Categorie: Blog Knappe Koppies

Totempalen & tipi’s

totempalen & tipi's

Wauw, wat een goed begin van het nieuwe jaar!!

Totempalen en tipi’s. Er stond een tipi klaar en alle kinderen doken er vrijwel meteen in. De jongens van de oudere groep moesten even schuiven en meten maar het paste, en netjes naast elkaar zittend keken ze elkaar ietwat verwonderd aan. Indianen leefden in Amerika, of nee, daar wonen ze nog steeds. Maar dan niet meer in de tipi of wigwam hoor, gewoon in stenen huizen. En hoe zat het eigenlijk met de taakverdeling binnen een stam. Wie deed wat en welke kwaliteiten moest je dan hebben. Vooral bij de tweede groep hebben we hier bij iedereen even stil gestaan wat ze graag zouden willen zijn binnen een stam.

Er werd hard nagedacht over al deze verschillende functies binnen een stam en in de jongere groep beleefden we veel plezier aan het uitbeelden van gebarentaal. De kinderen deden flink hun best om de toeschouwers duidelijk te maken wat ze wilden zeggen zonder geluid te maken. Alleen de handen werden ingezet als middel om de boodschap over te brengen en soms hadden we daar iets meer bij nodig. Een springgebaar met de hand kan heel veel betekenen maar als je als een kikker gaat zitten en springen wordt het toch gelijk duidelijk.

Ongelooflijk hoe hard alle kinderen ook hebben gewerkt. Wat een doorzettingsvermogen en daadkracht werd er tentoongespreid. Er werd gezaagd, gehamerd en ondanks dat dit niet altijd als vanzelf ging hielden alle kinderen toch vol om hun eigen totempaal helemaal zelf in elkaar te zetten. Je komt er al doende ook achter dat twee losse stukken hout zomaar aan elkaar plakken niet echt stevig is en zo weer los kan komen. ‘Hoe kan ik dat nu het best vastmaken juf?’, werd er een aantal keer gevraagd en door de kinderen uit te dagen zelf oplossingen te bedenken kwamen ze er ook zelf of samen uit. Ook dat je een ander best om hulp kunt vragen en dat het heel leuk, gezellig en fijn blijkt te zijn die ander ook te mogen helpen. Wat hebben ze allemaal ongelooflijk veel geleerd en waanzinnig hard gewerkt. Op de vraag of de kinderen tevreden waren met het resultaat schudde een aantal kinderen hun hoofd. ‘Nou, eigenlijk wel tevreden met hoever het nu is, maar het is nog niet af daarom!’ Aha, dat was een mooie en heldere constatering van een fase waarin je bent beland. Emese en ik waren onder de indruk van de diversiteit en vooral ook van de eigenheid en ideeën die daarna werden omgezet in echte totempalen.

Dit was met recht een vliegende start zo in het nieuwe jaar!

 

Fantastische zeedieren

fantastische zeedieren

Haaien, schildpadden, zeepaardjes, kwallen, zand dollar, zee-egels, dolfijnen en ga zo maar door. Er zijn teveel dieren in de zee om op te noemen.

In de jongere groep spraken we ook over koraal. Hoe weten we nu dat dat dieren zijn en geen planten? Mmm, daar moest even over nagedacht worden maar het antwoord bleef uit. Een mooie vraag om thuis eens op te zoeken. 1 van de kinderen had een heuse zand dollar mee. Het leek veel op het ‘skelet’ van een zee-egel maar dan veel platter. De eigenaar vroeg zich peinzend af waarom er nu een ster op te zien was en wat dat inhield. Sommige kinderen wilden graag ook een zeedier uitbeelden. Een sidderaal die al sidderend en kronkelend over de vloer schoof. Een schildpad met bolle rug en flippers die hem langzaam voort bewogen en een ‘gewone’ vis die door de zee zwom.

We bekeken ook nog middels een proefje hoe het mede komt dat de haai zich zo razendsnel door het water kan bewegen ondanks dat hij zo zwaar is. Het had iets te maken met zijn lever, die is groot en bestaat voor een groot deel uit een olie-achtige substantie en dat… konden we zien, kan goed drijven!

Toen de opdracht kwam begonnen alle kinderen vrijwel direct hun idee uit te bouwen. Sommigen alleen, sommigen met z’n tweeën. En ondanks dat we van te voren hadden besproken hoe je nu het beste kunt beginnen. Waar begin je, hoe bouw je het op en hoe kun je goede verbindingen maken was het toch nog best lastig om dit in praktijk te brengen. De kinderen waren toegewijd bezig, probeerden zoveel mogelijk hun ideeën ook uit te werken, werkten samen, overlegden en probeerden de verschillende onderdelen aan elkaar vast te maken. Ook werd goed nagedacht over elektra, schoon en drinkbaar water in huis en hoe je je huis het best kunt verankeren. Er kwamen veel originele ideeën naar voren en werden er ook delen aan elkaar bevestigd zonder lijm maar met sate-prikkers. Niet alleen het zelf maken helpt je op nieuwe ideeën te komen maar ook het zien hoe de ander het doet helpt je verder om je eigen huis stabiel te maken.

