Regenwoud Pientere Peuters

regenwoud

Regenwoud, is dat hetzelfde als jungle?’, vroeg Louise zich af. Of het oerwoud, vroeg Stan kijkend naar het boek dat voor ons lang. Stan en ik hadden hetzelfde boek mee gebracht en zo konden de kinderen in tweetallen in de boeken kijken. En er was veel te zien, van het bos dat bij hevige regenval in een moeras verandert en waar vissen in zwemmen tot kriebelbeestjes tussen de blaadjes op de grond. Reptielen die zich net iets boven de grond in struiken en bomen bevinden net als grote roofdieren als tijgers en panters en kleinere zoogdieren boven in het bladerdak van het regenwoud. De roofvogel, zoals de harpij, zit in de toppen van de woudreuzen. En die laatste zijn natuurlijk geen echte reuzen maar wel de reuzen van de bomen, ze worden tot wel 40 meter hoog! Met veel interesse bekeken de kinderen alles wat er voorbij kwam. Door de verklarende plaatjes met tekst en uitleg over wat er allemaal te zien was kwamen we veel te weten over welke dieren er in het regenwoud wonen.

En toen kwamen de dieren tot leven. Ze verstopten zich eerst en kwamen toen weer fladderend als vlinders, sissend als slangen of als brullende panters weer tevoorschijn. Voordat we pauze hielden zochten we eerst nog de juiste snuiten bij de dierenplaatjes die we voor ons hadden liggen. De ene snuit was echt heel makkelijk om te herkennen. Zoals de snuit van de panter of de ver open staande bek van het nijlpaard maar wat was nou toch dat gekke grijze kromme ding en een soort lachend gezicht. De kinderen keken nauwkeurig naar de plaatjes en gingen samen in overleg. Hoewel Alexander een aantal keer zei dat hij het niet wist bleef hij toch doorzoeken en kijken. Stan en Louise kwamen beiden op het idee om eerst de plaatjes te doen die ze wel wisten. Heel goed bedacht, zo houd je minder keuze over. Ze legden eerst de moeilijke opzij en hielden daarna nog maar 3 dieren over. En jawel, de juiste snuit werd bij de laatste drie dieren gelegd. Heel mooi om te zien hoe ze samen aan het kijken, zoeken, passen en verwisselen waren. Wat daarbij vooral mooi is om bij deze jonge kinderen waar te nemen is dat ze nog vrij makkelijk met elkaar mee bewegen ondanks dat ze alle vier heel goed hun eigen koers kunnen, en vaak ook, willen varen. ‘Zo, nu hebben we wel echt pauze verdiend’, opperde Jade.


 

Tijdens de pauze komen er vaak kleine gesprekjes op gang en altijd volgt de vraag, ‘wat gaan we vandaag maken?’ Ze hadden de verfpotjes al zien staan, ‘maar die zijn nog leeg juf’, zegt Louise al wijzend naar de potjes. ‘En ik zie ook geen papier’, vervolgt Alexander het gesprek. ‘Kwasten wel en water ook’, Stan probeert alvast te raden wat we gaan maken. ‘Het regenwoud’, zegt Jade al verder etend aan haar fruit. Verheugd ruimen ze hun spulletjes op en kijken vervolgens vol verwachting naar wat er gaat gebeuren. Kleuren worden alvast gekozen en wanneer de verf in de potjes zit willen ze gelijk starten. ‘Eerst nog even het papier nat’, zegt Louise en pakt de spons op. Dat lukt ze al goed, zelf het papier helemaal nat maken. Ik doe dat om het stromende element, dat water bezit, te benutten om de kleuren goed met elkaar te laten samenvloeien. Er ontstaan daardoor gemakkelijk mengkleuren wat altijd een feest is om te ontdekken tijdens het schilderen.

De kinderen waren erg behulpzaam naar elkaar toe deze ochtend, verfpotjes doorgeven, doekjes uitwisselen en soms een tip welke kleur helpt om oranje te maken. Alexander heeft soms wat moeite om te starten met de creatieve opdrachten. Hij kijkt dan wat de anderen doen en lijkt daardoor geremd maar vandaag had hij daar geen last van. ‘nu wordt het heel donker in het oerwoud’, ondersteunde hij zichzelf tijdens het schilderen. ‘En kijk juf, nu wordt het weer licht, en zo wordt het weer donker’. De triomfantelijke klank in zijn stem bij de ontdekking dat je dit zelf kunt sturen was prachtig om te horen en te zien. Vandaag heeft hij geleerd dat wanneer hij vindt dat hij iets niet kan hij ook kan zeggen, ik kan het nu nog niet, maar straks (volgende keer) misschien wel.


Louise zei met een tevreden bijna plechtig gezicht, nadat er in haar zelf geschilderde regenwoud nog allerlei mooie dieren waren opgeplakt, ‘het is heel mooi geworden’. Stan experimenteert graag tijdens het schilderen en gebruikt daarbij soms ook zijn plank en soms zelfs de tafel als schildersobject. Hij kan heel gericht druppels water in de verf op het papier laten vallen en dan kijken wat er gebeurt. En Jade gaf Louise vandaag zonder aarzelen de grote olifant om in haar oerwoud op te plakken terwijl ze die zelf ook heel graag wilde hebben. Haar oog was waarschijnlijk al gevallen op de kleurrijke paradijsvogel die ze doelgericht op haar oerwoud neerlegde. ‘Zo, nu zijn we klaar’.