. ‘En wanneer gaan we knutselen?’, vraagt Vivian zich af als we gebogen zitten over een bak met zand om te testen welke grootte van wielen het meest gemakkelijk over de bobbels rolt. ‘Eerst zou ik nog graag willen weten wie je zal gaan missen als je zelf op een reis door de ruimte zou gaan’. ‘Mijn hond’ vertelt Felicia, ‘mijn vader en moeder’, vertelt Elsa waarop Daan en Tijn instemmend knikken.

ruimtevaart knappe koppiesruimtevaart knappe koppiesruimtevaart knappe koppies

 

Eva weet nog een interessant verhaal te vertellen over ruimtevaartuig Cassini dat niet genoeg brandstof meer had en toen crashte in Saturnus. Het zal je maar gebeuren, hoe moet je dan terugkomen, vroegen de kinderen zich af. Wanneer we ons vervolgens buigen over het ontwerp van ons ruimtekarretje worden er allerlei ideeën aangedragen hoe over de oppervlakten van de verschillende planeten te kunnen rijden. Bas bedenkt iets met een zeil of het systeem van de hovercraft, heel slim. Heb je geen last van hobbels. Vivian vertelt nog dat wij de horizon steeds maar plat zien maar dat dat helemaal niet klopt. Waar je dat heel goed kunt zien? Daar moet ze even over nadenken. Nathan antwoordt vanaf een plekje net buiten het groepje kinderen, ‘op het strand of in de ruimte’. Hij vraagt ook wanneer ze mogen beginnen met hun eigen karretje. We weten dat het niet Nienke haar favoriet is om te knutselen o.i.d. maar als ik haar voorstel om het met iemand anders samen te doen klaart haar gezicht op. Vivian vindt het leuk en gezellig om ook iets samen te maken en de dames gaan gelijk aan de slag. Ze gebruiken plastic ronde bakjes als wielen. Deze kunnen goed met de hobbels meebewegen, verduidelijkt Nienke hun keuze. Sjakie en Johannes zitten naast elkaar. Het is grappig om te zien hoe verschillend de jongens aan het werk zijn. Sjakie vertrouwd mij toe dat wanneer hij zo geconcentreerd en stil bezig is hij niet afgeleid kan worden. Zijn wangen en oren kleuren langzaamaan steeds roder. Johannes heeft moeite om een keuze te maken uit al de verschillende materialen en vraagt geïnteresseerd bij anderen wat ze maken en hoe zij dat doen. Wanneer wij hem aansporen nu toch echt te beginnen roept hij, ‘ja, ik ga maar gewoon mijn fantasie gebruiken’.

Tijdens het maken van de ruimtekarretjes, individueel of alleen wordt er hard gewerkt om eerst het juiste materiaal te kiezen om vervolgens te bepalen hoe groot de wielen moeten worden, hoeveel het er moeten zijn en waar ze aan de kar geplaatst moeten worden. ‘Yes’, roept Tijn opgetogen met twee armen in de lucht als het hem gelukt is om alle 6 de wielen aan zijn kar te bevestigen. Elsa heeft een usb stick gemonteerd voor alle foto’s die in de ruimte worden genomen en Daan heeft zelfs een opslag voor wel 4 miljoen triljard foto’s. ‘Die karretjes zijn echt heel lang in de ruimte he’, licht hij zijn uitspraak toe over de opslag. Dat begrijpen we. Felicia is geconcentreerd bezig, ze plakt met gomtape, tape van papier die op kartonnen dozen is geplakt, van alles aan elkaar. ‘Dat is lekker stevig’, oppert zij, ‘maar hij is alleen voor de sier hoor’, benadrukt ze even later.

Namen zijn fictief

Vallende sterren Knappe Koppies

vallende sterren

Wauw, het leek veel langer dan 3 maanden geleden maar toch ook weer zo vertrouwd om afgelopen zaterdag de vallende sterren te starten met 2 volle groepen. Veel bekende gezichten maar ook weer nieuwe wat bij beide groepen een mooie mix gaf en een ontspannen en enthousiaste sfeer. Ook Mirjam en ik hadden er zin in en kijken terug op een mooie start van het seizoen. 