Pipi Langkous en mindset

pipi mindset

Mindset en Pipi Langkous. ‘Ja, juf wat heeft Pipi nu met deze oventjes te maken’, wordt er gevraagd. Langzaamaan beginnen sommige kinderen zich hardop vragen te stellen. Prachtig als anderen er dan gelijk op reageren en er discussies kunnen ontstaan.

‘Wat is Pipi voor een figuur?’, vragen wij. ‘Echt een beetje een raar kind, ze slaapt met haar voeten op het kussen, ze bindt borstels onder haar voeten en boent zo haar huis, ze woont alleen in een huis met een paard en aapje’, en zo komen er steeds meer antwoorden. ‘En welke eigenschap heeft Pipi, wat kan ze verder goed?’ Dat is best een lastige vraag, waar wil juf heen?

‘Oké, Pipi zit met Tommie en Annika vast op een bergtop en wat doet ze?’, ‘eh, uitstappen en lopen’, wordt er voorzichtig geantwoord. ‘Ja, en wat zou jij doen?’, ‘eh, weet het niet juf, ligt eraan of ik het kan of niet’. ‘Wat doe je als je iets moet doen wat je nog nooit gedaan hebt?’, vraag ik de kinderen. ‘Gewoon proberen, ik kan alles’, wordt er in de eerste groep geantwoord. In de tweede groep ligt dat gedifferentieerder, schoorvoetend gaan er een paar vingers omhoog als ik vraag of je denkt, ‘laat maar lekker zitten’. ‘Wie denkt er gelijk, kom maar op, ik ga het gewoon proberen’, een paar vingers gaan omhoog. ‘Nou echt niet’, roept iemand, ‘dan doe ik het gewoon niet hoor’. De kinderen worden langzaam maar zeker wat losser en bedenken wat zij zelf zouden doen. ‘Ligt er ook aan of ik het leuk zou vinden of niet’, wordt er geantwoord. Ja, dat is ook waar, word je warm van een opdracht en denk je daar kan ik wel wat mee of je bent nieuwsgierig naar de uitkomst.

Mooi om de kinderen vandaag zo op hun eigen manier te zien stoeien met de vraag, ‘wat doe ik eigenlijk?’ Veel werd er ook niet besproken maar velen werden aangezet om te ervaren en ontdekken hoe zij zelf reageren op een probleem of moeilijke opdracht. Denk ik in oplossingen of problemen?

Hard gewerkt is er vooral ook op fysiek vlak want een gaatje in zo’n simpel blikje slaan valt toch echt nog niet mee. Maar hoe groot is de victorie als je je eerste gat in het blik slaat!  En daarna natuurlijk het ‘feestmaal’. Hoe opgetogen waren de kinderen dat zij met zoiets als een blikkie hun eigen pannenkoek konden bakken. En voor diegenen die het thuis nog eens willen proberen, meer dan een blikje, spijker en hamer (en wat doorzettingsvermogen) heb je niet nodig.

Doorzetten, geduld hebben, samenwerken, opnieuw proberen en mijn eigen ding maken, waren allemaal dingen die de kinderen zelf benoemden wat ze vandaag geleerd hadden.

Hoe rijk zij wij dat we deze kinderen in ons midden mogen begeleiden.

Ouders DANK JULLIE

Verschrikkelijke dinosauriërs en archeologen

Sjonge wat kunnen de kinderen hard werken zeg. Enthousiast en met een enorme inzet begonnen ze aan de klus. Als echte archeologen of ook wel paleontologen groeven ze een klei landschap af om te kijken of ze nog fossielen konden vinden.

En hoe doe je dat? Wat heb je dan nodig? Het was voor beide groepen best lastig om te bedenken waar een archeoloog nou goed in moet zijn. Maar gelukkig toen iemand eenmaal iets opnoemde kwamen er meer kinderen met suggesties. Zo zie je maar weer dat je soms gewoon maar ergens moet beginnen. Samenwerken, geduld, uithoudingsvermogen en blijven doorzetten. Ook al vind je een hele tijd niets. En hoe voelt het dan als iemand wel al wat vindt en jij niet ondanks dat je net zo hard werkt als de ander? Lukt het je dan ook om nog verder te zoeken? Het was een ware uitdaging voor de kinderen om tot het laatste stukje klei door te ploeteren maar uiteindelijk waren toch alle tanden gevonden. Het werken met de klei doet een beroep op ons tastzintuig, onze huid en daarmee direct op onze eigen fysieke grenzen. De wil wordt gestimuleerd om door te zetten en je kunt ook fysiek ervaren wat dat met je doet. Het was mooi om te zien dat er in beide groepen een tijdlang, tijdens het graven, een enorme rust maar ook enthousiasme heerste. Ook dat is wat werken met je handen kan veroorzaken, rust in het hoofd en levenszin in de handen.

