Categorie: Blog Pienter Peuters

De dierentuin Pientere Peuters

naar de dierentuin

Olifanten, giraffen, neushoorns en slangen zijn allemaal in de dierentuin te vinden. Geen tijd om te beginnen met het boek lezen, er was duidelijk eerst behoefte aan wat beweging. Ik probeer zoveel mogelijk in de flow van de kinderen mee te bewegen als het erop aankomt om het thema echt te beleven. Er slopen tijgers door de zaal die elkaar achterna zaten maar er was ook een konijn dat zich vlug moest verstoppen.


Het ene kind kruipt als vanzelfsprekend in de huid van hun lievelingsdier, het andere kind heeft een kleine aanmoediging nodig om zijn lievelingsdier uit te beelden waarna hij zich stap voor stap en nog een beetje onwennig in het spel mengt. Nadat alle dieren weer toe waren aan wat rust konden we eindelijk naar de dierentuin, nouja, niet echt natuurlijk maar we maakten een klein reisje via het boek door de dierentuin.

In de dierentuin vind je ook krokodillen, apen en ijsberen. Pinguïns wonen op de zuidpool en daar zul je geen leeuwen vinden. Die wonen bij de zebra’s en leeuwinnen. ‘Ja, en samen gaan ze op jacht’, wist Stan te vertellen. Soms zijn er ook haaien in een dierentuin of een aquarium met vissen in de meest wonderlijke kleuren. Alexander had zijn eigen knuffel olifant mee genomen en hij vertelde dat dit zijn lievelingsdier is. En ook dat hij naar Schotland op vakantie zou gaan!

Beren zien er knuffelig uit maar ze zijn wel heel gevaarlijk en aapjes zijn grappig maar kunnen ook behoorlijk hard bijten. Zebra’s hebben allemaal hun eigen streepjespatroon net als de giraffe. Sommige dieren eten alleen vlees, anderen alleen planten en weer anderen lusten alles. Wanneer het in de zomer te heet wordt en de ijsberen het echt te warm krijgen wordt hun voedsel bevroren tot ijslolly’s! Dat was wel een goed idee vond Alexander.


Al bouwend met de blokjes bedachten de kinderen hoe het hok van een aantal dieren eruit zou moeten zien, groot, hoog, breed, met rotsen of in het water. Jade probeerde heel zorgvuldig een mooi poortje voor de dolfijn te maken zodat hij daardoor naar het binnen- of buitenwater kon gaan. Ze speelden heerlijk samen waarna Louise ons vroeg welk dier ze nadeed. Geen haas of sprinkhaan maar een kangoeroe! Met z’n allen slopen, kropen en sprongen we door de zaal en we probeerden van elkaar te raden wie we nadeden. We werden hiervan zo hongerig dat we uiteindelijk bijna als echte wilde dieren op onze pauze-hap ‘aanvielen’.


En het je verbeelden dat je een echte tijger of olifant bent gaat nog beter met een masker erbij. Allemaal kleurden ze ijverig hun eigen gekozen masker in met de kleuren die bij hun lievelingsdier pasten. Ook bij deze activiteit is het leuk om te zien dat het ene kind gewoon begint en het andere kind aansporing nodig heeft in de vorm van vragen stellen. Wat is je lievelingsdier, welke kleur vind je mooi, waar wil je dat inkleuren etc. en dan ineens is er toch dat masker waarvan je dacht dat je het niet zou kunnen. Uiteindelijk liepen er 2 olifanten een tijger en een beer de deur uit.

Vulkanen Pientere Peuters

vulkanen pientere peuters

Wat zijn vulkanen

Vandaag zouden we vulkanen gaan verkennen. Maar we begonnen, zoals gewoonlijk, met liedjes zingen. Er waren deze keer 2 papa’s, een oma en opa en ‘slechts’ 1 mama! Dat was voor de kinderen heel leuk om te ervaren. Dat papa en opa nu ook weten waar ik heen ga op woensdagochtend. Samen zongen we ieders favoriet waarna ik met de kinderen verder ging kijken en praten over vulkanen. Gretig werd er in het boek gekeken dat ik had mee gebracht. We zagen een slapende vulkaan, een wakkere vulkaan, dat kon je goed zien aan al het lava dat naar buiten stroomde, en er was ook een dode vulkanen. We zagen dat er ook vulkanen in de zee zijn. En wisten jullie dat deze ook kunnen uitbarsten?

Als een vulkaan uitbarst komt er allemaal rook, as en daarna stenen uit de pijp van de vulkaan. ‘Dat doet heel zeer als ze op je hoofd komen’, zegt Stan terecht. ‘En dan kun je ook helemaal kaal worden, dan heb je geen haar meer op je hoofd’, opperde Alexander na een tijdje. De kinderen wisten heel goed dat de lava warm zou zijn. Maar zo heet zodat de stenen zouden smelten was wel heel wonderlijk. Ik had verschillende stenen van vulkanen mee genomen en dat sprak tot de verbeelding. Met 1 steen was wel iets heel geks aan de hand. De kinderen zaten op de grond rond de kan en konden er geen genoeg van krijgen om de witte steen in het water de ‘gooien’ en telkens tot de ontdekking te komen dat deze echt bleef drijven.


