Monster, er ligt er 1 onder mijn bed – Pientere peuters

Deze ochtend begonnen we met liedjes over dieren. Het olifantje in het bos, Hansje 20170308_123502Pansje kevertje en de krokusbolletjes. Dat klonk nog allemaal heel leuk en onschuldig en nog geen monster te bekennen. Op de vraag of iemand wel eens bang was antwoordde alleen Alexander bevestigend. De anderen schudden allemaal het hoofd.  Toen we even later het boek over Bart en de vervelende dondermannetjes gingen lezen knikten de kinderen dat dat niet zo leuk was voor Bart. Bart, het jongetje uit het boek, had overdag nog andere kinderen bang gemaakt en kreeg ’s avonds in bed bezoek van dondermannetjes die bijzonder vervelend zijn. Nu voelde Bart zelf hoe dat was, als je bang werd gemaakt. ‘Dat is helemaal niet leuk als je bang bent’, zei Stan en zijn gezicht sprak boekdelen. Gelukkig kwam oma bij Bart op bezoek en die bedacht een plannetje. Bart tekende alle donderma20170308_124103nnetjes op papier. Daarna bonden zij ze allemaal aan een ballon vast en lieten ze toen op de wind mee waaien heel ver bij hen vandaan.

We hadden het over de 4 hoofd emoties, blij, boos, bang en verdrietig. De kinderen wisten heel goed te benoemen wanneer ze blij of boos waren of juist verdrietig of bang. Dit gaat overigens niet altijd direct aansluitend op een vraag die wordt gesteld. Soms komt midden in een andere activiteit een verhaal naar boven waaruit blijkt dat de kinderen innerlijk met het thema bezig zijn en dan ineens met een voorbeeld komen waarbij ze kunnen benoemen dat ze bijvoorbeeld bang waren.

Louise werd even kort achterna gezeten door 2 krokodillen die haar wilde opeten. Ze zei eerst heel goed, ‘ik wil dat niet’. Maar de krokodillen zaten zo in het spel dat ze het niet hoorden. Nog een keer riep Louise, ‘ik wil dat niet’, waarna ze ook weg liep van de krokodillen. M20170308_110059aar krokodillen zijn soms wat vasthoudend en deze gingen toch door! Dit zijn mooie momenten waarop de kinderen veel van elkaar leren, wie ze zijn, wat ze leuk vinden waar de grenzen liggen. Ik wil dat niet betekent, stoppen, niet doen. En dan is het wel fijn als de ander ook stopt. Samen spelen betekent ook samen delen EN vooral leren om rekening met elkaar te houden. Soms nog heel moeilijk maar ze begrijpen het allemaal meteen. De blikken die dan worden uitgewisseld zijn goud.

Voelen onder een doek zonder je ogen te gebruiken is ook een mooie uitdaging. Je kunt niet zien wat er onder ligt en dan zomaar je hand onder de doek steken is best een beetje griezelig. Louise wilde best graag voelen. Het eerste voorwerp was hard, beetje punten, als een blokje en een bobbeltje, ook Alexander zijn  nieuwsgierigheid was gewekt en hij wilde ook voelen. Ook hij kon benoemen dat het vierkantig was, en glad en een gootje. Even later kwamen Stan en Jade ook voelen. Dit bleek wel een lastige, we haalden de doek weg en daar lag een knijper. Mo20170308_110037oi om te zien dat de kinderen dan allemaal aandachtig gaan voelen en ook in staat zijn te benoemen wat ze voelen. Na goed voelen en omschrijvingen als glad, bakje, stokje, ribbelig, rond, ruw en prikkerig raadde Stan dat het een eikeldopje was!20170308_105243

Na de pauze gingen we monsters schilderen, nou ja, niet op de klassieke manier met de kwast maar de verf al blazend alle kanten op sturen. Dat was wel werken voor de kinderen. De verf bleek in eerste instantie een beetje dik waardoor het zich niet zo gemakkelijk liet wegblazen maar later ging dat heel goed toen we dat verdund hadden. Verwondering en opgetogen gezichten bij het ontdekken dat je de verf op verschillende manieren kunt gebruiken. Later met een wattenstaafje en de rietjes als ‘kwast’ door de verf halen. Krokodillen, t-rexen en vogels trippelden over het papier waarbij ze allerlei verf20170308_110052sporen achter lieten. Alexander wilde in eerste instantie niet, geen schortje aan, niet blazen maar hij bleef wel zitten kijken, vertelde dat hij van geel houdt, ‘en rood vind ik ook mooi’. Na 10 minuten wilde hij toch wel, nadat ik hem gevraagd had of hij mij wilde helpen met mijn schildering. ‘Dat is goed’, zei hij waarna hij vervolgens heerlijk met het rietje door de verf op zijn papier bewoog.‘Kijk, het wordt toch heel mooi’, riep hij verwonderd. Zo leuk om te zien dat hij deze ontdekking keer op keer doet, dat hij het toch kan.