Voor sommige kinderen was het werken met klei op deze manier een verademing, het hoefde even niets te worden terwijl je toch zo met je handen bezig kon zijn. Een aantal merkten op dat er een soort van steentjes in de klei zaten, het koud, nat en ‘vies’ was. Al deze elementen geven ons informatie over hoe we, in dit geval de klei, de dingen om ons heen ervaren. Wat doet dat met je en hoe kun je het zo aanpakken of veranderen dat het goed voelt voor jou?

De ontdekking dat de grote gigantische en angstaanjagende T-rex gewoon een enorme kip was vonden sommige kinderen een verbijsterende mededeling. Ze konden het bijna niet geloven. We kwamen te weten dat dinosauriërs waarschijnlijk helemaal geen reptielen waren omdat zij zich heel anders gedroegen. Zo bleken ze helemaal niet koudbloedig te zijn. ‘Koudbloedig juf, wat is dat?’, vroeg 1 van de kinderen uit de 2degroep. De kinderen overlegden met elkaar wat dat toch kon betekenen en kwamen er uiteindelijk achter hoe dat met warm- en koudbloedig zit.

Met rode wangen en ‘gewapend’ met een haaientand verlieten de kinderen deze bijeenkomst.

Zwaartekracht

zwaartekracht en stuiterbal

Zwaartekracht, dat was wel even lastig uitleggen vonden de meeste kinderen. Of was het gewoon de kracht van de zwaarte. Hoe zwaarder het voorwerp hoe harder of sneller het naar de aarde toegetrokken zou worden. We namen de proef op de som en ontdekten, we konden het overigens maar nauwelijks met het blote oog zien, dat het gewicht er niet toe deed. Hoe kwam dat nou? In de tweede groep wist 1 van de meisjes te vertellen dat het iets met lucht te maken had en wrijving en met wat nieuwe gedachten en hypotheses kwamen ze er toch uit. Ze wilden ook graag even de proef met het zilverfolie doen om vast te kunnen stellen of hun theorie ook zou kloppen! Prachtig hoe van de ene vraag er meer vragen kwamen, antwoorden ontstonden, redenaties geformuleerd werden en er toen een conclusie uit kwam.

De bal zilverfolie viel natuurlijk veel sneller naar beneden dan ons eigen gevormde schoteltje. Het is niet het gewicht maar de vorm die voor de snelheid van het vallen zorgt. Veroorzaakt door de wrijving met de lucht. We deden nog meer proefjes, voelden hoe het voelt als je op de zon een sprong van 1 meter zou willen maken en maar 3 cm. verder kwam en je inbeelden hoe het zou zijn om dan op de maan een sprong van 6 meter te kunnen maken.

We maakten van wol een vilten jasje om de stuiterbal heen en o, o, wat moet je dan toch eigenlijk stiekem goed op letten om de wol precies datgene te laten doen wat jij graag wilt. Proberen en ontdekken hoe moeilijk of makkelijk iets je afgaat en ook nog even bij je buren kijken is soms best een klusje. Kun je tevreden zijn met wat je gemaakt hebt, hoe je het gedaan hebt, misschien wel voor de eerste keer nl. en ontdekken dat het soms anders uitpakt dan je van te voren had bedacht. Allemaal thema’s die stiekem de hele middag aan bod komen zonder dat we er echt mee bezig zijn.

‘Eh, juf wat heeft die stuiterbal nu te maken met de zwaartekracht?’, werd ons gevraagd vlak voordat we klaar waren. ‘Goeie vraag, zou iemand kunnen proberen dat te beantwoorden?’. Er werd hard nagedacht, ‘omdat ie stuitert’ of ‘gewoon omdat jij dat leuk vond om te maken’. Ook hier was de tactiek vragen, doorvragen, redeneren en conclusies trekken. Rubber, stuiteren, elastisch, heen en terug op de grond. Het kwam allebei voorbij. Mooi iets om over na te denken en uit te proberen als je thuis bent. En hoe komt het dat de stuiterbal, ondanks de zwaartekracht, weer omhoog kan stuiteren uit zichzelf?

Annet van de Rhee kwam vandaag invallen voor Bianca. Het was een hele fijne samenwerking en we hopen dat Annet nog eens kan komen als Bianca of ik zelf niet kunnen.