Na de pauze maakten we een ‘echte’ vulkaan van klei waarna we een klein proefje deden. Nou ja, klein? De uitbarsting leek toch iets heviger dan ik verwachtte waardoor we allemaal wel een beetje schrokken van het bruisende schuim dat uit de krater kwam. Gelukkig was er niemand gewond geraakt, alleen een beetje nat geworden. Tijdens het schilderen werd deze ervaring mooi verbeeld door de kinderen. Het werd niet zozeer een vulkaan maar het werden de wolken, het stoom, de stof of hete lava van de vulkaan die op het papier verscheen. Het experimenteren met kleuren is een feest. De kinderen ontdekken spelenderwijs wat de verschillende kleuren met elkaar doen. De dynamiek van het individu komt hier iedere keer weer mooi in naar voren.


Seizoenen Pientere Peuters

De seizoenen zijn jaargetijden, tijden van het jaar. Tijdens iedere tijd van het jaar is de temperatuur anders. In de winter is het koud en in de zomer is het warm. Lente en herfst zijn misschien wel even koud of juist even warm! In de lente komen er allerlei bloemen uit de grond, we hebben er ook over gezongen. De bomen krijgen weer blaadjes en de vogels zijn druk bezig om hun nest te bouwen. In de herfst vallen de blaadjes juist van de bomen en zie je nauwelijks meer bloemen. In de winter doe je warme kleren aan en in de zomer ga je lekker naar het zwembad.

Stan viel zich deze keer een bult en Alexander huilde omdat hij net te laat was om samen met ons het liedje nog eens te zingen. We gingen ook met z’n allen de wc in om het even goed donker te kunnen laten zijn. We deden een proefje met een zaklamp een bolletje, dat de aarde voorstelde en een bolletje die de zon voorstelde. Zo konden we heel mooi zien hoe het nu zit met dag, licht en nacht, donker op aarde. De kinderen wilden zelf ook heel graag met de zaklamp de proef op de som nemen. Wat een plezier om te ontdekken dat ze dat nu zelf konden regelen.

We zaaiden zaadjes, helemaal zelf alles uitgevoerd. En Louise bedacht dat we geen zakjes nodig hadden maar het ‘hoesje’ weer netjes over het bakje konden schuiven. ‘Zo blijft alles goed zitten’, stelde ze vast.


Daarna werden de krukken uit de keuken gehaald om onder, achter, over en tussen door te kunnen kruipen. Als echte wortels van de bomen kronkelden ze door de openingen. Jade geeft iedereen goede aanwijzingen hoe je dat kunt doen en wanneer. Ieder op zijn beurt anders loopt het niet goed. Na de pauze bekeken we de groei van een aardbei op verschillende afbeeldingen en daarna mochten de kinderen kijken of ze de aardbeien in de juiste volgorde konden neerleggen. Ze deden dit in tweetallen. Fantastisch om te zien hoe ze dan samen overlegden welke waar zou moeten. Best heel lastig en het ging ook niet om het juiste eindresultaat maar om samen te ontdekken hoe dat nu toch zit met zo’n vrucht. Daarna konden ze de plaatjes gebruiken om op hun zelf gemaakte seizoenen wijzer te plakken.


Zintuigen Pientere Peuters

De kinderen kwamen ogen, oren en handen te kort voor alles wat we gingen doen met onze zintuigen vandaag. Wanneer je je zintuigen prikkelt of bewust even inzet ontdek je als vanzelf dat je ze continu gebruikt. Als iemand plotseling een hard geluid maakt dan kan dat pijn doen aan je oren. Je kunt ook erg schrikken, dat voel je dan van binnen, je hart springt een beetje op, je houdt je adem in en kunt dan boos worden of juist gaan huilen. De kinderen herkenden dat wel.

De kinderen hadden al hun zintuigen wijd open staan. Wat kun je allemaal met je oren? ‘Zo wapperen’, waarop Alexander met de handen zijn oren naar voren en naar achteren bewoog. Ja, dat klopt, je kunt ze goed heen en weer bewegen. En wat kunnen ze nog meer? Jade antwoordde, ook al wapperend met haar oren, ‘horen’. ‘En luisteren’, zegt Stan erachter aan. We luistereden ingespannen naar allerlei dierengeluiden en probeerden die te raden. Er kwam van alles voorbij en bij het gekke klokkende geluid van de kalkoen keken de kinderen elkaar verwonderd aan ‘Wat was dat?’ En er was nog een mysterieus geluid dat we maar met moeite konden thuis brengen, een walvis!