 Ja, en zijn vallende sterren dan wel echte sterren? En wat is het verschil tussen een planeet en een ster want ook de aarde heeft een hete lavakern. De kinderen zochten in boeken, groeven in hun hersenen of riepen spontaan antwoorden. Elsa vertelde dat er bij vallende sterren eigenlijk een soort van stofdeeltjes door de dampkring gaan en ze vertelde ook dat ze bij de sterrenwacht was geweest en daar had gevoeld dat Pluto de lichtste planeet was! Tijn had een boek mee dat hij van zijn verjaardag had gekregen en liet dit trots zien en vroeg anderen of ze ook iets wilden weten wat onder de flapjes stond. ‘Pluto’ staat het meest ver van de aarde’, wist hij te vertellen. Demi had wel eens gehoord van een planeet waar je om de dag jarig kon zijn maar hoe het vallende sterrenprecies zat en hoe deze ook alweer heette wist ze niet meer. En waar blijft de zon in de nacht? Staan de sterren overdag ook aan de hemel? Felicia vertelde dat de sterren er overdag wel zijn maar de zon veel sterker schijnt zodat je ze niet kunt zien. Een paar kinderen stonden op en demonstreerden hoe het met de dag en nacht zat. De een was de zon de ander de aarde en zo wist Demi te vertellen dat de aarde ook om haar as draait. We deden proefjes met de handen om de wrijving van de stenen (vallende sterren) door de dampkring na te bootsen en aan onze handen te ervaren dat het dan heet wordt. Zo heet dat de steen verbrand en wij deze als een vallende ster kunnen zien aan de hemel. De kinderen mochten vuurstenen tegen elkaar aan slaan, of liever gezegd langs elkaar heen laten botsen en zo konden we er heel kleine vonkjes vanaf zien komen. Zo klein dat je je handen er echt niet aan zou kunnen branden waar een aantal kinderen toch een beetje aan twijfelden.

Bij de tweede groep werd er ook veel gesproken aan de hand van foto’s uit boeken. Bas en Felice hadden het over het noorderlicht, dat je dat in de ruimte veel mooier kan zien. Maarja, daar kun je niet zo makkelijk naartoe. Er werd ook gespeculeerd met de grootte van de planeten en of het er warm of koud zou zijn. Was Venus nu warm of juist koud en die ringen om Saturnus zijn eigenlijk geen ringen maar een hele laag stofdeeltjes die om de planeet heen cirkelen wisten zowel Nienke als Felice. Nienke had de telescoop van haar broer mee gepikt en ze vallende sterrenvertelde dat je nu niet veel kon zien en het nogal zwart was waarop Nathan opperde dat dat misschien door de dop zou kunnen komen! En ook hier deden we de proefjes met handen en vuurstenen en kon je bij Mirjam onder de deken kruipen om met een lampje in een boek de sterrenbeelden aan de hemel als glow in the dark te zoeken. Het zag er erg spannend uit helemaal wanneer er vanonder die deken van allerlei kreten te horen waren.

Als afsluiting kregen de kinderen opdracht om hun eigen sterrenhemel te schilderen. Ze mochten het hele vel vullen met alle kleuren waarvan zij dachten of vonden dat die in het heelal te vinden zouden zijn. Mooi om te zien hoe verschillend de kinderen met de opdracht omgaan. Voor sommigen ging dit als vanzelf, vloeiend en voor een ander was het zoeken naar hoe het blad te vullen maar het lukte ze uiteindelijk allemaal. Daarna werd de opdracht best wat spannend want nu mochten ze met zwart of donkerblauw de nachtelijke hemel schilderen waarbij het de bedoeling was om de sterren, planeten en andere hemellichamen uit te sparen.

Vivian gaf aan dat ze het inderdaad wel heel spannend vond om haar mooi geschilderde kleuren weer over te schilderen maar ze deed het, maakte een mooi begin en werkte langzaamaan verder. En het werd Tijn te veel toen de verf niet wilde wat hij in gedachte had. Ondanks de bewonderende blikken en bemoedigende woorden van Lars, die naast hem zat, wilde hij niet verder. Ook deze situaties horen bij Knappe Koppies, leren omgaan met je eigen beperkingen maar bovenal oefenen in doorzetten ook al wordt het niet zoals het in je hoofd zat. En oefenen doen we iedere keer weer, ook wij!