Menselijk lichaam

Bukken lukt echt niet als je met je rug tegen de muur staat en met je hielen er ook strak tegenaan! Keer op keer probeerden de kinderen het met als gevolg de meest vreemde capriolen. Het kan namelijk gewoon niet. Je billen krijgen zo geen ruimte om naar achteren te bewegen om je evenwicht te kunnen bewaren en dus val je naar voren. Sommige kinderen gaven niet op en oefenden maar door en merkten dat ze soms een stukje verder kwamen dan de poging daarvoor.

We deden nog meer proefjes met ons eigen lichaam, ‘handig juf want die heb je altijd bij je’, opperde een kind. Ja en we kwamen er ook achter dat je middelvinger en ringvinger in sommige posities niet afzonderlijk van elkaar te bewegen zijn. Dat iedereen een andere longinhoud heeft en een unieke vingerafdruk.

Veel proefjes en onderzoek hebben we gedaan en ja zelfs gezien dat we allemaal een gat in ons hand kunnen ‘toveren’. Bij de röntgenfoto van een hand was toch best lastig te ontdekken welk botje nu gebroken was. ‘Zou een dokter dat nu ook allemaal weten’, vroeg iemand zich hardop af. En wat gebeurt er met je hart als je vanuit rust langdurig gaat bewegen. En waarom doet hij dat eigenlijk? Allemaal vragen die spontaan bij de kinderen boven kwamen als we weer een proefje hadden gedaan.

‘Toch graag weer een creatieve opdracht juf de volgende keer’, kregen we als tip mee. Leuk om te horen dat dit onderdeel voor de meeste kinderen essentieel is om echt een voldaan gevoel te hebben na afloop. ‘Maar het was vandaag ook leuk hoor juf’, kregen we gelukkig als afsluiter mee.

Natuur & Land Art

natuur & landart

Naar buiten, de natuur in, het viel ons op dat de kinderen rustig waren, daardoor een dode vis in het water opmerkten. Deze was later trouwens, op de terugweg, op wonderlijke wijze op het droge beland aan de andere kant van het pad nog wel! En het was een fiks exemplaar met een grote open bek en grote schubben. Dat hadden de kinderen wel gelijk opgemerkt. Thomas wees ons op de kikkerdril wat we zachtjes met een tak naar de oever probeerden te manoeuvreren. Zo konden we de zwarte puntjes, de kikkervisjes in spee, goed bekijken. Sommige waren geen stipjes meer maar waren al een soort van slangetjes geworden meende Kris te zien.

We liepen verder over het pad en vonden schors met heel veel pissebedden. Later vertelde Bianca ons de reden waarom deze kriebeldiertjes pissebedden worden genoemd. Vroeger at men handjes vol pissebedden om van nierweg- of blaaskwalen af te komen. Sommige kinderen, incluis ikzelf, keken haar met afgrijnzen aan. ‘Gatver’, Bas rilde en ging prompt weer verder met zijn kunstwerk van groene dennentakken, die later tot een soort koeienkop werd omgedoopt.

Rosa bouwde een nest van takken en alles wat ze kon vinden om het maar tot een zacht en behaaglijk huisje te bouwen. Ze ging er later zelf even op zitten. Timo wilde van het zachte groen mos een kunstwerkje maken. Probeerde met verschillend materiaal dingen uit maar het zachte mos bleef toch trekken. Titus hielp met de takkenbal maar deze bleek lastiger tot een geheel te maken dan verwacht. Hij voegde zand en water toen om te kijken of het steviger werd. De onderkant wel maar er zakte ook wat in! Noortje was vol concentratie gericht op het maken van een mega stevige bol van zand. Ze testte tussendoor iedere keer even hoe sterk hij werd. Uiteindelijk stampte ze heel hard met haar voet op de bol en keek verrukt op toen bleek dat er werkelijk niets mee gebeurde. Hij bleef er precies zo uitzien als voordat ze erop stampte. Daarna legde ze nog een serie stenen om de rand heen om hem te versieren.

Cato had heel grappig, en toepasselijk, een boom gemaakt van een dikke tak met takken en een paar kastanjes. En toen riep Titus dat hij iets heel bijzonders had gevonden. Het was een kastanje met een worteltje eraan. Wauw, dat is mooi. Verschillende kinderen wilden graag zien hoe dat eruit zag en daarna werd de kastanje weer voorzichtig weer terug in de aarde geduwd. ‘Zo kan hij lekker verder groeien’, stelde Titus vast.

