Bange dieren Knappe Koppies

bange dieren

Bange dieren zijn er genoeg. Een haas, eekhoorn en hagedis. Ze rennen gelijk weg als ze iemand horen aankomen. “Er als een haas vandoor gaan” zal daar wel iets mee te maken hebben.

We lezen het verhaal van de Gruffalo. Daan kent het boek en weet ook delen van de tekst waardoor we samen het boek lezen. Een muisje houdt vos, slang en uil van zich af door hen te vertellen over een gevaarlijk monster. Hij moet vreselijk om ze lachen omdat ze het gekke verhaal geloven, hoe makkelijk ging dat, iemand bang maken? Maar dan…. staat hij plotseling oog in oog met het grote gevaarlijke monster. Hoe zorgt muis er nu voor dat hij niet alsnog tot hapje dient voor zo’n gevaarlijk groot dier? Gelukkig kan muis bang zijn maar ook erg dapper.
Samen spreken we over welke dieren er in het verhaal bang zijn en welke moedig of dapper. En wie was dan het meest dapper of juist heel bang? Johannes riep gelijk, ‘de Gruffalo was echt heel bang’, en Daan vond de muis ook wel een bangerd toen de Gruffalo ineens voor zijn neus stond.
Alicia en Thomas benoemen ook dat de andere dieren er eerst op uit waren om muis mee te lokken maar daarna heel bang werden en weg vluchtten in hun huis. ‘Dus die waren bang en dapper’, concludeert Thomas. Alicia knikt overtuigend mee.

In de oudere groep hebben we ook de Gruffalo gelezen, Nienke kende het verhaal niet, de rest wel. Misschien een beetje kinderachtig maar wel met een mooi voorbeeld van hoe je tegelijk bang en moedig kunt zijn. Hoewel de kleine muis de kleinste figuur uit het verhaal was wist hij toch met zijn vindingrijkheid en creativiteit alle dieren om te tuin te leiden. Soms gaat het heel makkelijk om iemand bang te maken of zelf ergens bang van te worden. Nathan had het verhaal heel lang niet meer gehoord en vond het best grappig om weer eens te horen.

Spinnen wordt door bijna alle kinderen genoemd waar ze bang voor zijn. Best gek eigenlijk want we konden niet echt achterhalen hoe dat nu toch kwam. Harige poten, kleverige draden of dat ze zo snel kunnen rennen. Het donker werd ook benoemd want dan kun je niet goed zien en misschien zijn er wel ergens monsters, ‘maar die bestaan helemaal niet’, roept Ruben. ‘Waarom ben je er dan toch bang voor?’, vraagt Britt zich verbaasd af. Ze moeten er allemaal om lachen en vertellen elkaar dat het inderdaad gek is dat je ergens bang voor bent terwijl je tegelijk weet dat het niet kan bestaan of het helemaal niet gevaarlijk is.

Gekke hersenen hoor ik iemand zeggen. ‘Ja, daar hebben we het volgende week over’, zeg ik. ‘Dan kunnen we misschien achterhalen hoe het komt dat onze hersenen ons soms ook een beetje voor de gek houden’. En heeft het eigenlijk nut dat we bang kunnen worden? Daar werd eerst even over nagedacht. ‘Ja, dan kun je jezelf beschermen, dat iets gevaarlijk is’, zegt Nathan. We leerden dat je dan 3 dingen kunt doen. Bevriezen, wegrennen of het onder ogen komen. Ik vertelde dat ik het ook wel eens eng vind om op feestjes of groepen te komen waar ik niemand ken. Dat ik dan liever weg ren of me verstop in een hoekje maar dat ik mezelf dan toe spreek en gerust stel dat het vast niet zo eng is als ik in mijn hoofd had bedacht. En gelukkig valt het vaak mee. Vooral de jongere groep was enigszins verbaasd over mijn angst maar herkende het ook bij zichzelf. Johannes ontdekte tijdens de pauze ineens dat hij, al staande op een kruk, dat hij ook bang is voor hoogtes. ‘En toch gaan we wel omhoog en dan moet ik gewoon niet naar beneden kijken’.
Zo vindt iedereen vaak een oplossing voor zijn angsten. Sommige mensen en volkeren gebruiken daarvoor ook wel een amulet of talisman. Daarmee kun je of energie afweren die je niet wilt of juist energie aantrekken die je wenst.

 

Vol overgave begonnen alle kinderen met het vijlen van een amulet of talisman in een stukje speksteen. Na de eerste voorzichtige vijl bewegingen ging het er al snel steviger aan toe en probeerden de kinderen de verschillende vijlen en schuurpapiertjes uit. Het werd een hele ontdekkingsreis van de ruwe naar de gladde steen waarna ze met hulp een gaatje mochten boren voor de veter. Alle kinderen zijn tevreden en trots naar huis gegaan. Ook Alicia ging trots de deur uit. Zij had gekozen voor het tekenen van een fantasiedier dat zowel dapper als bang kon zijn.

Namen zijn fictief