Kriebelbeestjes Pientere Peuters

Spinnen, krekels, torren en sprinkhanen. En ‘nee, spinnen zijn geen insecten want ze hebben 8 poten’, vertelde Stan ons. ‘En een worm heeft helemaal geen poten’, voegde Louise toe. We lazen het boek over superworm. Hij hielp alle insecten en andere kriebelbeestjes om hem heen als superlasso of superspringtouw. Maar toen worm werd betoverd door Tijn Toverhagedis kwamen alle kriebelbeestjes superworm te hulp en bevrijdde hem zo uit zijn betovering!

20170315_101138Stan wist ons al te vertellen dat een duizendpoot echt geen duizend pootjes heeft. In het bijzondere beestjesboek lazen we dat de meeste duizendpoten ongeveer 30 pootjes hebben Maar er zijn er ook die meer dan 300 pootjes hebben!! Zo zijn er vlinders die in de nacht wakker worden, de zgn. nachtvlinder of ook wel mot genoemd. De bij vliegt van bloem naar bloem en daarbij blijft er allemaal stuifmeel aan de pootjes hangen. Dat konden we goed zien op een van de plaatjes van het memory-spel dat we speelden. De bij haalt nectar uit de bloemen en maakt daar dan honing van. ‘Ik heb een eigen honingpot’, deelde Louise ons mee. ‘Papa en mama hun eigen pot’. Zouden de bijen ook allemaal hun eigen hokje met honing hebben vroegen we ons af. 20170315_095239 (2)

Met het boek naast ons speelden we kriebelbeestjes memory. Stan had de eerste twee paar snel te pakken. En toen we de oorkruiper tegen kwamen werd deze even goed bekeken. De kinderen twijfelden of ze deze wel eens gezien hadden. Veel kriebelbeestjes kun je buiten vinden tussen of onder stenen of bij oud hout. ‘Maar soms zijn ze ook binnen’. Jade had een handpop lieveheersbeestje aan haar hand. ‘Zoals deze’, zei ze, en speelde er weer mee verder. Slakken, bidsprinkhanen, vlinders, rupsen en kruisspinnen, we vonden alle setjes bij elkaar. Even tellen hoeveel iedereen er had en toen was het alweer tijd voor pauze.

Stan en Jade houden van verstoppen en elkaar een beetje uitdagen. Mooi om te zien hoe ze soms overleggen om kwijt te raken voor juf. Ze verstoppen zich achter het tentje, onder tafel of onder de tafel in het keukentje. Vandaag waren zij de aanvoerders van een troep kriebelbeestjes die mij belaagden. Spinnen zo groot als mijn hand, torren en mieren kropen over me heen totdat ik er kippenvel van kreeg. Gelukkig was de aanval van korte duur omdat hun aandacht getrokken werd naar Louise die heel graag wilde weten wat er allemaal op tafel stond. Nieuwsgierigheid is zo’n mooie kwaliteit, onderzoeken, vragen, kijken en soms bevoelen wat er allemaal in de wereld om je heen te ontdekken valt. Ik had wol mee genomen om een vlinder van te vilten.

 

De kinderen mochten allemaal hun lievelingskleur(en) uitkiezen, water erop, lekker veel zachte olijfzeep aan je handen en zachtjes wrijven maar. Stan vertelde dat hij dit wel eens gedaan had, taste heel voorzichtig toe en sopte daarna rustig aan verder. Louise en Jade zaten vanaf het begin heerlijk met de zeep in hun handen en daarna op hun viltlapje. Na iedere paar minuten vroegen ze mij om toch ook even te voelen hoe zacht hun lapje was. Ook honden, poezen en konijnen zijn lekker zacht. ‘Ja, en grote spinnen ook’, opperde Louise, ‘die hebben haren’. Zo gingen we deze ochtend van kriebelig, naar sprietig, hard, glad, langzaam en snel naar heerlijk zachte wol waarop Louise spontaan het liedje, ‘schaapje, schaapje heb je witte wol…’, zong.