Namen zijn fictief

Hersenen Knappe Koppies

hersenen knappe koppies

Hersenen zijn bazig, als je niet oppast laten ze je de hele dag werken. Of valt dat misschien wel mee?

Ze zitten als twee gelijke helften goed beschermt in onze schedel. En op de vraag waarom ze nu juist daar zitten antwoordde Demi, ‘als je maag in je hoofd zou zitten dan moet je naar boven slikken en dat lijkt me best moeilijk’. Ja, ik moet daar ook niet aan denken. Je hersenen zijn een soort van grijze pudding en hebben veel bescherming nodig. ‘Omdat ze heel belangrijk zijn’, roept Johannes spontaan. Ja, daarom zijn ze zo goed beschermt en zonder hersenen zouden we niet heel veel kunnen. Praten bijvoorbeeld, ja en zitten en zo worden er nog legio voorbeelden aan gedragen. Je hersenen werken razendsnel en bestaan uit heel veel cellen en verbindingen.

We testen eerst welke hersenhelft dominant is bij ons zelf. We schrijven met onze ‘goede’ hand en dan met de ‘verkeerde’ hand. we schrijven onze naam met onze ogen dicht en we schrijven onze naam met twee handen tegelijk. Dat laatste ging bij sommigen best goed. We testten met welk oog we beter kuhersenen knappe koppiesnnen zien en ontdekken dat onze ogen samen werken. Met 1 oog afgedekt zien we een stuk minder en wordt het ook lastig om afstanden te schatten. ‘Dat geeft toch niet echt?’, vraagt Emma zich af. ‘Hoe zal het zijn als je in de speeltuin ergens vanaf wilt springen?’, vraag ik haar. Ze knijpt haar ogen toe en begint te lachen. Best lastig lijkt het ons bij nader inzien.

 

We hebben ook gevoeld hoe onze hersenen ons ook voor de gek kunnen houden wanneer we bijvoorbeeld onze middel- en ringvinger kruisen en in het v-tje dat bij de toppen ontstaat een potlood leggen. ‘He, ik voel twee potloden’, roept Sophie. ‘Ik maar 1 hoor’, zegt Demi heel bedaard. Maar als ik haar vingers voorzichtig de andere kant op over elkaar leg en het potlood er boven op dan spreekt haar gezicht boekdelen. ‘Dat voelt echt heel gek’, zegt ze. Wanneer je je ogen sluit kun je het nog beter voelen. Ze lijkt nog wat na te denken over wat ze voelde terwijl de andere kinderen ook willen voelen hoeveel potloden er tussen hun vingers liggen.

hersenen knappe koppies

Ook je ogen kunnen je behoorlijk voor de gek houden en je dingen laten waarnemen die helemaal niet kunnen. Zo keken we naar cirkels die opgebouwd waren uit blokjes en die, wanneer je er een beetje langs keek, wel op het papier leken te draaien. Het is ook leuk om te ontdekken dat er meerdere tekeningen in 1 tekening kunnen zitten en ja wat je het eerst ziet is persoonlijk. Sommigen het gezicht van een opa, een ander iemand zittend op een heuvel onder een boom. En zie je een heksengezicht in plaats van dat van een mooie chique dame.

De kinderen wilden daarna graag met de reactiebaan aan de slag. Nou dat was best nog even een gedoe. Want waar begin je en hoe test je zonder steeds de hele baan opnieuw op te bouwen. Er werd veel overlegd en Johannes had de neiging om te vertellen hoe alles voor elkaar gemaakt moest worden waarop de meisjes protesteerden en ook met heel goede ideeën kwamen. Johannes hield zich prachtig staande tussen alle meisjes en ze kregen het voor elkaar om de baan ook helemaal goed neer te zetten. Er werd getest en ontdekt dat sommige knikkers en/of balletjes niet zwaar genoeg waren, dat objecten te ver uit elkaar lagen of dat een balletje juist veel te snel over de baan vloog dat hij zijn doel miste. We hadden veel te kort tijd om de baan goed te testen en hem daarna helemaal vlekkeloos te laten verlopen maar zoals Demi het zo mooi verwoordde. ‘Hij is niet helemaal goed gelukt maar we hebben wel vreselijk ons best gedaan, daar ben ik best trots op!’