De jongens uit groep 2 begonnen gelijk met het slepen van grote en het liefst veel te grote takken om een hut te maken. Natuurlijk niet op de grond was het plan maar ergens boven in een boom. Wat jammer nou dat wij al bedacht hadden dat we niet in de bomen zouden klimmen en er dus ook geen boomhut gebouwd kon worden. ‘Kunnen we niet een riddergevecht houden?’ vroeg Nico zich af al zwaaiend met een lange stok. ‘Daar zou ik nou echt eens zin in hebben’, voegde hij er nog aan toe. Ik moet eerlijk zeggen, het stond hem goed die lange rechte stok en zijn idem dito koene houding. Het was even schakelen maar al gauw werden de takken en stokken aangesleept om een hut tegen een boomstam aan te construeren. Dat wilde niet echt lukken, toen maar op de grond. Tim struinde de omgeving af op zoek naar geschikte takken. We ontdekten dat de gevorkte takken heel goed als steunen konden dienen en we zo een goed raamwerk konden fabriceren. Daarover heen werden verschillende takken in verschillende maten gelegd. Flo en Mark waren samen druk bezig om er een geheel van te maken. Tim, Nico en Felix bedachten dat ze wel een insectenhuis konden maken maar ontdekten dat de gaten toch wel erg groot waren. De gevonden slak kon er natuurlijk zo uit glijden ondanks dat het een flinke jongen was. Guus was vooral bezig om de enorm lange takken die hij gevonden had in bedwang te houden en tegen een boomstam aan te zetten. Tjonge wat hield hij dat lang vol en nog wel in zijn eentje. Af en toe liepen Bianca en ik even langs om te vragen of alles naar wens ging. Hij was zo geconcentreerd bezig dat hij ons af en toe gewoon niet hoorde. Hopelijk heeft hij er niet teveel spierpijn aan over gehouden!

Roman was vandaag voor het eerst, vond het heel spannend en keek de zogenaamde kat uit de boom. Toen bleek dat er veel kikkers en ook een verdwaalde pad rondscharrelde op de plek waar we bezig waren kwam hij los. Samen met Rob ‘spaarden’ ze de kikkers in hun handen maar deze waren hen af en toe te snel af en sprongen ze haastig weg tussen het gras.

Landart, kunst in het landschap… grote en kleine kunstwerkjes kwamen tevoorschijn. Ieder kind op haar of zijn eigen manier bezig om de gevonden natuurlijke materialen een andere bestemming te geven. Soms al wat bekend en soms leidend tot verrassingen. 1 ding is zeker, dankzij het prachtige weer hebben de kinderen zich heerlijk kunnen uitleven in de natuur. Voor Titus, Timo en Bas de (voorlopig) laatste keer bij knappe koppies. Wij vonden het heel leuk dat jullie de bijgewoonde bijeenkomsten, samen met de andere kinderen, zoveel kleur hebben gegeven.

namen zijn fictief

Romeinen in de stad

Romeinen in de stad

Romeinen in de stad

Oei, dat was een ambitieus volk! De wereld wilden ze veroveren. Dat lukte ze echter niet maar ze waren aardig op weg. Grote delen van Noord-Afrika, het Oosten en een groot deel van Europa tot en met Nederland aan toe wist Petra te vertellen. ‘Niet helemaal, slechts tot de Rijn’, bracht Job in. Ze probeerden elkaar steeds af te troeven in correctheid en nauwkeurigheid van feiten. Een mooi ‘kibbelend’ stel die beiden moeite hadden het laatste woord aan de ander te gunnen. Het lukte ze wel heel goed om het los te laten en verder te gaan met waar we mee bezig waren.

Guus had foto’s mee van hem zelf toen hij 4 jaar was, staande bovenop ruïnes van amfitheaters en arena’s. De Romeinen waren namelijk niet alleen veroveraars maar ook geweldig bouwers. Van geplaveide straten tot arena’s, amfitheaters, aquaducten en ja zelfs een soort van flats. De arme mensen van Rome woonden allen opeengepakt in zo’n ouderwetse flat die ook wel insula werd genoemd. Het leek Vivian wel gezellig maar toen ze hoorde hoe weinig ruimte eenieder had en het er ook vreselijk stonk had ze toch liever een ‘gewoon’ huisje. Er kwamen veel Romeinse voorwerpen, gewoonten en ook een aantal mensen voorbij. Nero, Caesar en wie was nu ook al weer Spartacus? Bas bladerde door zijn meegenomen boek om te kijken of hij iets kon vinden maar bleef het antwoord schuldig. Het was de leider van het zgn. slavenleger. Ze vochten voor vrijheid maar dat lukte toen nog niet echt.