Hierna mochten de kinderen hun neus eens goed ophalen bij allerlei geuren. Een ui, zeep en banaan! Die kenden ze wel. ‘En wat ruik ik nog meer?’, vroeg Louise zich af. Er lag een bruin stokje in het bakje dat verdacht veel naar appeltaart rook en in het andere bakje een soort ster waarvan de geur wel bekend voor kwam. Het waren ook best moeilijke geuren maar de appeltaart van Stan en Alexander zat er toch erg dichtbij. Een kaneelstokje en steranijs.

Ik was verwonderd over de moed die zij toonden toen we gingen proeven. Ik had verschillende stukjes fruit, tomaat en komkommer onder een schone theedoek op een bordje liggen. Ik vroeg hen of ze het durfden om mij een stukje in hun mond te laten leggen zodat ze konden proeven met de ogen dicht. Ja dat durfden ze zeker. Soms met een klein oogje dat sluimerend openging proefden de kinderen aandachtig wat zij in hun mond hadden en ook of het hard, zacht, hoekig of rond was. Zo kun je niet alleen proeven met je mond maar ook voelen! Alexander trok een ‘vies’ gezicht toen hij het halve snoeptomaatje door beet. Gelukkig had ik daarop gerekend en een bordje neergelegd waarop ze de ‘vieze’ dingen konden uitspugen. ‘Wel heel goed geprobeerd zeg’. Jade concludeerde dat we niet allemaal van hetzelfde houden en zo ontdekten we meteen dat we allemaal een andere smaak hebben.

Met onze ogen kunnen we heel goed kijken en elkaar herkennen. `Mijn oma heeft een bril’, zeiden Louise en Stan ongeveer tegelijk’. ‘Om beter te kijken’, merkt Alexander op. We deden het spel wie kon raden wat er ontbrak onder de doek. Er lag van alles, een knijper, brandweerauto, verrekijker etc. Goed kijken en onthouden, doek eroverheen, ik haalde heel behoedzaam 1 voorwerp weg en raden maar! Sommige waren heel makkelijk te raden maar de knijper werd over het hoofd gezien. Misschien kwam dat wel omdat het niet echt een speelgoed was. De kinderen vertelden elkaar na het spel wat je allemaal met een verrekijker kunt doen en dat Stan heel veel van auto’s en ook brandweerauto’s houdt. Dat je met de knijper kleren kunt vast knijpen maar ook doeken voor een hut.

Voor het laatste onderdeel gingen de sokken uit. Eerst voelen met de handen en daarna met de voeten want ook je voeten kunnen heel goed voelen. Sommige kinderen hebben een zeer gevoelige huid waardoor ze over een drempel moeten om met blote voeten in het zand of gras te gaan staan. Als dat zo is laat je kind dan langzaam aan wennen aan de sensatie die het materiaal geeft. Praat erover hoe het aanvoelt en dat je het weer van je handen of voeten kunt vegen. We probeerden voorzichtig over de gladde ronde steentjes, ietwat ruwe kikkererwten en daarna over bubbelplastic te lopen. Dat voelde echt allemaal anders. Toen een wollen schapenvacht, ‘oh, lekker zacht’, riep Louise en als laatste in het zand. Jade wilde er graag met haar tenen in blijven wiebelen terwijl Alexander even een voetje nodig had om erin te stappen. De ‘edelstenen’ lagen op een metalen schaal en dat maakte weer prachtig geluid dat wij heel goed konden horen en zo sloot de cirkel van zintuigen zich weer. Alle zintuigen gebruiken we gedurende de hele dag zonder dat we dat in de gaten hebben. Voor het jonge kind dé instrumenten om, niet alleen de wereld om hen heen te leren kennen, maar nog meer om zichzelf als individu te gaan ontdekken. Hoe meer deze gevoed kunnen worden hoe rijker de belevingswereld van het kind wordt en hoe meer zelfvertrouwen het kind in het leven zal hebben.

nb. namen zijn fictief.

Anders zijn Pientere Peuters

pientere peuters

De kinderen voelden zich als vissen in de zee toen ze binnen kwamen. Ze schoven op hun buik over de vloer van de zaal. Zo, die ook weer schoon! Leuk om te zien dat ze zo langzaam aan heel vertrouwd raken met elkaar en ze elkaar in hun spel aansteken en stimuleren. Jade was een zeemeermin geworden en Alexander een grote vis. Hoe anders zijn die van elkaar?

Bij het kiezen van de thema’s is het soms moeilijk in te schatten wat de kinderen ervan oppikken. Vooral thema’s die toch wat minder tot de verbeelding spreken zoals dino’s of insecten. Maar iedere keer gedurende de ochtend kwam het thema anders zijn naar voren. Ook tijdens het prikken en knippen. De prikkers waren allemaal hetzelfde maar de een was wat langer dan de ander of ze hadden een andere kleur. Dat was ook zo bij de scharen en prikmatjes en uiteindelijk ook bij de transparanten van Elmer. Hetzelfde gemaakt maar toch waren ze allemaal weer anders!