Zelf iets creatiefs maken moest toch ook echt nog even gebeuren. Alsof ze niet al heel creatief met de baan waren bezig geweest. ‘Nee, dat is toch anders’, vond Sara. Ik riep een woord, bijvoorbeeld huis, de kinderen tekenden dat en wat kun je er nog meer van maken? Een gezicht, een poppetje, een gieter enz. Grappig om te zien hoe snel dit proces nog even afgemaakt moest worden.

namen zijn fictief

Bange dieren Knappe Koppies

bange dieren

Bange dieren zijn er genoeg. Een haas, eekhoorn en hagedis. Ze rennen gelijk weg als ze iemand horen aankomen. “Er als een haas vandoor gaan” zal daar wel iets mee te maken hebben.

We lezen het verhaal van de Gruffalo. Daan kent het boek en weet ook delen van de tekst waardoor we samen het boek lezen. Een muisje houdt vos, slang en uil van zich af door hen te vertellen over een gevaarlijk monster. Hij moet vreselijk om ze lachen omdat ze het gekke verhaal geloven, hoe makkelijk ging dat, iemand bang maken? Maar dan…. staat hij plotseling oog in oog met het grote gevaarlijke monster. Hoe zorgt muis er nu voor dat hij niet alsnog tot hapje dient voor zo’n gevaarlijk groot dier? Gelukkig kan muis bang zijn maar ook erg dapper.
Samen spreken we over welke dieren er in het verhaal bang zijn en welke moedig of dapper. En wie was dan het meest dapper of juist heel bang? Johannes riep gelijk, ‘de Gruffalo was echt heel bang’, en Daan vond de muis ook wel een bangerd toen de Gruffalo ineens voor zijn neus stond.
Alicia en Thomas benoemen ook dat de andere dieren er eerst op uit waren om muis mee te lokken maar daarna heel bang werden en weg vluchtten in hun huis. ‘Dus die waren bang en dapper’, concludeert Thomas. Alicia knikt overtuigend mee.

In de oudere groep hebben we ook de Gruffalo gelezen, Nienke kende het verhaal niet, de rest wel. Misschien een beetje kinderachtig maar wel met een mooi voorbeeld van hoe je tegelijk bang en moedig kunt zijn. Hoewel de kleine muis de kleinste figuur uit het verhaal was wist hij toch met zijn vindingrijkheid en creativiteit alle dieren om te tuin te leiden. Soms gaat het heel makkelijk om iemand bang te maken of zelf ergens bang van te worden. Nathan had het verhaal heel lang niet meer gehoord en vond het best grappig om weer eens te horen.

Spinnen wordt door bijna alle kinderen genoemd waar ze bang voor zijn. Best gek eigenlijk want we konden niet echt achterhalen hoe dat nu toch kwam. Harige poten, kleverige draden of dat ze zo snel kunnen rennen. Het donker werd ook benoemd want dan kun je niet goed zien en misschien zijn er wel ergens monsters, ‘maar die bestaan helemaal niet’, roept Ruben. ‘Waarom ben je er dan toch bang voor?’, vraagt Britt zich verbaasd af. Ze moeten er allemaal om lachen en vertellen elkaar dat het inderdaad gek is dat je ergens bang voor bent terwijl je tegelijk weet dat het niet kan bestaan of het helemaal niet gevaarlijk is.

Gekke hersenen hoor ik iemand zeggen. ‘Ja, daar hebben we het volgende week over’, zeg ik. ‘Dan kunnen we misschien achterhalen hoe het komt dat onze hersenen ons soms ook een beetje voor de gek houden’. En heeft het eigenlijk nut dat we bang kunnen worden? Daar werd eerst even over nagedacht. ‘Ja, dan kun je jezelf beschermen, dat iets gevaarlijk is’, zegt Nathan. We leerden dat je dan 3 dingen kunt doen. Bevriezen, wegrennen of het onder ogen komen. Ik vertelde dat ik het ook wel eens eng vind om op feestjes of groepen te komen waar ik niemand ken. Dat ik dan liever weg ren of me verstop in een hoekje maar dat ik mezelf dan toe spreek en gerust stel dat het vast niet zo eng is als ik in mijn hoofd had bedacht. En gelukkig valt het vaak mee. Vooral de jongere groep was enigszins verbaasd over mijn angst maar herkende het ook bij zichzelf. Johannes ontdekte tijdens de pauze ineens dat hij, al staande op een kruk, dat hij ook bang is voor hoogtes. ‘En toch gaan we wel omhoog en dan moet ik gewoon niet naar beneden kijken’.
Zo vindt iedereen vaak een oplossing voor zijn angsten. Sommige mensen en volkeren gebruiken daarvoor ook wel een amulet of talisman. Daarmee kun je of energie afweren die je niet wilt of juist energie aantrekken die je wenst.

