Zintuigen Pientere Peuters

De kinderen kwamen ogen, oren en handen te kort voor alles wat we gingen doen met onze zintuigen vandaag. Wanneer je je zintuigen prikkelt of bewust even inzet ontdek je als vanzelf dat je ze continu gebruikt. Als iemand plotseling een hard geluid maakt dan kan dat pijn doen aan je oren. Je kunt ook erg schrikken, dat voel je dan van binnen, je hart springt een beetje op, je houdt je adem in en kunt dan boos worden of juist gaan huilen. De kinderen herkenden dat wel.

De kinderen hadden al hun zintuigen wijd open staan. Wat kun je allemaal met je oren? ‘Zo wapperen’, waarop Alexander met de handen zijn oren naar voren en naar achteren bewoog. Ja, dat klopt, je kunt ze goed heen en weer bewegen. En wat kunnen ze nog meer? Jade antwoordde, ook al wapperend met haar oren, ‘horen’. ‘En luisteren’, zegt Stan erachter aan. We luistereden ingespannen naar allerlei dierengeluiden en probeerden die te raden. Er kwam van alles voorbij en bij het gekke klokkende geluid van de kalkoen keken de kinderen elkaar verwonderd aan ‘Wat was dat?’ En er was nog een mysterieus geluid dat we maar met moeite konden thuis brengen, een walvis!

Hierna mochten de kinderen hun neus eens goed ophalen bij allerlei geuren. Een ui, zeep en banaan! Die kenden ze wel. ‘En wat ruik ik nog meer?’, vroeg Louise zich af. Er lag een bruin stokje in het bakje dat verdacht veel naar appeltaart rook en in het andere bakje een soort ster waarvan de geur wel bekend voor kwam. Het waren ook best moeilijke geuren maar de appeltaart van Stan en Alexander zat er toch erg dichtbij. Een kaneelstokje en steranijs.

Ik was verwonderd over de moed die zij toonden toen we gingen proeven. Ik had verschillende stukjes fruit, tomaat en komkommer onder een schone theedoek op een bordje liggen. Ik vroeg hen of ze het durfden om mij een stukje in hun mond te laten leggen zodat ze konden proeven met de ogen dicht. Ja dat durfden ze zeker. Soms met een klein oogje dat sluimerend openging proefden de kinderen aandachtig wat zij in hun mond hadden en ook of het hard, zacht, hoekig of rond was. Zo kun je niet alleen proeven met je mond maar ook voelen! Alexander trok een ‘vies’ gezicht toen hij het halve snoeptomaatje door beet. Gelukkig had ik daarop gerekend en een bordje neergelegd waarop ze de ‘vieze’ dingen konden uitspugen. ‘Wel heel goed geprobeerd zeg’. Jade concludeerde dat we niet allemaal van hetzelfde houden en zo ontdekten we meteen dat we allemaal een andere smaak hebben.

Met onze ogen kunnen we heel goed kijken en elkaar herkennen. `Mijn oma heeft een bril’, zeiden Louise en Stan ongeveer tegelijk’. ‘Om beter te kijken’, merkt Alexander op. We deden het spel wie kon raden wat er ontbrak onder de doek. Er lag van alles, een knijper, brandweerauto, verrekijker etc. Goed kijken en onthouden, doek eroverheen, ik haalde heel behoedzaam 1 voorwerp weg en raden maar! Sommige waren heel makkelijk te raden maar de knijper werd over het hoofd gezien. Misschien kwam dat wel omdat het niet echt een speelgoed was. De kinderen vertelden elkaar na het spel wat je allemaal met een verrekijker kunt doen en dat Stan heel veel van auto’s en ook brandweerauto’s houdt. Dat je met de knijper kleren kunt vast knijpen maar ook doeken voor een hut.

Voor het laatste onderdeel gingen de sokken uit. Eerst voelen met de handen en daarna met de voeten want ook je voeten kunnen heel goed voelen. Sommige kinderen hebben een zeer gevoelige huid waardoor ze over een drempel moeten om met blote voeten in het zand of gras te gaan staan. Als dat zo is laat je kind dan langzaam aan wennen aan de sensatie die het materiaal geeft. Praat erover hoe het aanvoelt en dat je het weer van je handen of voeten kunt vegen. We probeerden voorzichtig over de gladde ronde steentjes, ietwat ruwe kikkererwten en daarna over bubbelplastic te lopen. Dat voelde echt allemaal anders. Toen een wollen schapenvacht, ‘oh, lekker zacht’, riep Louise en als laatste in het zand. Jade wilde er graag met haar tenen in blijven wiebelen terwijl Alexander even een voetje nodig had om erin te stappen. De ‘edelstenen’ lagen op een metalen schaal en dat maakte weer prachtig geluid dat wij heel goed konden horen en zo sloot de cirkel van zintuigen zich weer. Alle zintuigen gebruiken we gedurende de hele dag zonder dat we dat in de gaten hebben. Voor het jonge kind dé instrumenten om, niet alleen de wereld om hen heen te leren kennen, maar nog meer om zichzelf als individu te gaan ontdekken. Hoe meer deze gevoed kunnen worden hoe rijker de belevingswereld van het kind wordt en hoe meer zelfvertrouwen het kind in het leven zal hebben.

nb. namen zijn fictief.