Vandaag deed Rosa voor het eerst mee. Ze had ook boeken bij zich en liet een aantal platen zien. Maar ook de rest van het boek was mooi voor haar. Ze bladerde rustig door het boek en kwam daarbij allerlei oude volkeren tegen. Tijn had vandaag wat moeite om zijn draai te vinden en bewoog wat rond de groep toen we een kleine introductie van de Romeinen deden. Dat is prima zolang je de anderen niet stoort en zo, al bewegend, wel mee kunt luisteren. Maar we merkten al snel dat de kinderen aan de slag wilden. Dingen maken, creëren, ‘gewoon, iets doen’, merkt Tijn op. Ja, Thomas had ook al in zijn eigen boek gebladerd en was van alles tegen gekomen. Vol goede moed begon hij aan zijn bouwwerk.

De soldaten van het oude Rome zagen er toch wel indrukwekkend uit met van die pluimen op hun helm. Ook de gladiatoren kwamen voorbij. En gevechten, soms met leeuwen zelfs. Daar komt de uitdrukking, “voor de leeuwen geworpen”, vast vandaan bedachten we met z’n allen. Alle kinderen hadden bij binnenkomst de bakjes met suikerklontjes al gezien. Toen we eenmaal aan het werk zouden gaan was de verleiding voor een aantal kinderen best heel groot om ze niet in hun mond te stoppen. Kris probeerde tijdens het bouwen soms toch nog even een likje van de klontjes te nemen en schuurde ijverig aan de klontjes. ‘Zo komt er meer suiker voor de mo.. lijm’, verklaarde hij!

We merkten dat bij beide groepen het heel moeilijk was om een bouwwerk van suikerklontjes met suikerglazuur vast te plakken. Het luistert heel nauw hoeveel water je bij de suiker deed. Was het teveel dan ‘smelten’ je klontjes weg en deed je te weinig dan werd het veel te korrelig. En het geduld, doorzettingsvermogen en de wil om iets voor elkaar te krijgen werden vandaag enorm op de proef gesteld bij de meeste kinderen. Noortje riep ineens wanhopig, ‘het lukt voor geen meter!’ Om maar aan te geven hoe lastig het echt was. Sommigen herpakten zich een aantal maal om toch weer opnieuw te beginnen. Titus was heel geconcentreerd bezig en bedacht dat hij een mooie mozaïekvloer zou kunnen maken. Dat was echt heel goed gevonden. Hij ondervond door het doen, dat het heel moeilijk zou worden om iets de lucht in te bouwen. Hij besloot daarop de vloer te maken. Ook Vivian en Petra kwamen op dat idee, terwijl Guus aan de andere tafel ook besloot tot laagbouw. Job en Bas hadden het gezellig met elkaar maar hielden elkaar daarmee uit de concentratie. Ze oefenden, verlegden en stapelden weer op maar zij bleven stoeien met de ‘lijm’.

Wat sommige kinderen heerlijk vonden om te doen was het schuren van de blokjes waardoor ze wat meer naar andere vormen konden toewerken. Maar het klontje werd soms toch iets te klein waarop ze het volgende klontje begonnen te schuren. Tijn had tijdens het bouwen een goede concentratie maar hield het aan het eind niet meer uit om zijn bouwwerk steeds maar in elkaar te zien zakken. Op dit soort momenten is het verschrikkelijk moeilijk om te ontdekken dat jij toch echt de enige bent die iets met die klontjes kunt en deze stomme klontjes zelf helemaal niets. Uithouden, proberen, oefenen, het zien instorten en soms ook het euforische gevoel voelen opzwellen dat het dan uiteindelijk dan toch gelukt is!

Namen zijn fictief

Milieuvriendelijk & recyclen

milieuvriendelijk & recyclen

Job, Guus en Bas bedachten dat ze samen wel de uitdaging aan wilden gaan om een milieuvriendelijk dorp te ontwerpen. Er werd gekletst, bedacht, getekend en gebouwd. Terwijl Bas en Job al in de doe modus waren beland kroop Guus nog langs de vellen papier, bedenkend wat er nu echt milieuvriendelijk zou kunnen zijn. Zonnepanelen, windturbines, glas recyclen. ‘Mmm, poep recyclen misschien?’, Job en Bas knikten instemmend. Ja hoe zat dat ook al weer met die koeienpoep. ‘Biogas’, antwoord Job terwijl hij rustig verder bouwt aan de muren. En auto’s op elektra. Bas weet te vertellen dat de elektrische auto minstens 6 jaar mee moet gaan om 1 auto die op benzine rijdt te vervangen. M.a.w. na 6 jaar worden de elektrische auto’s pas echt milieuvriendelijk.