‘Net als wij!’, riep Louise opgetogen. We benoemden de overeenkomsten en daarmee ook de verschillen tussen elkaar. We lazen het boek, ‘Gekke buren’, waarin Kaat een keurige kleine dame is die een net en opgeruim20170322_101232 (2)d huis heeft en haar landje goed bewerkt om straks in de winter ook genoeg eten te hebben. En ze is ook een beetje krenterig! De kinderen keken me wat verbaasd aan, ‘dat is als je aan niemand iets wilt geven, alles voor jezelf houdt’. Jade vertelt dat ze wel eens iets met haar zus deelt. Dan komt Bram naast Kaat wonen en timmert even snel een hut in elkaar waarna hij volop van het leven geniet met schommelen, vissen en Kaat cadeautjes geven. Totdat zijn hut door een enorme storm wordt weg geblazen en hij geen thuis meer heeft. Kaat schiet hem dan gelukkig wel te hulp en zonder dat ze er erg in heeft maken ze samen een heerlijke hamersoep. Zo eindigt de stroeve kennismaking in een gezellig etentje.

Op de vraag of de kinderen een vriend of vriendinnetje hebben werd wisselend geantwoord. Stan had er wel 4, zowel jongens als meisjes. ‘En zijn zij anders dan jij?’, ‘ja, Jurre heeft een andere jas’. Zowel Louise als Alexander noemden hun broer en zus als vriend en Jade heeft een vriendinne-zus en een echte vriendin.

Na de pauze lazen we het boekje van Elmer, de gekleurde olifant. Tijdens het leze20170322_111613 (2)n zien we dat Elmer er echt anders uitziet dan de andere olifanten. Dat hij van grapjes houdt en de andere olifanten dan ook flink voor de gek houdt en hen laat schrikken. ‘De andere olifanten zijn allemaal grijs’, ziet Louise. ‘En dat zal Elmer zijn, hij is blauw’, zegt Stan en kijkt nauwkeurig naar de tekening. Hij ziet ook dat alleen deze olifant op 2 poten staat en dan ziet Jade nog een verschil. ‘Hij heeft zijn ogen open’, de kinderen kijken goed en kunnen ook benoemen wat ze zien. Dan schuift Alexander van zijn stoel en gaat verder met waar bij voor de pauze mee begonnen was. Hij is een auto, hij broemt, rent naar een hoek van de zaal en vraagt mij hoe hij kan starten. ‘Door te broemen?’, vraag ik hem. Waarop hij een luid gebroem laat horen en hij er vandoor spurt naar de andere hoek van de zaal. Uit zichzelf zo in de beweging. Doorgaans heeft hij wat tijd nodig om op gang te komen maar vandaag zat de beweging er goed in. Terwijl de een zijn grove motoriek stimuleert, oefenen de anderen hun fijne motoriek met prikken, knippen, lijmen en plakken. Het resultaat een goed ronkende en soepel bewegende auto en prachtige Elmer transparanten op het raam.

Kriebelbeestjes Pientere Peuters

Spinnen, krekels, torren en sprinkhanen. En ‘nee, spinnen zijn geen insecten want ze hebben 8 poten’, vertelde Stan ons. ‘En een worm heeft helemaal geen poten’, voegde Louise toe. We lazen het boek over superworm. Hij hielp alle insecten en andere kriebelbeestjes om hem heen als superlasso of superspringtouw. Maar toen worm werd betoverd door Tijn Toverhagedis kwamen alle kriebelbeestjes superworm te hulp en bevrijdde hem zo uit zijn betovering!

20170315_101138Stan wist ons al te vertellen dat een duizendpoot echt geen duizend pootjes heeft. In het bijzondere beestjesboek lazen we dat de meeste duizendpoten ongeveer 30 pootjes hebben Maar er zijn er ook die meer dan 300 pootjes hebben!! Zo zijn er vlinders die in de nacht wakker worden, de zgn. nachtvlinder of ook wel mot genoemd. De bij vliegt van bloem naar bloem en daarbij blijft er allemaal stuifmeel aan de pootjes hangen. Dat konden we goed zien op een van de plaatjes van het memory-spel dat we speelden. De bij haalt nectar uit de bloemen en maakt daar dan honing van. ‘Ik heb een eigen honingpot’, deelde Louise ons mee. ‘Papa en mama hun eigen pot’. Zouden de bijen ook allemaal hun eigen hokje met honing hebben vroegen we ons af. 20170315_095239 (2)

Met het boek naast ons speelden we kriebelbeestjes memory. Stan had de eerste twee paar snel te pakken. En toen we de oorkruiper tegen kwamen werd deze even goed bekeken. De kinderen twijfelden of ze deze wel eens gezien hadden. Veel kriebelbeestjes kun je buiten vinden tussen of onder stenen of bij oud hout. ‘Maar soms zijn ze ook binnen’. Jade had een handpop lieveheersbeestje aan haar hand. ‘Zoals deze’, zei ze, en speelde er weer mee verder. Slakken, bidsprinkhanen, vlinders, rupsen en kruisspinnen, we vonden alle setjes bij elkaar. Even tellen hoeveel iedereen er had en toen was het alweer tijd voor pauze.

