Astronauten, sterren en planeten Pientere Peuters

Astronauten, sterren en planeten.

We cirkelden door de ruimte en landden zo nu en dan op een planeet om uit te rusten. De namen van de planeten werden allemaal genoemd en de zon lag daar te schijnen in het midden. De hoepels fungeerden als planeten en de zon. Deze laatste kreeg het lampje in de hoepel. Wat een mooi idee van Stan om het lampje in de hoepel te leggen zodat we wisten in welke hoepel we zeker niet moesten stappen!! De zon is namelijk veel te heet. Het lampje hadden we ook gebruikt om goed te kunnen zien hoe dat nou toch zit met de nacht en de dag. De nieuwsgierige blikken en gretigheid om zelf ook te bekijken hoe het zit werkt aanstekelijk. Stan pakt zijn boek en laat 2 afbeeldingen zien van een maan boven zee- strandlandschap en laat zien dat bij het ene plaatje het strand zichtbaar is en op het andere plaatje alleen nog maar zee. ‘Dat komt door de maan’, zegt hij en staat op om te kijken of mama er nog is. Zo springen, zweven en wervelen we nog een tijdje door de ruimte en dan krijgen we trek maar voordat we iets gaan eten moet juf nog even gevangen worden. Ik zit op mijn knieën en de kinderen leggen om de beurt heel netjes de hoepels over mijn hoofd op de grond. Zo ontstaat er een soort van ton. Gelukkig word ik ook weer bevrijd en kunnen we even pauze houden.

Het grappige van het schrijven van een blog is dat je naderhand weer even helemaal in de ochtend kunt duiken maar dan van een afstandje. Wat waren de bijzonderheden, de leuke of minder leuke situaties? En wat was eigenlijk zo doodgewoon dat je het haast over het hoofd zou zien. Alexander vroeg mij te helpen zijn banaan open te maken, lees goed, ‘dus niet pellen’, zegt hij erachter aan. Ik vroeg hem aan welke kant hij dat wilde en ineens ontstond er aan tafel een gesprekje over hoe iedereen op zijn eigen manier bijvoorbeeld een banaan open maakt. Of dat je misschien helemaal niet van banaan houdt. Dat we allemaal van elkaar verschillen! En toen, . . .  wilden ze beginnen met schilderen.

Stan vraagt waarom er een sponsje op tafel ligt en ik doe hem voor wat de bedoeling is. Alexander weet al heel zeker dat hij met geel gaat schilderen en Louise en Jade kiezen voor blauw. Je weet met jonge kinderen nooit hoe lang ze met een activiteit bezig zullen zijn. Soms wordt er na drie streken over het papier, ‘klaaaar’, geroepen maar vanochtend bleven ze veel langer dan verwacht met de kleuren spelen. Alexander wacht heel geduldig en vraagt of hij mag beginnen en Stan zegt na 3 streken dat hij niet weet hoe het moet. Ik moedig hem aan het op zijn eigen manier te doen, die is goed. Hij kijkt me schuin aan en schildert dan met een klein scheef lachje verder. Jade en Louise hoor ik bijna niet tijdens het schilderen. Afgezien van een uitbundige uitroep, ‘kijk, het wordt paars’, of ‘hé, nu is het oranje geworden’. Fantastisch om de verwondering te zien en te horen. En ook het triomfantelijke gebaar van Alexander met beide armen in de lucht wanneer het gelukt is om ook oranje te maken wordt door allen opgemerkt. Wat een heerlijk gevoel moet dat zijn om zo intens, door jouw eigen handelen, de natuurlijke wetten van de aarde op deze manier te kunnen ontdekken. De planeten die ze gemaakt hebben verschillen alle van elkaar zoals ook de kinderen van elkaar verschillen. Wat een prachtige verzameling.

Jade had twee knuffelpoppen mee en poppen of knuffels nemen vaak een bijzondere positie in. Ze kunnen iets wat wij, grote mensen, soms niet voor elkaar krijgen en dat is . . . een kind uit z’n schulp laten komen. Je neemt als volwassene een andere stem aan, kijkt naar de pop en laat deze tot leven komen door de pop iets aan het kind te laten vertellen. En dan gebeurt er iets wonderlijks. De kinderen kijken gebiologeerd naar de pop en luisteren aandachtig wat deze te zeggen heeft. Zo ging het gezamenlijk handen geven ten afscheid een stuk makkelijker met Minnie en Mickey in ons midden. Terwijl Jade toch eerder op de ochtend echt zeker wist dat de poppen maar nep zijn!

Namen zijn fictief.