Indianen Knappe Koppies

Wigwam, tipi, verentooi, paarden, bizons, pijl en boog, medicijnman.

Indianen, al hoewel ze vaak al niet meer in tipi’s wonen en niet meer met pijl en boog achter de bizons aanjagen is dit nog wel het beeld wat we voor ons krijgen als we aan indianen denken. De kinderen weten er allemaal wel iets van. Ruben begon over offers voor de goden, maar of die goden nu ook werkelijk bestaan betwijfelde hij wel sterk. Thomas noemde de wigwam als huis van de indianen en dat klopt maar er is een huis dat voor veel mensen nog bekender is. De tent waarbij je stokken uit het dak ziet steken. ‘Ja, een tipi’, riep Demi. ‘Daar liggen wij nu ook in, kijk maar naar de stokken die er uitsteken’.

Ze droegen dierenhuiden als kleding, joegen op bizons en hadden een medicijnman om hen weer beter te maken wanneer ze ziek of gewond waren. Dan kregen ze fijngestampte slakken met kikkerbotjes of een vies ruikend papje dat je op je wond moest smeren. Er kwamen van allerlei recepten voorbij waarvan we allemaal beslist niet wilden dat wij dat ooit voor geschreven zouden krijgen door de dokter. Verder ontdekten we dat de veren op de verentooi van het opperhoofd alleen die van de adelaar waren. Op de vraag of iemand wist waarom dat zo was kwamen er allerlei antwoorden naar boven. ‘Waarschijnlijk omdat hij zo hoog en goed kan vliegen’, ‘dat hij groot en sterk is’, ‘hij heeft een scherpe snavel en klauwen’. En ja, misschien ook wel omdat hij zo goed kan zien, hij heeft hele scherpe ogen, dat heeft een opperhoofd ook nodig!

Bij het spel dat we daarna gingen spelen gebruikten we body language, of te wel gebarentaal, om aan elkaar duidelijk te maken wat je wilde. De indianenstammen hadden namelijk ook allemaal hun eigen taal waardoor ze niet met elkaar konden praten wanneer ze elkaar tegen kwamen. Eerst heel geheimzinnig de plaatjes bekijken bij Mirjam wat je wilde uitbeelden en hoe dat dan moest en daarna flink je best doen om het zo goed mogelijk uit te voeren. Alle kinderen waren enthousiast en vonden het maar wat mooi als het toch een beetje moeilijk raden was. Ik, boot, alleen, slapen, tipi, kikker, vrede. Er kwam van alles voorbij. Helemaal mooi werd het toen de kinderen niet alleen een woord maar een hele zin mochten uitbeelden. Het lukte de toeschouwers aardig goed om het steeds te raden.

Na de pauze daalde de rust neer over de knutseltafel. We gingen een totempaal maken, een rol, papier, wat vleugels, verven, tekenen, knippen en plakken maar. Voor sommigen best lastig om zelf op ideeën te komen maar eenmaal begonnen lijkt het vanzelf te gaan stromen. Vertrouwen hebben dat wanneer je eenmaal iets gaat doen, ontdekt dat je als vanzelf nieuwe ideeën krijgt of, wanneer je met meer bent even rustig rondkijkt bij een ander en geïnspireerd kan raken. De kinderen hebben vol aandacht aan hun totem gewerkt met prachtige resultaten.