De dierentuin Pientere Peuters

naar de dierentuin

Olifanten, giraffen, neushoorns en slangen zijn allemaal in de dierentuin te vinden. Geen tijd om te beginnen met het boek lezen, er was duidelijk eerst behoefte aan wat beweging. Ik probeer zoveel mogelijk in de flow van de kinderen mee te bewegen als het erop aankomt om het thema echt te beleven. Er slopen tijgers door de zaal die elkaar achterna zaten maar er was ook een konijn dat zich vlug moest verstoppen.


Het ene kind kruipt als vanzelfsprekend in de huid van hun lievelingsdier, het andere kind heeft een kleine aanmoediging nodig om zijn lievelingsdier uit te beelden waarna hij zich stap voor stap en nog een beetje onwennig in het spel mengt. Nadat alle dieren weer toe waren aan wat rust konden we eindelijk naar de dierentuin, nouja, niet echt natuurlijk maar we maakten een klein reisje via het boek door de dierentuin.

In de dierentuin vind je ook krokodillen, apen en ijsberen. Pinguïns wonen op de zuidpool en daar zul je geen leeuwen vinden. Die wonen bij de zebra’s en leeuwinnen. ‘Ja, en samen gaan ze op jacht’, wist Stan te vertellen. Soms zijn er ook haaien in een dierentuin of een aquarium met vissen in de meest wonderlijke kleuren. Alexander had zijn eigen knuffel olifant mee genomen en hij vertelde dat dit zijn lievelingsdier is. En ook dat hij naar Schotland op vakantie zou gaan!

Beren zien er knuffelig uit maar ze zijn wel heel gevaarlijk en aapjes zijn grappig maar kunnen ook behoorlijk hard bijten. Zebra’s hebben allemaal hun eigen streepjespatroon net als de giraffe. Sommige dieren eten alleen vlees, anderen alleen planten en weer anderen lusten alles. Wanneer het in de zomer te heet wordt en de ijsberen het echt te warm krijgen wordt hun voedsel bevroren tot ijslolly’s! Dat was wel een goed idee vond Alexander.


Al bouwend met de blokjes bedachten de kinderen hoe het hok van een aantal dieren eruit zou moeten zien, groot, hoog, breed, met rotsen of in het water. Jade probeerde heel zorgvuldig een mooi poortje voor de dolfijn te maken zodat hij daardoor naar het binnen- of buitenwater kon gaan. Ze speelden heerlijk samen waarna Louise ons vroeg welk dier ze nadeed. Geen haas of sprinkhaan maar een kangoeroe! Met z’n allen slopen, kropen en sprongen we door de zaal en we probeerden van elkaar te raden wie we nadeden. We werden hiervan zo hongerig dat we uiteindelijk bijna als echte wilde dieren op onze pauze-hap ‘aanvielen’.


En het je verbeelden dat je een echte tijger of olifant bent gaat nog beter met een masker erbij. Allemaal kleurden ze ijverig hun eigen gekozen masker in met de kleuren die bij hun lievelingsdier pasten. Ook bij deze activiteit is het leuk om te zien dat het ene kind gewoon begint en het andere kind aansporing nodig heeft in de vorm van vragen stellen. Wat is je lievelingsdier, welke kleur vind je mooi, waar wil je dat inkleuren etc. en dan ineens is er toch dat masker waarvan je dacht dat je het niet zou kunnen. Uiteindelijk liepen er 2 olifanten een tijger en een beer de deur uit.