‘We hebben trouwens geen fietsen en auto’s in ons dorp maar metro’s, ondergronds en rijdend op elektra’. Geen uitlaatgassen, mensen die ziek worden, vieze gebouwen etc. was de droge opmerking van Job. Guus zijn hersenen hoorde je bijna kraken. ‘Er moet toch ook nog iets anders te verzinnen zijn om milieuvriendelijk te worden?’, vroeg hij zich af. De jongens bouwden en tekenden hun dorp naar eigen inzicht waarbij er veel waterwegen te zien waren. Een zuivere bron, dan had iedereen schoon water. Maar op de vraag of het water zo in het openbaar ook echt schoon zou blijven was even iets om over na te denken.

We bespraken de glasbak en papierbak. Wat gebeurt daar eigenlijk allemaal mee? Bas riep, ‘dat smelten ze’, ‘ja en dan laten ze het afkoelen’, zei Job eenvoudig. Guus begon te grinniken toen hij me aankeek. ‘Oké, dus je smelt het eerst, om het daarna weer te laten afkoelen? Juist, dat klinkt zeer logisch’, zei ik. De jongens begonnen te lachen en door elkaar heen te roepen en vertelden toen van de glasblazer etc. Misschien is dit wel zo’n mooi voorbeeld van hoe snelheid en flexibiliteit van de gedachten van de kinderen werken. Het hele middenstuk tussen gesmolten glas en een glas in je kast was even ‘vergeten’. ‘Dat snap je toch wel?’

Ook de jongere groep ontwierp hun eigen dorp. Opgedeeld in kleine groepjes maakten ze samen of met zijn drieën een zo milieuvriendelijk dorp als ze maar konden bedenken. Er werd gebouwd, getekend en bedacht. Zonnepanelen op de daken gezet en mooie parken aangelegd voor het groen. ‘Wat gebeurt er eigenlijk met het papier dat buiten in de grote papierbak beland?’ vroegen we ons af. We gingen het zelf uitproberen maar dan op zeer kleine schaal.

De kinderen waren allemaal opgetogen over het feit dat ze echt zelf papier zouden gaan maken. Verwondering bij verschillende kinderen over dat de verschillende groepjes ook verschillende kleuren papier hadden. Timo wilde absoluut niet met zijn handen in de emmer met water en daar de oude kranten in doen. Tijn kon niet wachten om te zien wanneer het droog zou zijn. Ook Thomas wilde heel graag dat zijn stukje papier droog zou zijn om het mee naar huis te kunnen nemen. Noortje stond met rode wangen de stukjes papier te mixen zodat het een soort pulp werd. ‘Het lijkt nu net stof’, opperde Bas bij het zien van de verfijnde stukjes papier. Thomas was zo slim geweest om tijdens het mixen al wat water bij de pulp te gieten zodat het wat beter zou gaan mengen. Toen alle papier een brei was geworden kiepten we dit in een ondiepe bak en goten er nog water bij zodat de pulp goed nat en vezelig zou worden. Julian en Flo wisselden het papier snipperen en mixen goed af met elkaar en ook bij het scheppen met de kleine gaasjes deelden ze de spullen gebroederlijk. Best nog een karweitje om de pulp op je gaasje goed te verdelen zodat je ook echt een papiertje zou krijgen. Ben was zeer serieus bezig om zijn velletje goed op de ‘uitdruipdweil’ neer te leggen zodat het 1 geheel zou blijven. Dat was best nog een lastig trucje maar het lukte hem uitstekend. Voorzichtig maar toch met een stevig tikje de pap losslaan. En nu maar wachten, ja dat duurt behoorlijk lang, ondanks de elektrische deken, vloerverwarming en föhn.

namen zijn fictief

Dirigent van je eigen leven

dirigent van je eigen leven

‘Wat gaan we doen?’, is steevast de vraag wanneer de kinderen binnen druppelen. De tafels stonden vandaag ook anders opgesteld en de kinderen snuffelen door de ruimte. Tijn heeft een eigengemaakte trommel mee en er komt een zwaar vibrerend geluid uit. Vol trots toont hij hem aan de andere kinderen. ‘Niet met je vingers prikken, anders kan hij scheuren’, waarschuwde hij een aantal kinderen. ‘Dirigent van je eigen leven’, wat betekent dat eigenlijk. ‘En wat is of doet een dirigent?’ Eva wist het treffend te verwoorden. ‘Een dirigent is het stuur van een orkest’. En kun je dat dan ook van je eigen leven zijn? Was de volgende vraag. ‘Ja’, er werd instemmend geknikt, dat je zelf weet wat je wilt en dat ook gaat doen. Ja dat laatste is best een belangrijk onderdeel van het weten en willen. Ook gaan doen!