Stan en Jade houden van verstoppen en elkaar een beetje uitdagen. Mooi om te zien hoe ze soms overleggen om kwijt te raken voor juf. Ze verstoppen zich achter het tentje, onder tafel of onder de tafel in het keukentje. Vandaag waren zij de aanvoerders van een troep kriebelbeestjes die mij belaagden. Spinnen zo groot als mijn hand, torren en mieren kropen over me heen totdat ik er kippenvel van kreeg. Gelukkig was de aanval van korte duur omdat hun aandacht getrokken werd naar Louise die heel graag wilde weten wat er allemaal op tafel stond. Nieuwsgierigheid is zo’n mooie kwaliteit, onderzoeken, vragen, kijken en soms bevoelen wat er allemaal in de wereld om je heen te ontdekken valt. Ik had wol mee genomen om een vlinder van te vilten.

 

De kinderen mochten allemaal hun lievelingskleur(en) uitkiezen, water erop, lekker veel zachte olijfzeep aan je handen en zachtjes wrijven maar. Stan vertelde dat hij dit wel eens gedaan had, taste heel voorzichtig toe en sopte daarna rustig aan verder. Louise en Jade zaten vanaf het begin heerlijk met de zeep in hun handen en daarna op hun viltlapje. Na iedere paar minuten vroegen ze mij om toch ook even te voelen hoe zacht hun lapje was. Ook honden, poezen en konijnen zijn lekker zacht. ‘Ja, en grote spinnen ook’, opperde Louise, ‘die hebben haren’. Zo gingen we deze ochtend van kriebelig, naar sprietig, hard, glad, langzaam en snel naar heerlijk zachte wol waarop Louise spontaan het liedje, ‘schaapje, schaapje heb je witte wol…’, zong.

Monster, er ligt er 1 onder mijn bed – Pientere peuters

Deze ochtend begonnen we met liedjes over dieren. Het olifantje in het bos, Hansje 20170308_123502Pansje kevertje en de krokusbolletjes. Dat klonk nog allemaal heel leuk en onschuldig en nog geen monster te bekennen. Op de vraag of iemand wel eens bang was antwoordde alleen Alexander bevestigend. De anderen schudden allemaal het hoofd.  Toen we even later het boek over Bart en de vervelende dondermannetjes gingen lezen knikten de kinderen dat dat niet zo leuk was voor Bart. Bart, het jongetje uit het boek, had overdag nog andere kinderen bang gemaakt en kreeg ’s avonds in bed bezoek van dondermannetjes die bijzonder vervelend zijn. Nu voelde Bart zelf hoe dat was, als je bang werd gemaakt. ‘Dat is helemaal niet leuk als je bang bent’, zei Stan en zijn gezicht sprak boekdelen. Gelukkig kwam oma bij Bart op bezoek en die bedacht een plannetje. Bart tekende alle donderma20170308_124103nnetjes op papier. Daarna bonden zij ze allemaal aan een ballon vast en lieten ze toen op de wind mee waaien heel ver bij hen vandaan.

We hadden het over de 4 hoofd emoties, blij, boos, bang en verdrietig. De kinderen wisten heel goed te benoemen wanneer ze blij of boos waren of juist verdrietig of bang. Dit gaat overigens niet altijd direct aansluitend op een vraag die wordt gesteld. Soms komt midden in een andere activiteit een verhaal naar boven waaruit blijkt dat de kinderen innerlijk met het thema bezig zijn en dan ineens met een voorbeeld komen waarbij ze kunnen benoemen dat ze bijvoorbeeld bang waren.

Louise werd even kort achterna gezeten door 2 krokodillen die haar wilde opeten. Ze zei eerst heel goed, ‘ik wil dat niet’. Maar de krokodillen zaten zo in het spel dat ze het niet hoorden. Nog een keer riep Louise, ‘ik wil dat niet’, waarna ze ook weg liep van de krokodillen. M20170308_110059aar krokodillen zijn soms wat vasthoudend en deze gingen toch door! Dit zijn mooie momenten waarop de kinderen veel van elkaar leren, wie ze zijn, wat ze leuk vinden waar de grenzen liggen. Ik wil dat niet betekent, stoppen, niet doen. En dan is het wel fijn als de ander ook stopt. Samen spelen betekent ook samen delen EN vooral leren om rekening met elkaar te houden. Soms nog heel moeilijk maar ze begrijpen het allemaal meteen. De blikken die dan worden uitgewisseld zijn goud.

