Het Oude Egypte

het oude Egypte

Het oude Egypte

‘We hebben het vandaag over Egypte hè, juf?’, vraagt 1 van de kinderen bij binnenkomst.
‘Eh, ja en nee’, antwoord ik. Er wordt duidelijk gefronst met de wenkbrauwen en verschillende huh’s ondersteunen de gezichtsuitdrukking. ‘We hebben het over het oude Egypte’, vult Elsa aan. En dat is inderdaad helemaal juist. Deze nuancering van woorden komt tijdens de bijeenkomst vaker naar voren. Zo heb je slangen maar ook gifslangen en driehoekige piramide maar ook knikpiramides. Het zit ‘m soms in de nuancering maar ook in de toon of het volume waarop je iets vertelt.

We begonnen met een woordspin. Verschillende kinderen wisten wat dat was en Elsa en Ilse konden redelijk goed verwoorden hoe dat werkt. Het oude Egypte in het midden met een cirkel erom en dan allerlei dingen bedenken die daarmee te maken hebben met een stokje en ballonnetje eromheen. Hiërogliefen, oase, schorpioen, farao, mummies, goden, sfinx etc. Sommige onderwerpen werden nog even uitgebreid uitgediept, letterlijk en figuurlijk. Zoals de mummie die helemaal ontdaan werd van alle organen. De hersenen werden met een soort van haaknaald, door de neusgaten getrokken. En het lichaam moest een paar dagen rusten zodat het helemaal droog werd. En oja, het hart bleef wel in het lichaam want dat had de dode nodig op zijn reis in het hiernamaals. Verschillende kinderen hadden een boek mee waarin ook veel te vinden was en de meisjes in de tweede groep noemde Cleopatra op. Dat scheen de mooiste vrouw van de wereld te zijn geweest. De vraag of dat klopte of dat zij misschien wel de rijkste vrouw was en daarmee haar ‘titel’ afdwong was een klein discussiepunt. Ze was in ieder geval een Egyptische koningin in het Oude Egypte.

Geconcentreerd en heel serieus begonnen de kinderen aan het bouwen van hun eigen piramide. De kinderen kregen al snel door dat het materiaal niet heel stevig was en hoe ga je daarmee om? Tijn heeft het even moeilijk als het niet zo gaat als hij in gedachte had en dat de stokjes niet goed in de playmais blijven zitten. Toch houdt hij vol net als Elsa die even tijd nodig had om te beginnen. Ze vroeg een aantal maal of ze niet iets anders mocht maken maar dat kon pas als je een piramide had gemaakt. Thomas had al snel in de gate, of wist eigenlijk al, hoe je een piramide goed kan opbouwen. Eerst een kleine piramide van 5 stukjes playmais en 8 stokjes. ‘Zo dat is alvast het dak’, zegt hij. Dan hier nog 4 van maken, aan elkaar verbinden en het dak er bovenop zetten. Thuis ging hij er nog even lekker mee door. Ook Ben werkte stilletjes door en genoot volop van het moment toen het gelukt was. Z’n ogen straalden en vol trots liet hij het resultaat zien. Wat echter vervelend was, was dat de bouwwerken ook weer snel uit elkaar vielen. En misschien is dat nog wel de grootste uitdaging. Dat het bij de bouwwerken die je maakt, wat het dan ook is, uiteindelijk niet altijd om het resultaat gaat maar om het proces tot dat doel. Dat je bemerkt dat je geconcentreerd hebt gewerkt, of juist heel erg moest doorzetten, dat je geduld opraakte of dat je een heel blij gevoel kreeg toen het gelukt was. En als laatste dat je ontdekt dat er verschillende manieren zijn om tot hetzelfde eindresultaat te komen. De kinderen ontdekten ook hoe moeilijk het voor de Egyptenaren moet zijn geweest om zo’n piramide van steen te bouwen. Of deden ze dat met zand?