Demi was vandaag voor het laatst nadat zij vele bijeenkomsten met ons mee deed. We zullen haar kleine grapjes en haar heldere en duidelijke antwoorden en ideeen nog missen. Ze was een uitstekende dirigente die het orkest goed wist te leiden. Naast Noortje kon ze zich helemaal laten gaan en ronddansen tijdens het tekenen op muziek. En Noortje danste in het rond en tekende haar hele vel vol. Ook het dirigeren ging haar goed af en een grote glimlach verscheen op haar gezicht wanneer het orkest op tijd begon en helemaal wanneer het precies op tijd stopte. Echt heel goed gedaan! Voor sommigen was het namelijk heel moeilijk om het orkest te laten doen wat hij/zij bedoelde. Er werd dan toch even geroepen terwijl dat niet de bedoeling was. Job legde uit hoe het zit met een dirigent en orkest, wat de verschillende bewegingen betekenen maar tussen weten en doen zit best een verschil. Daar kwam hij snel achter bij ‘zijn’ orkest. Hij liet zich niet zomaar uit het veld slaan en gaf op geheel eigen wijze vorm aan zijn muziekstuk. Ook Vivian waagde een poging maar merkte op dat het lastiger was dan ze had gedacht.

Voordat we onszelf zouden gaan dirigeren bespraken we vooral met de oudere groep wat muziek voor invloed op je kan hebben. Er lagen kaarten over gevoelens op de mat en Ilse pakte er gelijk een aantal op. ‘Melancholisch is wanneer je terugverlangt naar het verleden’, legde Petra uit. ‘En ik irriteer me weleens aan mensen die eindeloos kwebbelen’, vertelt Ilse met een uitgestreken gezicht. ‘Of ze een zekere persoon in haar gedachten had’, werd er door iemand gevraagd. Daarop glimlachte ze geheimzinnig. De kinderen knikten instemmend op de vraag of ze weleens muziek aanzetten omdat ze zich droevig voelen, eenzaam, ‘of juist heel blij’, vult Eva aan. ‘Voor ieder gevoel een muziekje’, opperde Guus. Ook daar werd weer instemmend op gereageerd.

Tijdens het bewegen op muziek, om met je lijf ook te voelen of er verschil is in muziekstukken, zat Guus nog wat ongemakkelijk op de grond. Hij kon wel duidelijk het verschil zien aan de anderen tijdens het dansen dat er verschillende muziek werd gedraaid. Bij het tekenen op muziek ging hij naast Job helemaal los in de beweging. Guus merkte nu op dat je ook verschil in tekeningen ziet. Welke tekening van de drukke of juiste rustige muziek was. Ook Job gaf letterlijk en figuurlijk een draai aan zijn tekening. Ieder gaf op zijn eigen unieke wijze uitdrukking en vorm aan zijn tekening. Sommigen zagen na afloop een beeld tevoorschijn komen die soms hun gevoel tijdens het tekenen weergaf. Tijn riep verrukt dat hij een echte leeuw in de lijnen tevoorschijn zag komen. Anderen vonden het heel moeilijk om in de chaos van de lijnen een vorm te ontdekken of deze ook gewoon te tekenen. Het doel was uiteraard niet om een waanzinnig mooi werk af te leveren maar om in de beweging, het proces van creeren te komen en dat was bij iedereen goed gelukt.

Ook bij de jongere groep gingen de kinderen heerlijk ‘te keer’ op het papier. Soms in het begin nog wat behouden maar naarmate de Happy muziek langer duurde werden de kinderen toch steeds losser. Thomas had een prachtig boek mee waarbij je alle muziekinstrumenten kon beluisteren. Hij vertelde dat hij van blaasinstrumenten houdt, de fagot, hobo en dwarsfluit en van rustige muziek. Timo schoof aan en vertelde dat hij juist van drukke muziek houdt. Hij was de gehele bijeenkomst in beweging nadat hij in het begin wel even keurend stond te kijken wat de bedoeling was. Soms moesten we even de stopknop zoeken maar het was leuk om te zien dat hij zich zo vrij door de ruimte bewoog vandaag. Kris had het orkest goed en op een speelse manier onder controle. Naarmate hij wat langer kon oefenen ging het steeds beter en stopte het orkest keurig wanneer hij dat aangaf. Sara had in het begin even een klein hobbeltje maar stroomde na een geruststellend praatje met Mirjam heerlijk mee. Ook wist zij heel goed wat een dirigent doet.

Zo waren we vandaag met twee uitersten bezig. De controle houden over het orkest, zodat het een harmonieus geheel wordt. Noodzakelijk als je een mooi concert wilt geven.

En de muziek gebruiken om even helemaal los te komen uit je denken en even lekker in de beweging komen en gewoon je gevoel volgen tijdens het dansen. Heel mooi om te zien dat ‘het je laten gaan’ vaak makkelijker is dan ‘de regie in handen nemen’ en anderen te laten doen wat jij wilt. (zonder dwang uiteraard!)

Namen zijn fictief