Voelen onder een doek zonder je ogen te gebruiken is ook een mooie uitdaging. Je kunt niet zien wat er onder ligt en dan zomaar je hand onder de doek steken is best een beetje griezelig. Louise wilde best graag voelen. Het eerste voorwerp was hard, beetje punten, als een blokje en een bobbeltje, ook Alexander zijn  nieuwsgierigheid was gewekt en hij wilde ook voelen. Ook hij kon benoemen dat het vierkantig was, en glad en een gootje. Even later kwamen Stan en Jade ook voelen. Dit bleek wel een lastige, we haalden de doek weg en daar lag een knijper. Mo20170308_110037oi om te zien dat de kinderen dan allemaal aandachtig gaan voelen en ook in staat zijn te benoemen wat ze voelen. Na goed voelen en omschrijvingen als glad, bakje, stokje, ribbelig, rond, ruw en prikkerig raadde Stan dat het een eikeldopje was!20170308_105243

Na de pauze gingen we monsters schilderen, nou ja, niet op de klassieke manier met de kwast maar de verf al blazend alle kanten op sturen. Dat was wel werken voor de kinderen. De verf bleek in eerste instantie een beetje dik waardoor het zich niet zo gemakkelijk liet wegblazen maar later ging dat heel goed toen we dat verdund hadden. Verwondering en opgetogen gezichten bij het ontdekken dat je de verf op verschillende manieren kunt gebruiken. Later met een wattenstaafje en de rietjes als ‘kwast’ door de verf halen. Krokodillen, t-rexen en vogels trippelden over het papier waarbij ze allerlei verf20170308_110052sporen achter lieten. Alexander wilde in eerste instantie niet, geen schortje aan, niet blazen maar hij bleef wel zitten kijken, vertelde dat hij van geel houdt, ‘en rood vind ik ook mooi’. Na 10 minuten wilde hij toch wel, nadat ik hem gevraagd had of hij mij wilde helpen met mijn schildering. ‘Dat is goed’, zei hij waarna hij vervolgens heerlijk met het rietje door de verf op zijn papier bewoog.‘Kijk, het wordt toch heel mooi’, riep hij verwonderd. Zo leuk om te zien dat hij deze ontdekking keer op keer doet, dat hij het toch kan.

Ridders & prinsessen Pientere Peuters

Vol concentratie zaten de kinderen, samen bij elkaar, te kijken naar alles wat er in de boeken te zien was over ridders en prinsessen. Ridders hebben zwaarden, schilden en een harnas. Prinsessen hebben lange rokken, en een kleine kroon.  Allebei gebruikten ze paarden als vervoermiddel. En de auto van nu was de koets van vroeger! De ridders reden op hun paard en hielden toernooien om hun krachten te meten. In de beweegspellen die hierop volgden legden we pittenzakken op ons hoofd om te kijken of we net zo rechtop konden lopen als de prinsessen. Daarna gooide20170301_100128n we de pittenzakken over een rij van zwaarden om te zien hoever we dat konden. Alexander had wat aanmoediging nodig om de pittenzak op zijn hoofd te durven leggen. Best een gek gevoel zo’n zakje op je hoofd ‘en wat als ie er dan afvalt’, was zijn wat vertwijfelde vraag. Hij lachte triomfantelijk toen hij voelde hoe het zakje heel langzaam van zijn hoofd gleed en zo op de grond belandde. En zoals dat dan vaak gaat doet de kracht van de herhaling wonderen wanneer je iets spannend vindt.  Je probeert het keer op keer totdat het je lukt al wandelend met de pittenzak op je hoofd om naar de overkant te komen.

We hadden ook gelezen en gezien dat zowel de ridder als prinses op een kasteel wonen. De prinses had weliswaar een veel mooiere slaapkamer met prachtige jurken in de kast. De ridder had een schildknaap die, wanneer hij jaren bij een ridder geoefend had, zelf tot ridder geslagen werd. ‘Niet hard maar zachtjes doe ik dat’, zei Jade heel plechtig tegen Stan toen ze hem vr20170301_100242 (2)oeg of ze hem tot ridder mocht slaan. Stan keek eerst wat bedachtzaam maar toen ik hem toeknikte dat het OK was liet hij zich, heel voorzichtig, door Jade tot ridder slaan. Toch best wel griezelig dat iemand met een zwaard op je schouders tikt, je moet diegene dan wel vertrouwen. Zo ontstaan steeds weer mooie momenten waarop de kinderen ontdekken dat ze elkaar kunnen vertrouwen, elkaar kunnen helpen maar ook dat je soms even alleen iets wilt doen.

Alexander kon zich helemaal laten gaan in het ophalen en neerlaten van de valbrug en de ophaalbrug van het kasteel dat we gebouwd hadden. Hij had zich er zo mee verbonden dat Louise, in eerst instantie, niet mee mocht spelen. Dit was voor beiden e20170301_100613 (2)ven een moeilijk moment maar toen ze ontdekten dat ze hier ook samen konden spelen werd het al snel een dynamisch onderonsje. De een opende het hek, de ander reed de paarden er onder door en vervolgens werd het hek weer neer gelaten.