 

Vol overgave begonnen alle kinderen met het vijlen van een amulet of talisman in een stukje speksteen. Na de eerste voorzichtige vijl bewegingen ging het er al snel steviger aan toe en probeerden de kinderen de verschillende vijlen en schuurpapiertjes uit. Het werd een hele ontdekkingsreis van de ruwe naar de gladde steen waarna ze met hulp een gaatje mochten boren voor de veter. Alle kinderen zijn tevreden en trots naar huis gegaan. Ook Alicia ging trots de deur uit. Zij had gekozen voor het tekenen van een fantasiedier dat zowel dapper als bang kon zijn.

Namen zijn fictief

Inuit Knappe Koppies

Inuit

‘Wist je dat Eskimo’s zichzelf Inuit noemen omdat Eskimo zoiets betekent als rotte vis’, vroeg Wietze toen hij binnenkwam. Zoiets had ik ook gehoord maar of dat nu de juiste vertaling was daar waren de meningen over verdeeld. Ook Demi wist bij binnenkomst heel mooi te omschrijven hoe een Inuit eruit ziet. ‘M’n neefje was een keer helemaal ingepakt en had alleen nog maar een paar haartjes die onder zijn dikke muts uit kwamen, zo dik ingepakt zijn Eskimo’s ook’, vertelde ze.

Ruben wist te vertellen dat de Inuit allang niet meer in iglo’s wonen maar gewoon in houten huisjes in een dorp. Nathan weerlegde dat met het weetje dat Inuit wel degelijk nog in iglo’s overnachten als ze bijvoorbeeld op jacht gaan. De kinderen wisten allemaal redelijk te gokken hoe lang de Inuit erover doet om een iglo te bouwen, slechts 2 uur. Felice zou wel eens willen leren hoe je zo’n iglo zou moeten bouwen en Wietze vertelde dat hij die wel eens gebouwd had toen het in de winter een keer zo gesneeuwd had. Hij vulde emmers met sneeuw, ijs en water en liet dat een nacht in de vrieskou staan en kon hiermee de volgende dag deze als bouwblokken gebruiken om de iglo in elkaar zetten. Het dak was wel heel moeilijk om dicht te krijgen vertelde hij. Ze bespraken met z’n allen hoe je dat het beste zou kunnen doen en kwamen tot de conclusie dat er iemand binnen in moest gaan staan om de blokken tegen te houden en dan aan elkaar te laten vriezen.

Je weet maar nooit wat je kan overkomen als je samen met je vriend(in) tijdens het wakvissen plotseling overvallen wordt door een ijsbeer of ontdekt dat het ijs is gaan breken en je alleen nog via de ijsschotsen terug kan komen naar huis. Je gaat nooit van huis zonder je geweer en daarmee kun je de ijsbeer schieten om van zijn botten een slee te maken waarmee je over de losgebroken ijsschotsen kan zoeven. Je kunt ook proberen om je vishaak in het oog van de ijsbeer te mikken en dan maken dat je wegkomt. Ideeën genoeg waarbij werkelijkheid, fantasie en verbeeldingskracht elkaar afwisselden om tot slimme, handige en grappige oplossingen te komen.

De kinderen hadden plezier in het verzinnen van oplossingen bij de dilemma’s die ze kregen. Hoe houd je jezelf warm tijdens de nacht als je net ontdekt hebt dat al je bontvellen van je bed weg zijn en je de hele dag hard gewerkt hebt en geen pap meer kunt zeggen. Er kwamen prachtige antwoorden voorbij, ‘ik ga gewoon bij anderen bontvellen van hun bed pakken, ik ga een groot vuur maken in de iglo’. Gewoon bij je vader en moeder in bed kruipen zat er niet tussen en al helemaal niet bij je broers en of zussen!