Bianca zat er als luisterende stille kracht tussen en moedigde de kinderen aan door te zetten en vol te houden. Er worden leuke grapjes gemaakt tussendoor en wanneer Tijn wat geïrriteerd raakt en wij roepen, ‘van proberen kun je leren’, komt hij met de stelling, ‘van proberen komen beren’. We waren even helemaal beduusd en barstten toen in lachen uit. Demi beaamde de uitspraak van Tijn maar zette toch ook door met het bouwen en uiteindelijk had ze bij haar constructie ook een creatieve oplossing bedacht om de boel op zijn plek te houden. Timo had soms wat moeite als het toch weer een beetje in elkaar stortte maar ging door en uiteindelijk had hij een prachtige piramide staan. De driehoekige vlakken liepen niet recht naar boven maar hij had het ‘dakje’, de bovenste piramide een kwartslag gedraaid waardoor hij gewoon een nieuwe piramidevorm had geconstrueerd.

Na de pauze was het tijd om het schrift van de Oude Egyptenaren te ontcijferen. ‘Waarom ze dit zo moeilijk hadden gemaakt?’, werd er in de tweede groep gevraagd. Voor hen was het blijkbaar gesneden koek want ze vulden vele wanden van de piramides met deze tekens.

Het was in de tweede groep goed te merken dat er voor de pauze hard gewerkt was aan het maken van de piramides. Vivian wilde verschillende keren de handdoek in de ring gooien maar zette ontzettend goed door ondanks dat de stokjes maar uit de playmais bleven vallen. Het leek wel of Petra wat vaker met het materiaal had geoefend want in redelijke stilte had zij binnen no time haar piramide staan. Ze keek erbij alsof ze wilde zeggen, ‘dat is toch niet zo heel moeilijk’. Ilse worstelde behoorlijk met de stokjes en de playmais stukjes en besloot, nadat ze wel een kleine piramide had gebouwd, om het op een andere manier te proberen.

En dat is misschien nu juist ook een mooi moment waarop wij ons kunnen afvragen of we ons aan de gestelde opdracht houden of dat je ook je eigen invulling mag geven aan de opdracht. Voor nu was het in ieder geval een piramide (ik had niet gezegd groot of klein) en sommigen gingen inderdaad verder met een eigen constructie zoals Ilse mooi deed. Playmais plakt nl. ook heel goed met water aan elkaar!

Tijdens de pauze werd er flink met de piramide en de tombe van Playmobil gespeeld en sommigen renden even fanatiek door de zaal. Er moest duidelijk even stoom afgeblazen worden. De kinderen luisterden tijdens het woordspinnen heel goed naar elkaar en konden de beurt goed afgeven of innemen. Job lijkt in het begin wat te haperen bij het antwoord geven maar wanneer hij bemerkt dat er geluisterd wordt, wordt hij zichtbaar zekerder en praat dan gelijk wat duidelijker. Eva weet haar antwoorden duidelijk te formuleren en vangt daarmee ieders aandacht waarop zij ook weer goed reageert en er interactie komt. Bas heeft verschillende weetjes uit zijn boek opgevist en ook Guus snuffelt in zijn boek naar wetenswaardigheden. Bijvoorbeeld dat je giftige schorpioenen in Egypte hebt en dat de Nijl heel belangrijk was voor de Egyptenaren.

Johannes heeft veel plezier, vertelt grapjes, komt ook in het doen wanneer wij hem aansporen maar heeft vooral veel verbeeldingskracht en kan dit ook beeldend vertellen waardoor de kinderen erg moeten lachen. Soms wordt het wat te veel. Bijvoorbeeld als je naast hem zit en zelf heel rustig en geconcentreerd je naam in de kleitablet probeert te tekenen. Johannes gaat even ergens anders zitten en zegt met een brede lach, ‘ik ben een experimentele man’! Zo, dat leek mij een mooie afsluiter.

Namen zijn fictief