Ondertussen hadden Jade en Stan de verkleedkleren gevonden. Allebei trokken ze, gewapend met zwaard en beschermd door een schild ten strijde in hun prinsessenjurk. En zo blijkt maar weer, je hoeft niet persé jongen te zijn om ridder te spelen en niet persé meisje om een prinses te spelen. Je kunt, zoals Jade dat in volle overtuiging meedeelde ook altijd nog een PRINSESSERIDDER  zijn! 20170301_111122 (2) 20170301_111209

Eskimo’s of Inuit Pientere Peuters

Eskimo’s, wie of wat zijn dat eigenlijk?  Niemand wist het antwoord. We bogen ons over allerlei foto’s van iglo’s tot een hut gemaakt van allerlei huiden, en van kleding gemaakt van bont tot kajak. We zagen zeehonden, orka’s, walrussen, ijsberen en nog veel meer maar wat was nou toch een Eskimo? Alexander pakte de foto met de mensen gekleed in bont en eskimo 1keek er even aandachtig naar.  ‘Deze?’, zei hij vragend. De Eskimo wordt ook wel Inuit genoemd. De kinderen vonden dit wel een grappige naam.  We vroegen ons af waar ze woonden, wat ze zouden eten en of ze ook een fiets zouden hebben. We lagen met z’n vieren op de schapenvachten, lekker warm, alle foto’s aandachtig te bestuderen. Ik wees op een foto met een jongen die 2 grote vissen in zijn handen hield. ‘Dat eten ze’, riep Alexander opgetogen.

De iglo was fascinerend om te zien. ‘Een zwart gat’, zei Louise, ‘wijzend op de ingang’. ‘Maar je kunt er wel in’, zei Jade. We vroegen ons af of het daarbinnen wel warm zou zijn waarop ze alle drie spontaan tegen elkaar aan schoven op de wollen vachten.

‘We willen samen een hut bouwen, een soort iglo’, zeiden Jade en Louise vlak daarna. Maar hoe gaan we dat doen was de vraag. Ik pakte een schildersezel en een keukentrap, we hadden wat doeken en daar ontstond de hut. Maar er was nog iets spannends om te 20170215_102427 (3)doen. De trap op klimmen. Oei, dat was niet helemaal ingecalculeerd. 1 Voor 1 klommen ze de ladder op en af. De20170215_110320 (2) een voorzichtig en behoedzaam, de ander trefzeker steeds een treetje hoger. De onbevangenheid en het geloof in zichzelf dat ze dit kunnen is prachtig om waar te nemen.

Alexander had de platen met de ijsberen gevonden en wilde graag weten wat we daarmee konden doen. Er stonden kleine opdrachten op. Lopen als een ijsbeer, springen als een ijsbeer, tegelijk naast elkaar springen, achteruit lopen, op 1 been staan, hinkelen. Mooie oefeningen om je evenwicht te  oefenen, maar ook om te centreren en je te oriënteren in de ruimte.

Hoe je je kunt vergissen in ‘gewone’ dingen kwam mooi naar voren toen Jade onder mijn tunneltje door kroop. Ik verwachtte haar tussen benen en armen door te zien kruipen maar ze ging eerst tussen beide armen door (onder mijn hoofd) en daarna tussen de benen door. Ook Alexander en Louise stonden gefascineerd toe te kijken en besloten dat zij dat ook konden. Toen ze dit bij elkaar wilden uitproberen bleek het poortje een beetje krap en rolden ze over elkaar heen over de matjes.

Aan tafel met wat drinken en een stuk fruit bedacht Jade al plannetjes om ons straks op de thee te vragen in de hut. Ze was als eerste klaar en even later riep ze ons vriendelijk doch dringend vooral op visite te komen. Maar wat bleek, ik paste niet door de voordeur. ‘Ik heb ook een achterdeur hoor’, zei Jade waarop Alexander en Louise door de voordeur en ik door de achterdeur naar binnen gingen. En toen was het wel heel erg vol in de hut. De thee werd snel op gedronken en de koek gauw op gesmikkeld. Het was tijd voor ons knutselwerkje. De kinderen waren erg nieuwsgierig naar wat ik had meegebracht. Zakjes met een rietje erin vast gestoken met in het zakje allemaal kleine witte balletjes. Ze mochten een mooie tekening maken zodat we deze als decor in het zakje konden zetten want de witte balletjes stelden de sneeuw voor en door het rietje kon je het binnen in het zakje laten sneeuwen of zelfs sneeuwstormen. Alle ogen keken opgetogen op t20170215_111201 (2)oen ik het voordeed en ze wilden meteen ook allemaal blazen. Dat bleek voor een enkeling, door het enthousiasme, toch soms nog een beetje lastig. En waarom sneeuwde het niet bij hem? ‘Je moet zo blazen’, zei Louise, ‘in het rietje’. Hoe lief ze elkaar aanwijzingen geven en helpen vind ik bijzonder om te zien.