‘Hoe slim is dat?’, riep Felice toen hij samen met Wietze op een heel voor de hand liggende oplossing kwam. Op een ijsschots al peddelend tussen de overige ijsschotsen naar huis varen. Je zorgt in ieder geval dat je altijd je peddels bij je hebt als je gaat wakvissen!

Ook de jongere groep kwam met briljante oplossingen, ze verjaagden de ijsbeer met een kapmes, zich waarschijnlijk niet realiserend dat een ijsbeer echt reusachtig groot en sterk is! Johannes en Emma beeldden samen uit dat je de ijsbeer kunt weglokken met vissen zodat jij zelf niet het avondmaal van de ijsbeer wordt. Deze groep kwam helemaal in het spel door er echt een verhaal van te maken en eerst heerlijk in de iglo te slapen of te spelen waarna de uitbeelding kwam. Elsa en Johannes hadden bedacht dat je de ijsschotsen achter je kon gebruiken om ze uit het water weer voor je neer te leggen en sprongen zo van de een naar de ander. Demi en Emma bedachten dat ze met touwen de ijsschotsen weer naar elkaar toe konden trekken en zo hun reis konden vervolgen.

De creatieve opdracht luidde; maak een niet bestaand voertuig dat zich zowel over ijs, water, land en sneeuw moet kunnen voortbewegen. Er moeten 2 mensen in passen, bagage mee kunnen, het mag geen motor hebben (de Inuit zijn erg arm) en er moeten 2 honden mee kunnen.

De meeste kinderen gingen direct aan de slag en rommelden in de grote doos met restpapier en –karton. Er werd veel met elkaar gedeeld maar ook flink gewerkt. Een enkeling had even een zetje nodig om op gang te komen. Volgens Felice heb je soms even een plek voor jezelf nodig om tot inspiratie te komen en Coco ontdekte dat je ook gewoon kunt beginnen waardoor je steeds weer op andere ideeën komt. Wietze had een lange pijp aan zijn voertuig gebouwd waar je doorheen moest blazen, je vervolgens op het middendeel moest springen zodat je zonder motor toch vooruit kon komen. Hij vroeg me, tijdens het bouwen, ook nog naar de betekenis van Eskimo, of ik dacht dat het iets anders betekende. Ja, ik dacht te hebben gelezen dat het rauwvleeseter betekende maar…. tijdens het schrijven van de blog wilde ik er toch nog het fijne van weten. Men vermoed dat het afkomstig is uit de Montagnais-taal. In deze taal betekent het “pelsjager op sneeuwschoenen”, een benaming zonder negatieve bijklank.

Alhoewel Nathan overal rekening mee had gehouden was het voor hem ook moeilijk om concreet te worden en het niet alleen bij een knopje te laten dat, wanneer je erop drukte, er nopjes onder het voertuig tevoorschijn zouden komen zodat hij over het ijs en de sneeuw zou kunnen glijden. Zijn voertuig zat wel heel stevig in elkaar. Ruben had ook knoppen ingebouwd die moesten zorgen voor de ombouw van het voertuig. Hij noemde zijn voertuig Shotgun Clame. Ideeën in echte tastbare vormen omzetten is soms best lastig, helemaal als de lijm niet snel genoeg droogt of de bagagebak toch zwaarder blijkt te zijn dan verwacht. De kinderen werkten met aandacht en ondanks dat niet alle voertuigen af waren konden ze toch met een voldaan gevoel huiswaarts.

In de jongere groep kwamen bij alle vier de kinderen mooie creaties tevoorschijn, allemaal plek voor mensen, bagage en de honden. Johannes had wielen van rubber die ervoor zorgden dat ze op het land als wielen konden fungeren en in het water ervoor zorgden dat het voertuig zou kunnen blijven drijven. Demi had allerlei doosjes als bakken gebruikt voor bagage, de honden en de mensen. Het goed en stevig bevestigen was wat lastig maar met een paar stutjes lukte het aardig.

Vandaag was Mirjam niet aanwezig en viel Bianca voor haar in. Bij de eerste groep voor een aantal al bekend, bij de tweede groep nog niet maar de kinderen waren snel gewend. Namen zijn fictief