 

Bij het spel wat we als afsluiting deden werd er vooral goed opgelet dat er ook hetzelfde aantal stappen op het spelbord werden gezet als dat er ogen op de dobbelsteen werden ge20170215_110723 (2)teld. Mag je wel over iemand heen stappen en wat als er al iemand op mijn plekje staat? We hebben het samen opgelost en heel veel vissen gevangen voor de zeehond en haar jong. ‘Gelukkig, dan ga ik ook zo eten!’, was de slotzin van Jade. We gaven elkaar een hand, waarbij ik steevast door Jade wordt gevraagd ook te gaan staan i.p.v. op mijn knieën te blijven zitten en we wensten elkaar een fijne vakantie, tot 1 maart.

Samen kunnen we alles Pientere Peuters

Soms vind ik het lastig om tussendoor nog ‘even’ foto’s te maken. Het haalt me uit de flow van het moment maar wanneer er zulke mooie momenten als vanochtend ontstaan is het wel ontzettend leuk om terug te zien.

Samen kunnen we alles!

Voor peuters is dat best nog heel lastig, samen 20170208_120131spelen. Ze zijn nog zo op zichzelf gericht dat de ander gewoonweg niet ‘bestaat’ of soms ‘vergeten’ kan worden in het spel. Ze spelen dan voornamelijk naast elkaar i.p.v. met elkaar. Bij dit groepje peuters is dat toch duidelijk al anders. Ze zijn zich wel degelijk bewust van de ander. Dat dit in het heetst van het spel soms ook wel eens wat ongecoördineerd gaat of dat iemand de bal toch graag nog even voor zichzelf houdt hoort er ook bij.

Fantastisch hoe ze met zijn vieren samen hun best deden om de bal in de doek naar de overkant te brengen. Allemaal een punt van de doek vast houden. En dan, samen lopen, niet botsen en ja toen gleed de bal eruit. ‘Hoog houden’, zei iemand. Nog een keer proberen, oeps iemand had het doekje niet goed vast, weer achter de bal aan hollen. Allemaal weer klaar, ‘ik ben nu even klaar’, zei weer een ander waarop de overige drie zeiden. ‘Straks, eerst de bal naar de overkant’. Vol bewondering stond ik dit gade te slaan zonder dat ik iets hoefde te doen. En ja hoor, het lukte ze om de bal in de doek naar de overkant te brengen. Ze waren zo opgetogen dat ze ook nog even terug kwamen lopen. Wat een plezier en samenspel maar wat ik vooral zo mooi vond om te zien is dat dit in volledige harmonie verliep. Pas later vroeg ik mijzelf af, ‘hoe doen ze dat? Zonder boze woorden of gebaren maar met een vanzelfsprekendheid alsof ze nog nooit anders gedaan hadden.

Ik vroeg Louise of ze samen met Alexander voor mij het ei naar de overkant wilde dragen i20170208_095224n de doek. ‘Maar pas op hoor, laat het niet vallen want dan gaat het stuk’. Ze keek van mij naar het ei en weer naar mij. Haar ogen zeiden genoeg, ‘dat is een nep-ei’. Ik moest glimlachen, vroeg of ze dacht dat hij echt was waarop ze haar hoofd licht schudde en zei, ‘dat is geen echt ei’. De anderen waren nog in twijfel en samen bestudeerden we de buitenkant. ‘er is geen schaal’, zei Alexander, en daar had hij gelijk in. Ik liet het ei uit mijn handen vallen en een hard gejoel barstte los waarop ze achter het ei aan holden wat over de vloer stuiterde en rolde.

De kinderen zijn nieuwsgierig en daar word ik blij van. Het doet me beseffen dat er niet alleen voor hen nog zoveel te ontdekken valt maar ook voor mij. De ideeën waar ze mee komen, de manier waarop ze de blokken plaatsen of wanneer ze stralend naar je opkijken als ze de hoepel een rondje om hun middel hebben laten tollen. De eenvoud van de ontdekking in je nabije omgeving. In wat je doet, welke reactie dat geeft en hoe je daar dan ook zelf weer mee omgaat. Of, dat de ander daar weer mee verder kan. Jade houdt van bewegen en had gezien dat ik de kussentjes eerder die ochtend op elkaar had gestapeld. Ze stapelde ze zelf op elkaar en probeerde erop te klimmen. Het onvermoeibaar verplaatsen, proberen, rechtzetten en weer opnieuw proberen is intrigerend om te observeren. Zo ook bij het samen maken van de knikkerbaan.

Ik hielp20170208_100544 (2) ze op weg en al gauw probeerden ze zelf dingen uit, neerleggen, stapelen, bouwen, weghalen, knikkers erdoor laten rollen en dan weer opvangen. Schuiven, terug zetten, overleggen, en nog meer knikkers door de baan. Langzaam aan werd de baan langer en hoger gebouwd. Soms viel er iets om of schoof er een blokje weg, de een legde de blokken weer goed, de ander liet zijn knikkers erdoor rollen en gaf een derde ook een paar knikkers.

Rekening houden met elkaar, samen plezier beleven en bovenal blijven oefenen en proberen, geloof ervaren in jezelf! ‘Ja, ik kan het, ik heb een hele mooie gemaakt!’, riep Stan vol blijdschap.

20170208_111422                     20170208_110806                     20170208_110730